JavaScript is required for this website to work.
post

Winst voor iedereen: Stiglitz versus zijn aanhangers

Luc Nijs8/12/2019Leestijd 6 minuten

foto © Gerd Altmann | Pixabay

In zijn nieuwe boek neemt Stiglitz het kapitalisme op de korrel. Niet het kapitalisme, maar de democratie is ziek, stelt Luc Nijs.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Academicus en nobelprijswinaar Joseph Stiglitz roert zich sedert jaren in de publieke arena, met name in zijn strijd tegen het ‘neoliberale denken’. Recent was hij in Amsterdam om zijn nieuwste boek (Winst voor iedereen: progressief kapitalisme in een tijd van onvrede) te promoten. Soms mag kapitalisme blijkbaar dan wel weer. Tja, het is nooit zwart of wit in de economie. Dat kan ook moeilijk anders vermits economie de kleindochter is van de filosofie. Heel wat anders ligt het voor Stiglitz’ aanhang, die hoofdzakelijk bestaat uit ideologisch links dat in zijn werken het argument ziet voor een dominante rol van de overheid in de economie. Links ziet in hem de nieuwe John M. Keynes, de 20ste-eeuwse grondlegger van het moderne staatsinterventionisme. Tussen Stiglitz en zijn achterban zit evenwel een ongezonde spagaat die wel eens wat explicieter benoemd mag worden.

De markt is niet efficiënt

De basisthesis van Stiglitz doorheen zijn werken is dat de markt niet efficiënt is zoals steeds wordt aangenomen. Dat de markt en dus het achterliggende kapitalisme meer moet worden gereguleerd en dat de overheid meer taken van algemeen belang naar zich toe moet trekken (onderwijs, kinderopvang, zorg,…) Stiglitz is een Amerikaan en schrijft vanuit de context van de VS. Het huidige marktdenken werkt maatschappelijk ontwrichtend, deregulering leidt tot allerlei monopolies of in elk geval concentratie van economische macht en draagt maatschappelijk bij tot ernstige vormen van ongelijkheid. Hij wijst daarmee steeds met opgeheven vinger naar die economische denkers (Hayek, von Mises en meer recentelijk Friedman) die het marktmodel verkiezen boven overheidsinterventie. Hun redenering is dat mensen een grote menigte keuzes vertegenwoordigen die de markt beter kan verwerken dan een overheid (coördinatie-argument). Daar is op zich niets mis mee.

Markten helpen zichzelf om zeep

Zijn basisthesis is dus dat de markt niet efficiënt is en dus niet (steeds) van nature voor een maatschappelijk optimale uitkomst zorgt. Historisch klopt dat: de Nederlandse historicus Bas van Bavel onderzocht hoe markten kwamen en gingen doorheen de eeuwen. En ja, eenmaal de gevestigde belangen de markt gingen manipuleren, trok die markt scheef en verdween ze, om plaats te maken voor een nieuwe markt. Markten helpen zichzelf dus om zeep. Dat zit eigenlijk besloten in het begrip markt. Waar een veelheid van meningen en wensen samenkomen die op een gegeven moment overschaduwd wordt door beter geconcentreerde belangen, trekken de constituerende partijen zich terug.

Het kan je alleen maar doen concluderen dat het marktmodel dus werkt als de veelheid van meningen, belangen, inzichten en wensen van alle partijen in de markt gerespecteerd blijft. Dat betekent dat ‘zaken van algemeen belang’ of zaken die ‘niet discretionair’ van aard zijn in de markt mogelijk niet de behandeling krijgen die ze verdienen. Dat is niet het gevolg van het failliet van het marktmodel en het bijbehorende kapitalisme, maar wel dat de markt niet de oplossing is voor elk denkbaar probleem.

