JavaScript is required for this website to work.
post

Boeken, rozen en vrijheid

Een dagje Barcelona

Joris Raymaekers30/4/2015Leestijd 9 minuten

Joris Raymaekers, een van onze Doorbraak-medewerkers in Barcelona, meet de politiek temperatuur op de Diada de Sant Jordi. 

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Barcelona, 23 april. Diada de Sant Jordi, hoogdag van de patroonheilige van Catalonië. Doorbraak liep een dagje door de straten van Barcelona en mat de temperatuur op van het Catalaanse politieke proces.

Boeken en rozen

De legende of het sprookje van Sant Jordi of ‘Sint-Joris en de draak’ is u allicht wel bekend. De nobele ridder op het witte paard die de mooie prinses en haar volk bevrijdt van de terreur van eenverschrikkelijke draak. Uit het bloed van het beest groeit bovendien een prachtige rozenstruik en Sant Jordi plukt de mooiste rode roos om die te schenken aan de prinses. Vandaar, aldus de populaire overlevering, het gebruik dat elke Catalaan op de dag van Sant Jordi een roos schenkt aan z’n geliefde.

Tegelijk is 23 april ook door UNESCO uitgekozen tot de internationale dag van het boek en de traditie wil dat het centrum van Barcelona dan verandert in een grote boekenbeurs in openlucht. Studenten en verenigingen allerhande proberen wat bij te verdienen met de verkoop van rozen en tweedehandsboeken en de grote winkelketens en radio- en televisiestations lokken het publiek met signeersessies en interviews met bekende koppen en internationaal befaamde schrijvers zoals John Banville, James Ellroy of Ken Follet.

Terwijl de officiële Catalaanse feestdag op 11 september een politiek karakter heeft is het feest van de boeken en de rozen vooral een cultuurfeest. Wijzend op het feit dat een goeie 70% van de Catalanen van niet-Catalaanse origine is, prijst de Catalaanse president voor de verzamelde internationale pers la diada de Sant Jordi ook als ‘een feest van broederschap en sociale cohesie’ dat alle Catalanen delen, ongeacht afkomst, taal of religie.

Maar hoewel boeken en rozen op deze dag centraal staan is het Catalaanse politieke proces is nooit ver weg. Politici laten zich nadrukkelijk zien in de straten en op korte afstand van elkaar bevinden zich de standjes van de politieke partijen en burgerbewegingen pro en contra onafhankelijkheid. Elk heeft z’n eigen publiek en sommigen zijn al wat actiever dan anderen maar van de spanningen die het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven volgens sommigen zou veroorzaken is evenwel geen spoor.

Tegen de avond duiken in zowat alle media de lijstjes op van de meest verkochte boeken en ook daaraan merk je dat de onafhankelijkheidsgedachte de geesten blijft beroeren. Het meest verkochte non-fictie is boek is És l’hora dels adéus (‘Tijd voor het afscheid’) van Xavier Sala i Martín, professor economie aan de Columbia University in New York en een van de bekende gezichten van de onafhankelijkheidsbeweging. In het boek en bij z’n presentaties overal te lande vergelijkt Xala i Martín op een bevattelijk manier wat de kosten en baten zijn van een Catalonië binnen de Spaanse staat met de kosten en opportuniteiten van de Catalaanse onafhankelijkheid. Al sinds september van vorig jaar is het een van de meest verkochte titels en ook verderop in de top tien van de non-fictie zitten nog twee andere boeken uit het subgenre over het proces.

Politieke strijd

Het is niet altijd eenvoudig om als buitenstaander te achterhalen waar het diepgewortelde Catalaanse autonomiestreven precies vandaan komt maar het feit dat Sant Jordi, een mythische held die symbool staat voor kracht, doorzettingsvermogen, strijd en vrijheid, al vijf eeuwen lang deel uit maakt van de Catalaanse cultuur is misschien wel een veelzeggend gegeven. De Catalaanse dichter Joan Maragall zei daarover (vrij vertaald): ‘Wanneer een volk een held kiest als patroonheilige, is dat omdat het voortdurend snakt naar het herbeleven van het heldendom. Met vreugde en feest heeft het niet genoeg, het gaat telkens opnieuw op zoek naar het hernieuwen van de strijd en de overwinning.’

