JavaScript is required for this website to work.
post

De belangrijkste en meest bepalende boeken

Karl Drabbe24/12/2018Leestijd 8 minuten
De Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Conscience in Antwerpen.

De Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Conscience in Antwerpen.

foto © https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Nottebohmzaal_Antwerpen_-_Thomas_Moers31.jpg

Een keure van Doorbraak-medewerkers kozen de belangrijkste en voor hen meest bepalende boeken uit. Een apart boekenlijstje.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Op de vooravond van de Boekenbeurs doken enkele Doorbraak-medewerkers in hun bibliotheek om de beste boeken van 2018 te selecteren. Diezelfde redacteurs kregen ook de vraag voorgeschoteld wat voor hen het beste, belangrijkste of meest bepalende boek is geweest dat ze ooit hebben gelezen. Het zorgde voor een bijzondere variatie, een bibliotheek op zich. Laat het haardvuur knetteren – en laat in u inspireren door dit alternatieve boekenlijstje.

Van Koran tot Kant

De hoofdredacteur gaat op zondag ‘ter kerke’, zoals hij zelf pleegt te zeggen. Het is dan ook geen verrassing dat hij a priori voor het Nieuwe Testament kiest. Wat doorvragen brengt hem bij een boek van Wil Derkse: Een levensregel voor beginners; Benedictijnse spiritualiteit voor het dagelijkse leven. Het gaat over de regel van Benedictus. Die schreef na veel vallen en opstaan in de 5de eeuw zijn kloosterregel, ‘een regel voor beginners’; iedereen blijft zijn leven lang een beginner. Die regel noemt Bauwens meer een wegwijzer dan een wet, en is na de bijbel het meest verspreidde christelijke boek. ‘Het is na 15 eeuwen nog altijd actueel en kan ook vandaag een leidraad bieden in het leven. Bij mij deed het dat ook. Een monnik uit de 5de eeuw slaagde erin mij tot andere inzichten te brengen en gewoonten en gedachten te doorbreken.’ Pieter zou het zichzelf moeten verplichten het boek elk jaar eens te lezen. De eerste nieuwjaarsbelofte is daarmee gemaakt.

In dezelfde sfeer antwoordt Othman El Hammouchi. Hij kiest – evident – niet voor het Nieuwe Testament maar – al even evident – voor de Koran. Maar na wenkbrauwengefrons verkiest hij dan toch Kritik der Reinen Vernunftvan Kant. ‘Het heeft mijn metafysische en epistemologische mening vormgegeven, die voor mij zeer belangrijke zijn. Maar het heeft me ook in fundamentele zin leren denken en redeneren, en eigenlijk ook schrijven.’

Sam Van Rooy blijft de bij de islamkritiek waarover hij publiceert. Hij twijfelt voor het beste boek tussen Soumissionvan Michel Houellebecq en Waarover men niet spreekt, het opus magnum van zijn vader Wim.

Ludo Abicht zoekt het dan weer in de Joods-christelijke mystiek. Hij noemt het boek Das Prinzip Hoffnungvan Ernst Bloch ‘een synthese van joods-christelijke mystiek, verlichtingsdenken en dialectisch materialisme.  Een mooiere en vooral authentiekere synthese kan ik mij niet indenken.  Vandaag en morgen méér dan noodzakelijk, al zie ik ook niet hoe dit de volgende decennia politiek vertaald kan worden.’

Clash

Julien Borremans vindt het een moeilijke keuze. Maar alvast één boek heeft een diepe indruk op hem gemaakt: The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order van Samuel Huntington. Het is willens nillens een antwoord op het voluntaristischeThe End of History and the Last Man van Francis Fukuyama, die na de val van de Muur de triomf van de liberale democratie blies. Borremans: ‘We zijn ons nu wel bewust dat dit idee niet meer was dan een ijle illusie. De mondiale ordening verloop allerminst zoals Fukuyama en vele anderen zich hadden voorgesteld.’ Huntington doorprikte Fukuyama’s ballonnetje. Borremans stelt vast dat de Amerikaanse politicoloog werd onder een storm van kritiek begraven, maar jaren later kunnen we alleen maar vaststellen dat hij de vinger in de wonde legde. Het tijdperk van de westerse dominantie ligt achter ons. De nieuwe scheidslijnen tussen de volkeren worden niet langer ideologisch, politiek of economisch, maar cultureel bepaald. Cultuur, taal en religie worden de determinerende factoren van de internationale politiek. Toekomstige conflicten zouden zich afspelen op de grenzen van de verschillende culturele machtsblokken.