De overheid helpt markten zelf om zeep

Stiglitz is dus prominent voortrekker van meer overheidsinterventie, meer regulering en uiteraard meer belastingen. Zijn achterban vergroot dat deel van zijn verhaal uit. In grote mate ten nadele van de rest van zijn denkbewegingen, namelijk dat het kapitalisme wel de motor blijft van de economie. De ondertitel van zijn nieuwste boek is niet voor niets: Progressief ‘kapitalisme’ in tijden van onvrede. Meer nog, er zijn ernstige vragen te stellen bij het functioneren van die overheid. Niet alleen is zij zelf ‘markt-staat’ geworden en is volgens bijbehorende neoliberale principes gaan werken tot meerdere eer en glorie van de mensen in het pluche. Zij is zelf een van de grote oorzaken waarom de markt niet behoorlijk functioneert op vele domeinen, zelfs daar waar ze dat wel zou kunnen. En dat zijn politieke keuzes.

Zo was het toch het te lange en te lage rentebeleid van de Fed na 9/11 dat ervoor zorgde dat kapitaal massaal en ongehinderd kon instromen in de Amerikaanse onroerendgoedmarkt. En dezelfde FED en zusterclub ECB met hetzelfde maar nog agressievere lage rentebeleid zorgt in recente tijden voor de grootste vermogensmigratie van spaarders naar schuldenaars in de geschiedenis van de mensheid, en dit onder het motto ‘vervelende bijschade’. Of denkt u dat een echte vrije markt de rente zo laag zou zetten, nadat in 2007-2009 de liquiditeit in de markt nagenoeg opdroogde? Het overeind houden van ‘zombiebanken’ het laatste decennium, die feitelijk tot op de bodem van hun balans failliet waren, is er nog zo eentje voor het lijstje.

Of het hersenloze subsidiëren van allerlei producten en activiteiten (zonnepanelen, electrische mobiliteit, innovatie…), dat nadien toch weer elders gecompenseerd dient te worden en – erger nog – ‘onzinnig’ bleek. De lijst is eindeloos. Zorg, oudedagsvoorzieningen, klimaatplannen,… het lijkt wel alsof Stiglitz geen idee heeft hoe gemankeerd de Europese welvaartsstaten feitelijk draaien met hun forse vormen van overheidsinterventionisme. Dat is geen kwestie van een falende markt, dat is een kwestie van falend overheidsinterventionisme en van de zwanenzang van de politieke industrie onder de paraplu van vrijemarktwerking. In de mate dat de markt efficiënt is, is de kans groter dat de overheid vergeten is wat algemeen belang precies betekent. De overheidsinterventionistische kerk verwijt de vrijemarktkerk ideologisch denkwerk. Polarisering ook hier. Maar vergeten we niet dat de overheidsinterventionisten hun eigen handelen ook rechtvaardigen, niet met principes van algemeen belang maar met neoklassieke wiskundige modelletjes.

Kapitalisme is geen ideologie

In de context van neoliberale bashing wordt het kapitalisme in neomarxistische termen als boeman weggezet. Technologie versnelt tegenwoordig de kapitaalsaccumulatie en zo krijg je het soort van schreiende ongelijkheid is dan de redenering. De nieuwste generatie Franse economen Emmanuel Saez en Gabriel Zucman in de VS maken hiermee furore, soms zelfs een beetje lachwekkend.

Dat gaat voorbij aan het feit dat het kapitalisme de enige methodologie is (ik zeg met opzet geen ideologie) die voor een zo’n aanzienlijke groep van de wereldbevolking welvaart heeft gebracht. Geen enkel ander model komt zelfs maar in de buurt. Maar een methodologie kan goed functioneren of niet, afhankelijke van wat je er mee doet en de kwaliteit van de input. Het is dus geen ideologie zoals wel eens verkocht wordt, maar een methode. De Duitse economisch historicus Werner Plumpe, wiens werk zwaar ten onrechte niet vertaald wordt in andere talen schreef eerder dit jaar daarover in zijn nieuwste boek Das kalte Herz: Kapitalismus: die Geschichte einer andauernden Revolution dat kapitalisme geen systeem of ideologie is, maar een spiegel van consumptie en verbruik. Dat sluit aan bij de gedachte dat economie nadenkt over schaarste in brede zin. Ondanks die schaarste heeft ze grote delen van de mensheid welvarender gemaakt vergeleken met decennia geleden. Maar kapitalisme is als methode ook beweeglijk en flexibel (de Poolse denker Zygmunt Bauman zou zeggen ‘liquide of vloeibaar’). Het is een beetje als excel: ‘garbage in is garbage out’.