Vanuit die optiek hoeft het dan ook niet te verbazen dat de Catalaanse president Artur Mas in zijn televisietoespraak appelleert aan de geestdrift en vechtlust van Sant Jordi bij het opsommen van de enorme uitdagingen waar Catalonië dezer dagen voorstaat. De ‘draken’ waar Catalonië mee moet afrekenen zijn, aldus Artur Mas, de torenhoge werkloosheid en – mede daarom – de Spaanse staat.

Een staat van ‘lage democratische kwaliteit’ die niet alleen de Catalanen het zelfbeschikkingsrecht ontzegt maar die zich ook, aldus de Catalaanse regering, actief inzet om het Catalaanse zelfbestuur uit te hollen en te degraderen. Een staat die bovendien leidt aan ‘politieke myopie’ en niet bereid is om in de feiten de Catalaanse taal en cultuur afdoende te respecteren en te beschermen. Een staat ook die systematisch onderinvesteert in Catalonië en aan de regio jaarlijks disproportioneel veel middelen onttrekt tot ver voorbij de grenzen van wat men redelijkerwijs als solidariteit kan beschouwen. Kortom, een onwaardige behandeling die de eerste en meest open economie van Spanje niet langer kan noch wil ondergaan.

Stemmen en ‘public relations’

In hun strijd tegen die Castiliaanse draak beschikken de Catalanen over twee wapens: stembussen en (publieke) diplomatie. De eerste speldenprik werd uitgedeeld met het symbolische referendum van 9 november vorig jaar en binnen de onafhankelijkheidsbeweging leeft de hoop dat na de lokale verkiezingen op 24 mei nog meer steden, gemeenten en deputaties zich zullen inzetten voor de onafhankelijkheid via de koepelvereniging Associació de Municipis per la Independéncia. (AMI telt momenteel 710 aangesloten steden en gemeenten (op een totaal van 947) en dekt ongeveer 45% van de bevolking). De ultieme stembusslag zou dan moeten volgen op 27 september met de onafhankelijkheid als inzet van de zogenaamd plebiscitaire verkiezingen. Al zou er nog geschoven kunnen worden met die datum want het akkoord tussen de centrumrechtse federatie van president Mas, CiU, en de linkse oppositiepartij Esquerra Republicana (ERC) bevat een aantal voorwaarden die nog moeten worden getoetst aan de feiten. Namelijk, parlementaire steun voor een aantal regeringsinitiatieven en het geven van prioriteit aan coalities tussen CiU en ERC op lokaal niveau indien de uitslag van de verkiezingen dat toelaat. Ook de full de ruta, de gemeenschappelijke routekaart die uitstippelt hoe de ordentelijke secessie moet worden voltrokken in een periode van 18 maanden, zit nog in de fase van het pre-akkoord.

Eerder kon u in Doorbraak al lezen (Het Huiswerk van de Catalanen, deel 1endeel 2)dat de Catalaanse partijen heel wat huiswerk op de plank hebben liggen en dat betekent dat er nog voor de zomer voldoende kansen zijn om het Catalaanse politieke proces te versterken dan wel te torpederen. Bovendien duiken er ook steeds meer geruchten op dat de Spaanse premier Rajoy met de gedachte speelt om de Spaanse parlementsverkiezingen te doen samenvallen met de Catalaanse. De Catalaanse president waarschuwde alvast voor dergelijk scenario en sluit in dat geval een herziening van het akkoord met Esquerra Republicana niet uit.

Het andere wapen dat de Catalaanse regering, de soevereinistische partijen en de middenveldorganisaties kunnen hanteren is de internationalisering van het Catalaanse politieke proces. Een van de argumenten van de Spaanse regering is precies dat het Catalaanse independentisme een tijdelijk en intern fenomeen is waar noch Europa noch de Verenigde Staten veel aandacht aan moet besteden. Een argument dat weinig indruk maakt en door de feiten wordt ontkracht. De Duitse, Franse en vooral de Angelsaksische pers volgen Catalonië met argusogen en de Catalaanse president reisde enkele weken geleden nog naar de Verenigde Staten waar hij, niet voor het eerst, naast zijn officiële agenda een rist discrete ontmoetingen had met invloedrijke adviseurs van het Amerikaanse Congres en het Witte Huis. Barcelona is bovendien – na Hong Kong, Hamburg en New York – de stad met de meeste diplomatieke consulaten. In de hoofdsteden die er echt toe doen kennen dus ondertussen zowat alle belangrijke diplomaten, politici, opiniemakers, think tanks en financiële instellingen de positie en de plannen van de Catalaanse regering. Het feit dat de meeste landen zich dan ook neutraal opstellen en nauwelijks publieke verklaring afleggen die expliciet ingaan tegen Catalaanse verzuchtingen is in de ogen van de Catalaanse president  ‘opmerkelijk en positief’, rekeninghoudend met de grote druk die door de wijdvertakte Spaanse diplomatie wordt uitgeoefend op buitenlandse instellingen, regeringen, parlementen en media.