Borremans: ‘In eerste instantie spraken de feiten hem niet tegen. De strijd op de Balkan, de oorlog in de Kaukasus, de strubbelingen tussen India en Pakistan en de toenemende problemen tussen China en de Verenigde Staten pasten aan het eind van de jaren negentig goed in zijn theorie. Het aanzwellend conflict tussen de islam en het Westen bevestigt andermaal zijn theorie.’ Samuel Huntington is verguisd en zijn boeken raakten in de vergetelheid, ‘maar de stelligheid waarmee hij begin jaren 90 zijn boek verdedigde in een oceaan van misplaatste liberale arrogantie en overmoed, was een verademing,’ zegt Borremans. ‘Zijn boek las als een trein en zorgde voor barsten in het liberale paradigma.’

Cultuur en literatuur

Sommige medewerkers willen niet veel woorden vuil maken aan hun keuze. Alsof die voor zich staat. Marc Vanfraechem kiest met stip, en zonder nadenken, voor Moby Dick. Hij schreef er eerder over en was erover te gast bij de jongens van het Radio 1-programma Interne Keuken.

Oud-hoofdredacteur van Het Nieuwsblad Mathias Danneels gaat voor De avonden van Gerard Reve. Ook Italiëcorrespondent Philip Roose blijft bij de Nederlandse literatuur. ‘Omdat Ernest Claes mij het plezier van lezen heeft doen ontdekken’, kiest hij voor De Witte.

Vlaams Parlementslid voor Groen Björn Rzoska zoekt het in Portugal. Hij kiest voor de ‘indrukwekkende roman’ Het evangelie volgens Jezus Christus. Rzoska: ‘De Portugese Nobelprijswinnaar werd voor dit boek in de ban van de Portugese kerk geslagen. Nochtans leverde hij met dit boek een indrukwekkende roman af.’

Zijn Vlaams Belang-collega Chris Janssens is ook een literatuurliefhebber. Eén titel kiezen valt hem moeilijk, en dus gaat hij meteen voor het volledige oeuvre van Jeroen Brouwers. ‘een combinatie van het allerbeste wat er in de diverse literaire genres in het Nederlandse taalgebied is gepubliceerd.’

Gaston Durnez noemt het een moeilijke vraag. Maar uit de vele hem bepalende boeken kiest hij vandaag G.K. Chesterton: Orthodoxie. Nu in een nieuwe vertaling en met een voorwoord van Antoine Bodar verschenen bij Uitgeverij De Blauwe Reiger. ‘Dit “spitsvondig en blijmoedig” (Bodard) boek verscheen voor het eerst in 1911 maar het heeft niets van zijn frisheid en strijdlust verloren. Voor wie nieuwsgierig mee wil varen in Chestertons plezierboot is het een ontdekkingsreis in onze eigen paradijselijke tuinvijver.’

Reis naar het einde van de nacht van Louis-Ferdinand Célineis het boek dat theatermaker en acteur Guido Lauwaert het meest heeft geraakt. ‘Waar ik voordien geen greep kreeg over bepaalde aspecten van mijn wilde karakter, is dat door het lezen van de eerstgeborene van Céline wel gelukt. Zijn drift, taalmuziek en ongezouten mening over de mensen zijn mijn voedselbank.’ Het heet geen toeval dat Lauwaert een succesvolle monoloog maakte van het boek.

Kameraden

Philip Clerick antwoordt op de vraag met een tekst over Karel van het Reve.