Kapitalisme aanvallen is dus zwaar onbegrip tonen voor de diepte van het feitelijke probleem en de uitdaging. Het klopt wel een beetje: de opkomst van het rauwere kapitalisme sinds midden jaren 70 is hand in hand gegaan met een veranderend maatschappijmodel, het geestdodende individualisme en consumentisme, het verschroeiende seculiere denken over leven en dood, het staan van de mens buiten in plaats van in de natuur, autonomiestreven op de liberale maximumstand, de rol van mens tot medemens en uiteindelijk het vraagstuk van algemeen belang als spiegel van zingeving en de rol die publieke instellingen daarbij kunnen spelen. Het rauwe kapitalisme en sociologisch individualisme veroorzaakte dat allemaal, wordt wel eens gezegd, maar daar is geen bewijs voor. Voor de omgekeerde redenering helaas veel meer. We weten evenwel niet wat de langetermijneffecten zijn van het secularistisch denken, dat hebben we nog te goed van de toekomst, maar de horizon kleurt toch donker.

Robuustheid vereist spiegeling

De denkoefening die we moeten maken gaat dus uiteindelijk niet over ‘al dan niet’ kapitalisme of ‘al dan niet’ overheidsinterventie of vrije markt. Elk systeem dat op lange termijn robuust wil zijn, kan maar beter een zo goed mogelijke weerspiegeling zijn van de maatschappij die het vertegenwoordigt. Dat denkpatroon deel ik met de Braziliaanse ondernemer Ricardo Semler , die op basis van dat principe een heel nieuw bedrijfsmodel succesvol uitwerkte waarin het welzijn en de autonomie van zijn werknemers centraal staan. Pas je dat principe toe op publieke instellingen dan rijzen per direct pijnlijke vragen over het adequaat functioneren van de huidige democratie, de rol van de universiteiten, de media, justitie, de EU en andere internationale instellingen die nu functioneren achter een technocratisch schild opgetrokken door de politieke industrie. Kapitalisme bedreigt niet de democratie, maar de ernstig falende democratie bedreigt het optimaal functioneren van het kapitalisme. De rot zit duidelijk tot op de bodem in het democratische representatieve model uit de 18de eeuw dat we nog steeds toepassen en dat nooit de bedoeling had of heeft gehad een perfecte bespiegeling te zijn van de maatschappij en diens bezorgdheden.

Linkse luchtfietsers

Stiglitz’ extreme achterban bestaat uit linkse luchtfietsers die de ‘echte’ boodschap van Stiglitz eigenlijk fnuiken. Want het zijn deze jongens en meisjes die vandaag in naam van Stiglitz vragen voor meer overheidsinterventie, wetgeving en belastingen, die morgen weer uitgebreid het gemankeerde overheidsfunctioneren aanklagen. Lageresolutiedenkwerk en technocratisch compromisme in heel wat publieke vraagstukken en uitdagingen van algemeen belang hebben de laatste twee decennia veel meer schade aangericht  dan het kapitalisme zelf. Want ‘garbage in is garbage out’, weet u nog.

Luc Nijs is de bestuursvoorzitter en CEO van investeringsmaatschappij The Talitha Group en doceerde o.a. ‘Internationale kapitaalmarkten’ en ‘Bedrijfsfinanciering en -waardering’ aan de universiteiten van Leiden, Riga en Madrid. Hij is de auteur van een reeks boeken inzake internationale financiën, kapitaalmarkten, schaduwbankieren en aanverwante onderwerpen.

Commentaren en reacties