JavaScript is required for this website to work.
post

Zoektocht naar nieuw zakenmodel voor banken

Banken vervullen door sleutelpositie rol van openbare orde

Paul Becue30/3/2023Leestijd 6 minuten
Kantoren van Silicon Valley Bank in Tempe, Arizona (VS).

Kantoren van Silicon Valley Bank in Tempe, Arizona (VS).

foto © Flickr - Tony Webster

Net toen het vertrouwen in de banken hernam, gingen in de Verenigde Staten enkele banken over kop. Het spook van de financiële crisis was terug.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De beurzen deden het in de eerste maanden van dit jaar overal goed en toonden een mooie klim van meer dan tien procent. Vooral de bankaandelen deden het goed als gevolg van de stijgende rentes. Maar toen ging de Silicon Valley Bank over de kop…

Terwijl de banken de vorige jaren hun overtollige liquiditeiten enkel bij de centrale bank konden plaatsen tegen een negatieve rente, is dat nu totaal veranderd met mooie positieve rentevoeten boven de twee procent. De rente op de spaarboekjes van de cliënten ging wel iets omhoog, maar niet in dezelfde mate. Deze hogere rentemarge gaf de bankaandelen wind in de zeilen, en alle beursanalisten adviseerden ze aan te kopen.

Kater: val Silicon Valley Bank

Dat veranderde echter half maart toen de Amerikaanse Silicon Valley Bank (SVB) over de kop ging. Die bank had veel liquiditeiten aangetrokken van de techbedrijven, die de bank op lange termijn had geplaatst via de aankoop van obligaties. Ze speelde zo op de normale rentecurve, waarbij de rentevoeten op korte termijn lager zijn dan die op de lange termijn. Dit is te verklaren door het feit dat hoe langer de beleggershorizon, hoe groter het risico, en hoe hoger de rente.

Maar daardoor ontstaat er een belangrijke mismatch bij de bank: de klanten kunnen hun geld steeds snel opvragen, terwijl de bank het op de lange termijn had belegd, en het dus enigszins vastzat. Het is het euvel dat in 2008 Dexia kopje-onder duwde.

Daarbij kwam nog dat door de stijgende rentevoeten de koersen van de obligaties het afgelopen jaar sterk in waarde waren gedaald. Als je vroeger een obligatie met een rente van één procent had gekocht, en deze staat nu op vijf procent, dan daalt de koers van de obligatie die je in de boeken hebt staan zodanig onder 100 (pari-koers), dat de koper ervan eveneens een rendement van vijf procent kan verkrijgen over de resterende looptijd. En die kan jaren bedragen. Of simpel gezegd: als de rente stijgt met vier procent, en de resterende looptijd is tien jaar, heb je een waardeverlies op de obligatie van 40 procent!

Vicieuze cirkel

Alle obligaties van SVB ondergingen dus een sterke depreciatie, wat tot minder goede resultaten leidde. Dit ondanks het feit dat de verliezen slechts op papier bestonden. Immers, op vervaldag krijgt SVB zoals iedere obligatiehouder zijn geld van de obligatie terug aan 100 procent, behalve als de debiteur-emittent failliet is gegaan. Maar door de slechte resultaten vragen cliënten hun geld op en is de SVB dan gedwongen om de obligaties met serieus verlies te verkopen om de klanten hun deposito’s terug te betalen. Dit verlies is niet meer op papier, maar reëel. De resultaten worden nog slechter, en je komt als bank in een negatieve vicieuze cirkel terecht, die het vertrouwen sterk schaadt en tot een ‘bankrun’ kan leiden.

Naast SVB viel ook een andere kleinere bank, Signature Bank, in de VS. De First Republic Bank bleef enkel overeind doordat een paar grootbanken door de Amerikaanse regering gedwongen werden deze bank 30 miljard USD toe te stoppen.

Steun overheid

De Amerikaanse regering wilde kost wat kost een financiële crisis vermijden, en bevestigde dat alle depositohouders hun geld niet zouden verliezen. Ook zij die meer dan de verzekerde 250.000 USD hadden. De aandeelhouders en investeerders waren wel alles kwijt. Ook aanvaardt de centrale bank daar nu dat banken hun fel in waarde gezakte obligaties toch voor 100 procent van de nominale waarde in pand kunnen geven om liquiditeiten te bekomen. Dat is nodig, maar moedigt anderzijds ‘moral hazard’ aan (zie verder).

We wijzen erop dat om andere redenen ook enkele cryptobanken verdwenen waren, maar hier kwam de overheid niet tussen. Ze had genoeg gewaarschuwd voor de speculatieve aard van de transacties rond cryptogeld.

Crédit Suisse

Ook Europa bleef niet gespaard, en meer specifiek Zwitserland. In tegenstelling tot de Amerikaanse banken die failliet gingen, was Crédit Suisse (CS) een grote systeembank. Deze bank ging al jaren gebukt onder allerlei schandalen rond dubieuze beleggers en witwaspraktijken die het vertrouwen hadden aangetast. Eind 2022 greep er een kapitaalsverhoging plaats, maar door de onrust in de VS kwam deze bank opnieuw in het vizier. Het aandeel stortte ineen toen de aandeelhouder in Saudi-Arabië recent zei dat het geen nieuwe financiële injectie zou doen.

Ook hier sprak de Zwitserse regering haar steun uit, en bood ze onmiddellijk een kredietlijn van 50 miljard USD aan. Toen bleek dat dit onvoldoende was, werd in een weekend de overname van CS door Union Bank of Switzerland (UBS) beklonken. Een nieuwe megabank was ontstaan.

Snelle wereld

Een klant kan nu veel sneller dan vroeger zijn geld terugtrekken uit een bank, en het overschrijven naar een andere. Dit gaat samen met nieuws en geruchten die zich al dan niet terecht snel verspreiden over de diverse (sociale) media. Op een bepaald ogenblik heb je er geen controle meer op, en ook de toezichthouder (de Nationale Bank voor de Belgische banken) kan daar niet veel tegen doen.

Complexe materie

De uitleg die we gaven over de depreciatie van obligaties geeft reeds aan dat deze materie niet zo gemakkelijk te begrijpen is. Een bankbalans bevat talrijke instrumenten die het voorwerp van depreciatie kunnen zijn, maar we kunnen die niet onmiddellijk zien of de consequenties ervan begrijpen. Na de crisis van 2008 is het toezicht wel sterk verscherpt, maar kan men alles wel voorzien?

Macro-economische impact

De huidige financiële turbulentie kan een impact hebben op de economie. Banken zullen er nu voor oppassen te veel en te riskante kredieten te verlenen, omdat ze vooral hun kapitaalbuffers zo sterk mogelijk willen houden. Vooral in Europa geldt dit, waar de financiering van de economie grotendeels via de banken verloopt. In de Verenigde Staten is dit minder het geval, daar de financieringsnoden van de bedrijven voor een stuk rechtstreeks via de geld- en kapitaalmarkten gebeuren (bijvoorbeeld via aandelenuitgiftes of plaatsing van obligaties). Resultaat is dat de hogere rentes de banken omwille van hun financiële soliditeit dwingen terughoudend te zijn, wat de groei afremt, en dus ook de inflatie.

Bazelakkoorden

De banken binnen de Europese Unie bleven tot dusver grotendeels gespaard, alhoewel op 24 maart Deutsche Bank het toch moeilijk kreeg op de beurs. Deze Duitse megabank had enkele moeilijke jaren gekend, maar ze had zich daarna toch goed hersteld.

Door de Bazelakkoorden waren de banken verplicht om hun kapitaalbuffers serieus te versterken, de liquiditeitstoestand te verbeteren, en de hefboomratio van toegestane kredieten tegenover eigen vermogen binnen de perken te houden. Bazel I ontstond in de jaren ’80, en we zijn nu al aan Bazel IV. De huidige crisis zal tot gevolg hebben dat er nog wel andere versies zullen aankomen. De banken worden dus meer en meer in een keurslijf gestoken om financiële avonturen te vermijden, en zo het vertrouwen van de depositohouders in hen te handhaven. Want de huidige crisis in de VS toont aan dat vertrouwen essentieel is voor een bank.

We wijzen er wel op dat de regering-Trump, in tegenstelling tot de Europese Unie, voor de eerste keer na 2008 de regels rond de Amerikaanse banken opnieuw had versoepeld. Ze werden vrijgesteld van het aanhouden van minimale liquiditeitsbuffers. De crisis heeft niet lang op zich laten wachten.

Domino-effect

De optredens van de overheid in de huidige crisis zijn noodzakelijk om een gevaarlijk domino-effect in de financiële en economische wereld te vermijden. Dit speelt namelijk op twee vlakken. Enerzijds zulle de depositohouders die hun geld verliezen een domper op de economische groei zetten door minder uit te geven. Ook klanten van andere banken zullen dan meer argwaan koesteren, en op hun hoede zijn. Anderzijds bestaat er een belangrijke interbankenmarkt waarop de banken onder elkaar voor ontelbare miljarden euro transacties afhandelen. Sinds 2008 zullen de banken misschien wel meer opletten, maar als een tegenpartij over de kop gaat kan deze op haar beurt andere banken zo meesleuren in haar val.

Moral hazard

Maar het creëert ook een klimaat van ‘moral hazard’, oftewel risicoverhogend gedrag, van partijen indien zij niet direct risico lopen voor hun daden. De ‘bailout’ van SVB geeft grote klanten-depositohouders het signaal dat ze grote bedragen kunnen plaatsen bij risicovolle banken zonder dit te spreiden over verschillende andere banken, of na te gaan of de bank financieel sterk genoeg staat. Omgekeerd kan het management ertoe gedreven worden om meer risico’s te nemen, en zo meer winstbonussen. De recente ervaring geeft aan dat enkel de aandeelhouders blijkbaar het onderspit moeten delven.

Dilemma

Bij bankieren moet men een delicaat evenwicht bewaren tussen risico en vertrouwen. Zonder risico’s te nemen verdient een bankier niet veel, en kan zijn bank dus niet veel vergoeding geven aan haar klanten en aandeelhouders. Maar als de bank te grote risico’s neemt verdwijnt het vertrouwen, en vertrekken de klanten. Het is de essentie die de kwetsbaarheid van het huidige banksysteem aangeeft.

Nieuw business model

Banken vervullen door hun sleutelpositie in feite een rol van openbare orde: ze moeten de hun toevertrouwde spaargelden als een goede huisvader beheren. Zoiets komt in het gedrang als men te hoge risico’s neemt. De overheid reageert hierop door de regelgeving alsmaar te verstrengen, maar in een snelle wereld dreigt men achter de feiten te hollen. Er zijn depositogaranties in de Europese Unie van 100.000 euro per bank, maar in feite is dit onvoldoende. Als het erop aankomt moet de overheid alle spaargelden garanderen om paniek te vermijden. Het is dus geen normaal privébedrijf.

De banken omvormen tot overheidsinstellingen is ook geen oplossing: een dynamische aanpak verdwijnt dan, wat tot minder economische groei kan leiden.

In feite zouden we er eens aan moeten denken om te evolueren naar een systeem waarbij iedere bank voor 50 procent toebehoort aan de privéaandeelhouders, en voor 50 procent aan de overheid. Deze wordt dan betrokken in het beleid en deelt in de winst, wat normaal is als de overheid bij iedere tegenslag steeds als reddingsboei moet fungeren. Men moet dan wel vermijden dat de overheid de banken als een dividendmachine gaat beschouwen, zoals in België het geval is met Proximus en Bpost. Maar zo kan men beheersbare risico’s combineren met vertrouwen gesteund door de overheid, wat onontbeerlijk is in de banksector.

Paul Becue is lic. Rechten, TEW en Diplomatieke Wetenschappen. Hij heeft een lange ervaring in de financiële sector. Zijn boeken over kredietverzekering gelden als de referentie. Hij is algemeen voorzitter van de Vereniging Vlaamse Academici (VVA) en voorzitter OVV.

Commentaren en reacties