Het geloof der kameraden van Karel van het Reve werd uitgegeven in 1968. Ik moet het gelezen hebben rond 1988. Daarmee kwam een einde aan mijn geloof in het communisme dat meer dan 15 jaar had standgehouden. Zonder het boek zou ik mijn militante leven ook wel achter mij hebben gelaten, maar was ik een soort saloncommunist geworden. Mijn boekenkast zou er nu heel anders uitzien.
Het kameradenboek had voor mensen zoals ik een sterke overtuigingskracht. Het heeft ook de vader van Van het Reve, de oude Vanter, van zijn levenslange geloof afgebracht. Dat komt omdat het zich niet bezighoudt met de misdaden van het communisme. Die misdaden zijn voor de gelovige geen argument. Die tien miljoen doden van Lenins burgeroorlog kun je evengoed aan zijn tegenstanders toeschrijven. Die twintig miljoen doden van Stalins terreur kunnen best verzinsels zijn van de ‘burgerlijke’ geleerden. Ook de slechte economische resultaten zijn geen argument, want de cijfers op de partijcongressen en de mooie kleurenfoto’s in magazines op glanspapier vertellen een heel ander verhaal. Nee, met misdaden en slechte economische resultaten overtuig je geen communist. Misdaden en economische resultaten behoren tot het rijk van de feiten, en feiten controleren is een hachelijke zaak als je zelf niet overal bij kunt zijn. ‘Burgerlijke’ specialisten kunnen je van alles wijsmaken.

Karel van het Reve deed het anders. Hij legde zich toe op de léér van het communisme, het marxisme-leninisme. Die leer kun je wel controleren in elke goed uitgeruste bibliotheek. En van die leer kun je dan met huis-tuin-en-keukenlogica laten zien dat bepaalde onderdelen geen steek houden. Van het Reve toonde aan dat het marxisme ‘waaraan miljoenen mensen geloven en die soms door zeer ontwikkelde mensen wordt aangehangen, stellingen bevat waarvan een kind de onredelijkheid kan inzien.’ Karel speelde de rol van dat kind en toonde die onredelijkheid aan in eenvoudige woorden, zinnen en redeneringen.
Wellicht zou het boek niet zo overtuigend geweest zijn als daar niet de kenmerkende stijl en toon waren bijgekomen. Die stijl en toon waren buitengewoon geschikt om een communist uit zijn harnas te krijgen. Van het Reve voerde een heel eigen koers tussen ernst en ironie, tussen concreet en abstract, tussen spreektaal en schrijftaal, tussen hoofdzaken en bijzaken en tussen helderheid en doordenkertjes.  Het proza leek moeiteloos uit de pen gevloeid, al was er tien jaar aan gewerkt. Het was alsof de auteur zijn boek speciaal voor mij had geschreven, mijn diepste twijfels had geraden, en precies die bezwaren onder woorden bracht waar ik net niet zelf was opgekomen.

Migratie

In het Boekenbeurslijstje dook Theo Franckens boek Continent zonder grens vaak op. In dit lijstje grijpt Nick Mertens naar Het land van aankomst van de Nederlandse sociaaldemocratische prof. Paul Scheffer. En wel ‘omdat hij als eerste een degelijke analyse maakte van de (Nederlandse) immigratie. En ook de vinger durfde te leggen op de wonden van de multiculturele samenleving (wat hem trouwens niet in dank werd afgenomen). Sindsdien boeit het thema mij mateloos.’

Psychologie

John Dejaeger, oud-CEO van BASF Antwerpen, is de enige die voor een psychologisch boek gaat. In ieder van ons huist wreedheid. Soms aan de oppervlakte; soms verborgen. Wie of wat zet mensen er toe aan wreed te zijn en gruweldaden uit te voeren? De veel te vroeg overleden Jan De Laender schreef er Het hart van de duisternis: Psychologie van de menselijke wreedheid over. Dejaeger: ‘vlotte taal, zeer toegankelijk, confronterende levenslessen.’ Het boek vertrekt vanuit de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. ‘Eigenlijk zou dit een standaardboek moeten zijn in het secundair onderwijs,’ zegt Dejaeger.

Geschiedenis

Harry De Paepe ontpopt zich in Doorbraak-kolommen en -vergaderingen als de bedachtzame en milde conservatief. Geen wonder dat hij De wereld van gisteren van de Oostenrijker Stefan Zweig zijn persoonlijke favoriet noemt. De Paepe: ‘Ik heb sowieso een zwak voor de historische periode vlak voor de Eerste Wereldoorlog. Hoe hij de exit uit Oostenrijk van de laatste Habsburgers keizer beschrijft, vind ik een van de  knapste beschrijvingen van het einde van een tijdperk: “De douaniers, de agenten, de soldaten leken verlegen en keken beschaamd een andere kant op, omdat ze niet wisten of ze het oude eresaluut nog mochten brengen, de vrouwen durfden niet echt op te kijken, niemand zei iets en zo hoorde je plotseling het zachte snikken van de oude vrouw in rouwkleding, die van wie weet hoe ver gekomen was om nog één keer ‘haar’ keizer te zien”.’

