Barcelona, een jaar na de aanslagen
Veiligheid Catalaanse burger middenin politiek steekspel
Polemiek rond een spandoek op 17 augustus 2018.
foto © Doorbraak
De aanslagen in Barcelona vorig jaar lijken weinig te hebben veranderd in Spanje: de veiligheid van de burger blijft men gebruiken als een politieke speelbal in de twist tussen Spanje en Catalonië.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementAfgelopen vrijdag werden in Barcelona de aanslagen in Barcelona en Cambrils herdacht. Na een jaar is er weinig veranderd. De relatie van imam Abdelbaki es-Satty, het brein achter de aanslagen, met de Spaanse geheime diensten, waarvoor hij informant was, blijft nog steeds onduidelijk. Op de herdenkingsplechtigheid was ook de Spaanse koning Felipe VI aanwezig, waardoor de Catalaanse independentisten weigerden het evenement bij te wonen en dan maar een alternatief organiseerden. Wel hadden ze een republikeins spandoek opgehangen voor Felipe’s neus, tot grote verontwaardiging van de Spaanse media.
Het drama had groter kunnen zijn
De hoofdredacteur van de Catalaanse digitale krant Vilaweb.cat, Vicent Partal, beschreef in een reportage de 100 uren die nodig waren om de dader van de aanslag aan de Ramblas (Engelse versie), Younes Abouyaaqoub, uiteindelijk op te sporen. Een landelijke patrouille van de Catalaanse politie, de Mossos d’Esquadra, ging na een tip naar hem op zoek op een plattelandsweg bij een klein bos. De terrorist ging de agenten tegemoet met een mes en een namaak explosievengordel. ‘Allahoe akbar’ schreeuwend, werd hij uiteindelijk neergeschoten en uitgeschakeld.
Met de dood van Abouyaaqoub werd de terroristische bende definitief ontmanteld. Van de tien leden zouden acht ervan het niet overleven. De eerste drie doden onder hen vielen al op 16 augustus in Alcanar, een dag voor de aanslagen, bij een chemische ontploffing die toen nog werd toegeschreven aan drugsproductie. Enkele maanden voordien was niet ver van deze plaats een soortgelijke ontploffing gebeurd in een illegaal drugslabo, waardoor de politie initieel op een dwaalspoor zat. De chemicaliën en gasflessen moesten echter dienen voor een aanslag van een zwaarder kaliber, waardoor het aantal slachtoffers in Barcelona nog hoger had kunnen zijn. Door een vergissing bliezen es-Satty en twee kompanen echter zichzelf in de lucht.
Onbeantwoorde vragen
Abdelbaki es-Satty was een ordinaire crimineel die zich omturnde tot radicale imam. Zo was hij in 2002 al opgepakt voor mensensmokkel en in 2010 voor drugshandel, waarvoor hij vier jaar gevangenis uitzat. Na zijn verblijf in de gevangenis, ging hij in 2016 zijn geluk zoeken als imam in Vilvoorde, waar hij echter gewantrouwd werd door de lokale moslims en de politie. Daardoor keerde hij terug naar Catalonië, waar hij in Ripoll wel aan de slag ging als imam en er de kans kreeg een groepje lokale jonge moslims te radicaliseren.
Rond deze spilfiguur blijven heel wat vragen onbeantwoord. Bij de gasexplosie in Alcanar diende zich ter plaatse een onderzoekseenheid aan van de Guardia Civil, die de Mossos aanbood het onderzoek over te nemen. Deze weigerden het ongebruikelijke verzoek, aangezien in Catalonië de Mossos verantwoordelijk zijn voor dergelijk misdaadonderzoek (de Guardia Civil bewaakt er enkel de grensovergangen). Na de aanslagen berichtten de media dat es-Satty in de gevangenis gerekruteerd was door de Spaanse geheime dienst CNI. Maanden voor de aanslagen was de Spaanse politie ook verschillende keren op zoek gegaan naar de imam in Ripoll, waarvan ze het spoor bijster was. Es-Satty leefde ondertussen ondergedoken in Alcanar, waar hij de aanslagen aan het voorbereiden was. Tot vandaag weigeren de Spaanse regering en parlement de rol van es-Satty binnen de CNI te onderzoeken. Alle onderzoek wordt geblokkeerd.
