‘Bijna zo hoog als de Onze Lieve Vrouwetoren’
Het bijna-lelijkste gebouw van Europa krijgt er nog een paar verdiepingen bij
De Antwerp Tower
foto © Reporters
In plaats van de ‘betonvlaming’ te culpabiliseren in zijn zoektocht naar ruimte, zou de overheid beter eens zelf wat gedrochten opruimen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementIk ben de grootste Antwerpse chauvinist, meer nog dan de volbloedsinjoor, omdat mijn ouders in mijn kleutertijd vanuit West-Vlaanderen naar de Scheldestad migreerden en ik daar mits volledige assimilatie liefdevol werd opgenomen, om die stempel met bijbehorend accent nooit meer kwijt te geraken. Alle nieuwtjes over Antwerpen weerhouden dan ook mijn bijzondere aandacht en kunnen rekenen op instant respons.
InDe Standaard werd het voorbije weekend de loftrompet gestoken van de Antwerp Tower, een torengebouw in renovatie vlak naast de opera. Het moet met 20 verdiepingen het op één na hoogste gebouw van de Sinjorenstad worden, na de kathedraal (123m). Het artikel leest als iets uit een promotiefolder, geschreven na een paar glazen gratis bubbels. Gewillig laat journaliste Elien Van Wynsberghe zich gidsen door projectleider Steven Vanderghote en businessmanager Luc Van Rysseghem van aannemer Matexi. ‘Het panoramisch uitzicht is op zijn zachtst uitgedrukt fenomenaal‘, juicht Elien. ‘De noordkant is mijn favoriete kant’, valt Vanderghote haar bij. ‘Van hieruit zie je de haven, het MAS, het Operaplein, en af en toe zie je een schip Antwerpen binnenvaren.’ Neen toch.
De dolle jaren ’60 en ‘70
Aan de onderkant van de toren, waar geleefd, gewandeld, gewinkeld wordt, is het minder waw. Want het construct, daterend van 1974, staat sinds 2012 op de lijst van de 18 lelijkste gebouwen van Europa, opgesteld door webstek Stedentripper. Effectief: een wolkenkrabber naast de opera, hij staat daar als een reusachtige presse-papier plompverloren te vloeken met alles in de wijde omgeving. Door de ruimtelijke wanverhouding is het een enorme tochtplek geworden die de as Stationsplein-Keyserlei-Operaplein permanent in een gure herfstsfeer dompelt, ook midden in de zomer. De Sinjoor heeft het ding nooit aanvaard, de toerist kijkt er verbouwereerd tegen aan en probeert het niét in de lens te krijgen.
Twee architecten tekenden voor het misbaksel: architecten Jozef Fuyen en Guy Peeters, beiden notoire vrienden van betonboeren én kind aan huis bij Stedenbouw. Want de echte verantwoordelijke voor deze miskleun is natuurlijk de vergunnende overheid. Antwerpen heeft in de jaren ’60 en ’70, onder een vrijwel homogeen socialistisch bestuur met de legendarische Lode Craeybeckx als burgemeester, een ware kaalslag ondergaan. Het tabula rasa-sfeertje van de late jaren ’60 sloeg om in een modernistische megalomanie én vernielzucht. Complete historische sites moesten er aan geloven en werden vervangen door grootse landmarks die vooral de lokale potentaten dienden te vereeuwigen. Iets gelijkaardigs heeft zich toen ook in Brussel afgespeeld, met als drijvende kracht projectontwikkelaar Charly De Pauw, bijgenaamd King Parking en boezemvriend van toenmalige schepen van stedenbouw Paul Vanden Boeynants.
Ook de Antwerp Tower is het resultaat van de verticale betonwoede uit die tijd. Maar het huidige Antwerpse stadsbestuur heeft de kans gemist om een en ander recht te zetten. Overal waar projectontwikkelaar Matexi opduikt, staat erfgoed onder druk en worden skylines om zeep geholpen. Zoals het DS-artikel al doet vermoeden, draait de pers- en communicatie-afdeling van het bedrijf voortreffelijk. In werkelijk geen enkel medium, behalve eentje in Apache, kon ik een kritische bemerking vinden over wat als een van de lelijkste gebouwen van Europa wordt beschouwd. Maar Matexi en consoorten kennen geen schaamte, voor hen telt alleen het grote geld.
Stinkende potjes
Mij dus een raadsel waarom geen bouwmeester, stadsarchitect of bewindsvoerder op het idee is gekomen om het gedrocht met de grond gelijk te maken. Zoveel middelen besteden aan stadsvernieuwing, het Operaplein, de Leien, en dan eindigen bij dit: begrijpe wie kan.
Dit is gewoon georganiseerde verloedering, met volle medewerking van het beleid. Zo’n hoogbouw, in hoofdzaak bestemd voor kantoorruimte, is iets dat aan de stadsrand nabij de Ring thuishoort, niet in het hartje van de stad. In de coulissen en aan de fornuizen wordt evenwel anders beslist: men herinnert zich nog het stinkend potje van Land Invest, dat tegen alle adviezen in ook aan hoogbouw mag beginnen aan de Tunnelplaats, en waar lijnen van de Luikse PS en de Antwerpse N-VA samenkomen, naast innige banden met de ondertussen veroordeelde Jeroen Piqueur en zijn Optima Bank. Politiek en immobiliën, ze blijven mekaar vinden in achterkamertjes.
De West-Vlaamse (!) vastgoedontwikkelaar Matexi, die dus de Antwerp Tower mag oplappen, is evenmin onbesproken. Via zijn naderhand failliet verklaarde dochterbedrijf Vitare ontleende het bedrijf 42 miljoen euro aan de Vlaamse overheid, voor sociale huisvesting, om gronden aan te kopen. Een bedrag dat naar Matexi werd doorgesluisd en nooit werd terugbetaald. 42 miljoen euro gestolen budget voor sociale woningbouw, terwijl er 135.000 mensen op de wachtlijst staan. Niettemin staan overheden in de rij om met deze promotor scheep te gaan, ranzige westfluten, rasgenoten waar ik niks mee wil te maken hebben.
Afkeer van ruimtelijke planning
Ik wil dit desastreus beleid inzake ruimtelijke ordening ook aankaarten omdat de Vlaming door bouwmeesters en allerlei experten een schuldcomplex wordt aangepraat. Uitgerekend in dezelfde De Standaard van dat weekend, krijgen we het over ons heen. We zouden teveel ruimte verspillen, de stad ontvluchten en een lap grond op de buiten willen zoeken om onze fermette neer te poten, liefst mét SUV op de parking want niets is op wandelafstand bereikbaar. Wel ik zeg u: via miskleunen als de Antwerp Tower, én alle onzindelijke verhalen van belangenvermenging, zal de baksteenreflex van de Vlaming alleen maar groter worden, evenals zijn afkeer van ruimtelijke planning en bouwmeesters die ons een nieuwe manier van leven willen opleggen.
Mocht de overheid al eens wat schoonheid in de publieke ruimte creëren, en wat minder konkelfoezen met projectontwikkelaars, dat ware al een goed begin. Helaas, de overheid creëert lelijkheid, mist verbindende architectuur en beheert als een slechte huisvader. Mocht er nog eens iemand een boom over identiteit willen opzetten: aan de hoek van de Keyserlei en de Frankrijklei staat de grootste ontkenning daarvan. Als nieuwe bijdrage aan de Vlaamse canon kan ik dan ook zeker Oh Lieve Vrouwe Toren van La Esterella aanbevelen, mits één toegevoegd couplet:
Oh Lieve Vrouwe Toren
Niet langer schittert gij op de Scheldetroon
In de stad waart nu de betonnen Antigoon
Met dank aan de snode bouwpromotoren
Categorieën |
---|
Tags |
---|
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Het tumult na de lokale verkiezingen legt een aanslepend democratisch deficit in Vlaanderen bloot. Het cordon blijft het grote pijnpunt.
Waterramp in Spanje gebeurde in gebied waar meer dan 50 dammen gesloopt zijn.