Ook Jan Van Peteghem koos voor Zweig. ‘Elke letter blijft tot op vandaag actueel,’ onderstreept hij zijn keuze.

Uitgever Karl Drabbe noemt het oeuvre van Jared Diamond. ‘Misschien niet het beste, maar wel van het meest bepalende dat ik las. Op de universiteit krijg je geen “geschiedenis in het groot” mee, althans ik toch niet. We leerden verbanden leggen tussen gelijktijdige Evenementen, maar niet tussen culturen, en al helemaal niet diachronisch, op de lange termijn. En biologie en geografie kwam al helemaal niet aan bod. Nochtans is de impact van mens op milieu en – vooral – omgekeerd dé eeuwige wet van de geschiedenis.’ Paarden, zwaarden en ziektekiemen is zijn klassieker en betekende zijn doorbraak, maar Ondergang is al even belangrijk. En van De wereld tot gisteren of De derde chimpanseeleer je veel relativeren van de Geschiedenis van Evenementen, geschreven door koningen, keizers en kardinalen. Geschiedenis van onderuit is zoveel boeiender en relevanter. Diamond schreef Big history avant la lettre. Hij was de eerste die een breed publiek bereikte met zijn analyses, en inspireerde ondertussen een hele generatie alfa- en betawetenschappers.’

Politiek & filosofie

Wido Bourel is van Frans-Vlaamse afkomst, maar woont al decennia in Vlaanderen. ‘Nu Big Brother in aantocht is,’ zo zegt hij ‘is Het woud als toevlucht van Ernst Jünger nog steeds een aanrader.’ Hij noemt het boek ‘een houding voor verzet hier en nu’, al dateert het origineel Der Waldgangal uit 1951.

Ook Dirk Rochtus zoekt het in Duitsland, al mag dat niet verrassen. De auteur doet dat misschien wel. Rochtus kiest voor Herbert Marcuse. Die ontvouwt in Vernunft und Revolution, Hegel und die Entstehung der Gesellschaftstheorie het beeld van Hegel als filosoof die het denken over de maatschappij revolutioneerde. De “Vernunft”, de Rede, is voor Hegel dialectisch en als dusdanig datgene wat de maatschappij in beweging zet.’

Ook Wim van Rooy vervloekt de vraag: ‘dat is een moeilijke, zo niet een instinker. Maar laten we proberen. Arthur Schopenhauers Parerga en Paralipomena is niet alleen nog steeds mijn favoriete lectuur maar deze verbale strooisels hebben me ook ingrijpend gevormd. Het is tegengif tegen alle “verbositeit”. De Schop neemt je mee in zijn gezond verstand-exercitie. Het is tegelijk literatuur en filosofie met veel common senseen geknor. Maar Arthur heeft altijd gelijk. Wie deze kleine filosofische geschriften (in het Nederlands 1436 bladzijden) mondjesmaat tot zich neemt, zal inzien dat Schopenhauer op een brisante en weergaloze wijze kleine studies over uiteenlopende onderwerpen onderneemt, de parerga (bijzaken) en paralipomena (zaken waaraan men stilzwijgend voorbijgaat). Maar het paradoxale is, dat deze parerga en paralipomena eigenlijk juist géén bijzaken zijn. Zo zit Arthur niet in elkaar. Ik heb deze aartspessimist er nooit op kunnen betrappen dat hij ongelijk had, zijn stijl is meeslepend en soms ontzettend grappig. Strooigoed en restanten, zo noemt vertaler Hans Driessen deze wonderlijke geschriften. De eerste druk verscheen in 1851; vele van deze puntige essays hebben nog steeds niets aan belang ingeboet, terwijl een tijdgenoot én rivaal als Hegel vandaag alleen nog door Fukuyama wordt geciteerd. Hegels gedachten (“kathederkolder” noemt Arthur het sardonisch) hadden volgens Schopenhauer veel weg van zeepbellen die de grond van de realiteit niet kunnen raken zonder uit elkaar te spatten. Brompotten hebben, in tegenstelling tot wat door iedereen wordt geloofd, altijd gelijk. Leve de knorpot: lees hem en geniet.’

U wil méér lezen? Eerder publiceerden we de voorkeur op het vlak van non-fictie en fictie van enkele Doorbraak-auteurs.

 

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties