JavaScript is required for this website to work.
post

‘Vertrouwen in de revolutie van de glimlach was bijzonder naïef’

Interview met Catalaanse rechtenprofessor Josep Ramon Barberà

Hilde Roosens25/4/2018Leestijd 7 minuten
Catalaanse studenten betogen tegen artikel 155, 27 oktober 2017, Barcelona.

Catalaanse studenten betogen tegen artikel 155, 27 oktober 2017, Barcelona.

foto © Reporters

Met een revolutie van de glimlach bereik je niets. Er zit in Catalonië weinig anders op dan onderhandelen over een nieuw referendum en een nieuwe regering in het zadel te helpen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Ter gelegenheid van Sant Jordi (23 april) had de Brusselse afdeling van de Catalaanse burgerbeweging Assemblea Nacional Catalana (ANC) professor Josep Ramon Barberà te gast. Professor Barberà studeerde rechten in München en in Barcelona, waar hij ook doctoreerde en administratief recht doceert. De uiteenzetting in Brussel handelde over zelfbeschikking, artikel 155 en de miskenning van rechten en vrijheden in het postreferendum-Catalonië. Voor de conferentie van start ging hadden we een gesprek met professor Barberà, waarbij hij met de deur in huis viel: artikel 155 van de Spaanse grondwet.

Barberà: ‘Wist je dat de Spaanse grondwetgever inspiratie voor artikel 155 haalde in de Duitse grondwet? Maar daar waar de Bundesdwangin de Duitse grondwet bedoeld is om in zeer extreme gevallen deelstaten binnen het federale gareel te houden, interpreteert de Spaanse overheid de regel op een heel eigen manier.’
‘Niettemin blijkt duidelijk uit de voorbereidende werken dat het niet de bedoeling kan zijn om een deelstaatparlement of administratie via dit artikel aan de kant te schuiven zoals nu gebeurt.’

‘Nog merkwaardig in de Spaanse grondwet is dat enkel het ‘dret foral’ uitdrukkelijk wordt erkend, wat de Basken op vlak van autonomie een streepje voor geeft op de Catalanen die geen ‘territorios forales’ kennen. Die instelling komt immers enkel voor in Baskenland en Navarra (een historisch gegroeid systeem van  fiscale autonomie, dat toelaat om de  belastingen zelf  te bepalen, te heffen en  te innen — red.) Geen enkele andere deelstaat bekwam een dergelijke erkenning. Bovendien is er de anterioriteit van de Generalitat op de Spaanse grondwet – de Generalitat was in post-Franco-Spanje al actief op het moment dat de democratische grondwet in voege trad. Daar maken sommigen weleens gebruik van om te beweren dat Madrid de Generalitat niet kan aan de kant schuiven. ‘Het feit dat de Generalitat los van Spanje bestond en dus nog bestaat, is echter juridisch een eerder wankel argument,’ stelt Barberà. ‘Eigenlijk werd de Generalitat niet erkend in de Spaanse grondwet en heeft ze, op die basis, ook geen rechtsmacht.’

revolutieJNC

Josep Ramon Barberà, op een lezing voor JNC, de jongerenafdeling van PDeCat.

Doorbraak: Vreemd genoeg geldt een dergelijk streng uitzonderingsregime niet voor het burgerlijk recht. Het erfrecht bijvoorbeeld, dat historisch gegroeid is en verschilt van regio tot regio, is overal anders en dat stelt geen probleem?
‘Inderdaad. En dat is ook merkwaardig. En een heel goed argument trouwens. Dat erfrecht, waardoor kapitaal en dus macht bij erfopvolging niet versnipperd worden, is een typisch Catalaans fenomeen en het verklaart voor een groot deel de welvaart van Catalonië in tegenstelling tot andere regio’s. Naast het feit dat de Catalanen wél werken. Dit dateert overigens reeds van de Nova Planta-decreten (1716): alleen het publiek recht werd opgedrongen aan de Catalanen, naast de taal – het Castiliaans. En het Spaanse burgerlijk wetboek (1819) slaagde er evenmin in om tot een eenmaking van het burgerlijk recht te komen. Nu nog, in ‘gemengde’ huwelijken (tussen Spaanse burgers uit verschillende regio’s – red.) staan de Catalanen erop dat hún huwelijksvermogensrecht zou worden toegepast.’

Twee belangrijke beslissingen van de Catalanen, meteen na het in voege treden van de grondwet van 1978 waren enerzijds het invoeren van het Catalaans als verplichte onderwijstaal, waardoor in twee schoolgeneraties de samenleving grondig ‘vercatalaanste’, en anderzijds het opleggen van het Catalaans als officiële taal binnen de administratie, naast het Castiliaans. Deze maatregelen zorgden ook voor een verregaande integratie van anderstaligen. Staan die verworvenheden nu beiden op de helling?
‘Met het onderwijs valt het al met al nog mee, tot nog toe kan vermeden worden dat de poging van PP en Ciutadans om twee- of drietalig immersieonderwijs te bekomen werd afgehouden. Met de administratie is het slechter gesteld. Sinds artikel 155 in voege is, wordt alles vertaald en werd de hele administratie de facto overgenomen door Madrid. Nochtans laat artikel 155 dit helemaal niet toe. Grondwettelijk is er slechts sprake van de mogelijkheid tot het geven van wel bepaalde instructies en een gedeeltelijke substitutie aan de autonome regering, om de constitutionele orde te herstellen. Madrid overtreedt hiermee de eigen grondwet.’

Durf

Velen, ook in Catalonië begrijpen niet waarom onmiddellijk na het referendum, of minstens binnen de 48 uur zoals beslist door het parlement, de onafhankelijkheid niet werd uitgeroepen.
‘Volgens mij komt dat omdat de regering 1-O onvoldoende “gevisualiseerd” had. Ze had de reactie van de bevolking niet voorzien en al zeker niet die van de CDR, toen nog comités ter verdediging van het Referendum, inmiddels van de Republiek, nog minder die van de scholen die actief deel hebben genomen aan de stembusgang door lokalen soms dagen op voorhand spontaan te bezetten. De regering was eigenlijk van meet af aan van plan om na het referendum enkel te onderhandelen. Dat is echter uit de hand gelopen.’
‘Bemerk ook dat Spanje nooit echt van plan is geweest om de stembusgang onmogelijk te maken. Daartoe had het immers volstaan om de straten af te zetten, het onmogelijk te maken om de stemlokalen te bereiken. Spanje is bewust erop uitgegaan om geweld te gebruiken, repressie te plegen. Bang te maken.’
‘De Generalitat had als bedoeling om onderhandelingen te forceren en heeft – verkeerd –ingeschat dat artikel 155 er nooit zou komen. Ze heeft ook de reactie uit andere landen en de EU verkeerd ingeschat. En ze heeft nagelaten om de bevolking correct te informeren over de echte bedoeling. De kiezers wilden daardoor stemmen en meteen het resultaat van hun stem zien, zoals hen was voorgehouden en beloofd. Dat verklaart de sterke mobilisatie op 3-O, de halve dag algemene staking, 48 uur na het referendum.’
‘De regering kon ook niet echt rekenen op enige vorm van macht. Catalonië heeft helemaal geen leger maar nu blijkt dat ook de Mossos zeer verdeeld waren. Slechts een derde van hen zou zeker aan de kant van de Generalitat gestaan hebben. Dus helemaal geen zekere factor. Vertrouwen in de revolutie van de glimlach was dan ook bijzonder naïef.’

Wat dan met al dat voorbereidende werk, waar naar verluidt toch al jaren aan gesleuteld was, ook de overgangswetgeving e.d. en het werk van een diplomatieke instelling als Diplocat?
 ‘Dat werk is er inderdaad allemaal geweest. Alleen was het juridische aspect, de rechtszekerheid ervan, zeer twijfelachtig. Kijk maar naar de uitroeping van de republiek die er, uiteindelijk, op 27 oktober is gekomen. Is die er wel gekomen? Wat is er precies gekomen en dan meteen opgeschort? Het document van – tja, wat, een resolutie? – werd buiten het halfrond ondertekend. Dat is niet zonder betekenis.

Er wordt ook gezegd dat de meerderheid wat nipt is.
‘Kijk, om recht op zelfbeschikking te kunnen uitoefenen zijn er enkele voorwaarden die dienen vervuld te worden. Er moet een volgehouden wil van een bevolking zijn, een gebrek aan toelating van de staat waar het toe behoort om af te scheiden en een duidelijke sociale meerderheid. Secessie is dus een remedie.
Wat stellen we vast? Het referendum over het Estatutdat plaatsvond in 2010, nadat in Madrid ernstig aan het oorspronkelijke ontwerp werd geschaafd, is bindend volgens de Spaanse grondwet. Nochtans heerste er toen al ontevredenheid over de tekst, zeker bij een partij als (de links-republikeinse) ERC. Het was dus slechts een tussenstap.
Anderzijds heeft ook Madrid het bindend karakter van dat referendum niet erkend. En stelt het dat voor een referendum zoals dat van 1 oktober een wijziging van de grondwet nodig is, die er uiteraard nooit zal komen.’

Je kan van Spanje, de regering in Madrid of een Spaans grondwettelijk hof toch moeilijk verwachten dat het buiten de eigen grondwet treedt en aanvaardt dat een deel van het land afscheurt zonder dat aan de grondwettelijke voorwaarden wordt voldaan? Daar zit een zekere logica in.
‘Dat klopt, en die voorwaarden zijn er ook niet. En ze zullen er wellicht nooit komen.’

Legitimiteit

Kan men dan niet beter terugvallen op de legitimiteits- versus legaliteitstheorie om secessie ter verrechtvaardigen?
‘Ik vind dat een zeer labiele en gevaarlijke theorie. Dan zit je buiten elk juridisch kader en zijn alle uitspattingen mogelijk. Wie bepaalt wat legitiem is en wanneer is iets voldoende legitiem? Op die basis kan om het even welke kleine groep voor om het even welke reden afsplitsen.

Maar internationaalrechtelijk – zie Kosovo – is het toch mogelijk voor een land dat geen ex-kolonie is, om onafhankelijk te worden?
‘De toestand in Kosovo kan je niet vergelijken. Dat was toen een VN-protectoraat.’
 
Maar al bij de oprichting van de Volkenbond werd, op basis van de veertien punten van Wilson, heel wat gesleuteld aan al dan niet bestaande staten – zo werd beslist dat de Oostkantons bij België hoorden – dat ging dus zeker niet over koloniën. Dus, jawel, het is mogelijk.
‘Op dat moment trouwens is er een poging geweest, van de “Mancomunitat” om Catalonië ook als staat te laten erkennen. De Mancomunitat is een administratieve eenheid die na 1714 overeind is gebleven tussen de vier Catalaanse provincies. Ze heeft afgevaardigden naar de onderhandelingen rond het verdrag van Versailles gestuurd maar tevergeefs. Frankrijk heeft zich verzet en de erkenning is er toen niet gekomen.’

Heeft recht op zelfbeschikking dan geen plaats tenzij bij wijze van remedie, als oplossing voor een conflict? Indien men de republiek had uitgeroepen dan had Catalonië zich kunnen onttrekken aan de Spaanse rechtsorde, dan was die niet meer van toepassing geweest?  
‘ Wij zeggen weleens dat vermits geen onafhankelijkheid mogelijk is via de democratie , de democratie er zal moeten komen door de onafhankelijkheid.’

Oplossingen

En dus?
‘Er zal moeten onderhandeld worden, op een democratische manier. Maar voor het ogenblik staat Catalonië er heel slecht voor. De administratie werd volledig overgenomen, er moet dringend, en eerst nu, een regering komen. En dan zien we verder.
Vergeet niet dat wordt gezegd dat het dogma van de grote Spaanse eenheid – een en ondeelbaar, zoals die in artikel 2 van de Spaanse grondwet staat – werd opgesteld door het leger. Symbolisch werd voor dat artikel een gesloten envelop op tafel gelegd waarvan werd gezegd dat ze nimmer of nooit zou mogen worden open gemaakt.
De voornaamste reden voor de burgeroorlog, in de jaren 30, was ook Catalonië. Catalonië dat overigens toen niet echt onafhankelijk was. Het heeft zich steeds binnen de Spaanse federatie gepositioneerd. “Antes roja que rota” nog liever een rood Spanje dan een Spanje dat niet meer heel is, zo luidde het in Madrid. Het enige moment, de voorbije jaren, waarop men in Madrid écht bang is geweest, is toen in 2010 de Paseig de Gracia in Barcelona volliep nadat het Estatut, dat met 60% van de stemmen was goedgekeurd, zwaar bijgewerkt terugkwam. Dat was pas een mobilisatie van het volk.
Maar eigenlijk is zelfs dat Estatutnutteloos, want te vaag, het biedt geen duidelijk antwoord.’

Maar waar zit dan de oplossing? En kan je niet zeggen, in tegenstelling tot wat wordt beweerd, dat de Basken, net door het feit dat ze geweld pleegden en er mee dreigden, verder zijn gekomen dan de Catalaanse pacifisten?
‘Dat geweld heeft zeker het verschil gemaakt. Maar er speelt ook wat anders. Basken zijn anders dan Catalanen. In Basken erkent Madrid soortgenoten. Het zijn “hidalgos” – hijos de algo – hun noorderburen – en dus hoort het ook dat zij niet rechtstreeks belastingen dienen te betalen. Die Catalanen daarentegen, zijn geen “hijos de algo”, ook al is die adel nog zo laag. Ze zijn fundamenteel verschillend – een ander volk, Feniciërs worden ze geheten, die voeren geen oorlog maar drijven handel, die onderhandelen en verbranden hun schepen niet, zoals Cortès dat deed in Amerika. Dat zouden Catalanen ook nooit doen.’

Is dat dan geen goede reden, dat het om zó een verschillend volk gaat, om het te laten vertrekken?
‘Neen, lees er Pierre Vilar op na in Historia de España: Castilië heeft het volledige schiereiland nodig, anders heeft het geen inkomsten. Vroeger niet, en nu nog niet.’

Welke oplossing is er dan wél voor de huidige patstelling?
‘Nu rest er volgens mij geen andere oplossing meer dan te onderhandelen. We moeten onderhandelen om een referendum te verkrijgen dat aan alle waarborgen voldoet. Onder toezicht van waarnemers, van het buitenland, de EU, de VN. Zodat de wil tot onafhankelijkheid duidelijk komt vast te staan en Catalonië op die basis onafhankelijk kan worden. Het referendum dient te gaan over het recht om daartoe de gesprekken op te starten. En daartoe volstaat een meerderheid van 50% + 1, zoals vorige week in Canada door het Hooggerechtshof werd geoordeeld in verband met de Wet 99 die een soortgelijk referendum in Québec mogelijk maakt.’

Hilde Roosens (1961) is juriste en is vandaag voorzitter van het Vlaams Komitee voor Brussel.

Commentaren en reacties