Uitgesloten Mossos
Het probleem? De Mossos wisten officieel niets af van es-Satty. De Mossos zijn immers uitgesloten uit zowel het Spaanse Intelligentiecentrum tegen Terrorisme en Georganiseerde Misdaad (CITCO) als uit Europol, in tegenstelling tot de Baskische regionale politie Ertzaintza. Het voorval met Hans Bonte, de burgemeester van Vilvoorde, duidt het probleem aan. Als de Mossos al enige informatie hadden gekregen over es-Satty, was het dankzij een informele informatie-uitwisseling tussen twee agenten. Hoewel de Mossos de wettelijke verplichting hebben alle informatie te delen met de Spaanse politiediensten, bestaat deze verplichting niet in de andere richting. Een jaar na de aanslagen weigert de Spaanse regering nog steeds de Mossos op te nemen in het CITCO en Europol.
Het probleem met de Mossos gaat nog dieper. De Catalaanse regering zit in zodanige geldnood dat het nauwelijks nieuwe agenten kan aanwerven. Wat eerst nog moet goedgekeurd worden door de Spaanse regering. Voor de aanslagen vorige zomer weigerde de Spaanse regering nog de 500 geplande aanwervingen te laten doorgaan, terwijl de laatste aanwervingen al van 2012 dateerden. De Generalitat moest met 50 genoegen nemen, tot na de aanslagen. Enkele maanden nadien, toen de Spaanse regering de Catalaanse autonomie had opgeheven en overgenomen, werden dan toch 455 extra plaatsen toegelaten.
Het is een druppel op een hete plaat: terwijl de Catalaanse regering voor de financiële crisis –die in Spanje blijft naslepen– als doelstelling had dat de Mossos tegen 2015 18.267 agenten moesten tellen, moet het zien rond te komen met 16.610 overwerkte agenten. Catalaanse media berichtten vorig weekeinde dan ook dat het politiekorps zich in een limietsituatie bevindt.
Polemiek in Barcelona
De nacht voor de herdenkingsplechtigheid op 17 augustus hadden de Mossos echter wel de tijd om een gebouw op de centrale Plaça de Catalunya van Barcelona te belegeren. Enkele ANC-militanten hadden er –met toestemming van de eigenaar– een spandoek gehangen aan de gevel met de slogan (in het Engels): ‘De Spaanse koning is niet welkom in de Catalaanse landen.’ De vertegenwoordigster van de Spaanse regering had de Mossos de opdracht gekregen om het spandoek te verwijderen. Zonder gerechtelijk bevel probeerde een klimeenheid van de Mossos eerst binnen te dringen via de ingang onderaan. Toen dat niet lukte, slaagden ze erin via een zijingang binnen te dringen en via het dak een stuk van het spandoek lost te maken, terwijl de ANC-militanten beneden alles filmden. De Mossos slaagden echter niet in hun opzet en moesten afdruipen.
’s Anderendaags bleek dat de boycot van de herdenkingsplechtigheid door de independentisten effect had. Nauwelijks een 200 tot 300 koningsgetrouwen waren in rood-geel-rood naar het plein afgezakt, waar het spandoek de gemoederen verhitte. Tijdens de plechtigheid werd een van de Catalaanse sprekers uitgejouwd. ‘In het Spaans, verdomme!’ en ander fraais werd haar naar het hoofd geslingerd. De koning was niet de enige die het schaamrood op de wangen had op 17 augustus. Zowel de regionale minister Miquel Buch als minister-president Quim Torra probeerden uit te leggen aan het publiek hoe de Mossos, buiten de officiële bevelstructuur en zonder gerechtelijk bevel, een spandoek wilden weghalen. Het officiële excuus geldt dat de Mossos er waren om zich van de veiligheid ervan te verzekeren. In werkelijkheid lijkt de Catalaanse regering zwakker dan ooit en moet het zich gedwongen plooien naar de bevelen uit Madrid.
Alternatieve herdenking
De Catalaanse independentisten organiseerden ’s avonds een alternatieve herdenking bij de gevangenis van Lledoners, waar de voormalige regionale minister van Binnenlandse Zaken, Joaquim Forn, nog altijd in voorhechtenis zit. Duizenden trotseerden er de regen om hulde te brengen aan de slachtoffers en majoor Josep-Lluís Trapero, de commandant van de Mossos die de politionele operaties op en rond 17 augustus 2017 leidde. Op 28 oktober 2017 werd hij afgezet door de Spaanse regering, die hem verweet de Mossos niet ingezet te hebben om het onafhankelijkheidsreferendum te verhinderen. Hij wordt momenteel ook vervolgd door het Spaanse gerecht. De aanklacht luidt: opstand en criminele organisatie.
Tags |
---|
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.