Soufflé

In de eerste maanden van dit jaar is al dan niet terecht de indruk ontstaan dat het Catalaanse onafhankelijkheidsstreven aan het wegdeemsteren was. Velen voorstanders klagen inderdaad over het vermoeiende gebikkel binnen en tussen de pro-onafhankelijkheidspartijen en er heerst heel wat scepticisme over de capaciteit en wil van de Catalaanse politieke leiders om het proces van nationale transitie te vervolmaken. Een aantal fel betwiste opiniepeilingen versterkten bovendien de indruk van een beweging op de terugweg. Tegenstanders gebruiken dan ook graag de beeldspraak van de soufflé die stilaan in elkaar stuikt. Bij andere commentatoren is dan weer te horen dat het proces een tijdje latent is geweest in afwachting van een definitieve doorbraak op het partijpolitiekefront.

Feit is in elk geval dat de respectieve campagnes zich stilaan weer op gang trekken. De voorbije week bijvoorbeeld verspreidde de Assemblea Nacional Catalana (ANC) 500 000 gratis kranten in Barcelona en Tarragona met artikels van bekende gezichten waarin werd uitgelegd hoe en waarom de onafhankelijkheid tot sociale vooruitgang kan leiden. Ook de Societat Civil Catalana (SCC), het niet onbesproken vlaggenschip van de unionisten, publiceerde paginagrote advertenties in zowat alle grote kranten met de slogan Junts i millor (Samen en beter).

Die SCC liet zich op de avond van Sant Jordi trouwens opnieuw van z’n minst fraaie kant zien door op een bijeenkomst de plannen van de onafhankelijkheidsbeweging om op 11 september opnieuw één van Barcelona’s grootste lanen te vullen met een miljoen manifestanten te vergelijken met de intrede van de troepen van Generaal Franco in 1939. Een zoveelste voorbeeld van de zogenaamde guerra bruta die een sereen debat in de weg staat en waarmee men eerder al het Catalaanse independentisme trachtte te linken aan corruptie, de Baskische terreurorganisatie ETA, het nazisme en – recent nog bij monde van de Spaanse minister van Binnenlandse Zaken – het jihadisme. Het dependentisme of unionisme is uiteraard een legitieme politieke optie maar het voortdurend trachten in diskrediet brengen, minachten en criminaliseren van de even legitieme aspiraties van het independentisme ondersteunt toch vooral de bewering van de Catalaanse regering dat de verdedigers van de Spaanse staat telkens opnieuw getuigen van een weinig democratische houding.

Bijkomend probleem voor het unionisme is dat niemand er in slaagt, ook niet het zogenaamde Fòrum Pont Aeri, de discrete ontmoetingen van een aantal Catalaanse en Spaanse politici en bedrijfsleiders, om voorstellen te formuleren die Madrid en Barcelona dichter bij elkaar kunnen brengen. De conditio sine qua non voor de Catalanen, een referendum over de onafhankelijkheid, is alleen aanvaardbaar voor de kleine links-radicale Izquierda Unida, een partij die straks bij de Spaanse parlementsverkiezingen van de kaart dreigt te verdwijnen door de steile opgang van het links-patriottische Podemos. Beloftes over een plurinationaal Spanje (Podemos) of een grondwetshervorming in federale richting (PSOE, socialisten) zijn bijzonder vaag en dubbelzinnig. De conservatieve Partido Popular (PP) van premier Rajoy en die andere nieuwe mediagenieke sensatie Ciudadanos (van origine een Catalaanse partij met negen zetels in het Catalaanse parlement) denken dan weer vooral aan het hercentraliseren van bevoegdheden, het inperken van het gebruik van de Catalaanse taal in het onderwijs of het droogleggen van de Catalaanse openbare omroep.

Met andere woorden, ook al worden de machtsverhouding in het Spaanse parlement straks grondig door elkaar geschud, de laatste hoop van enkele Catalaanse (con)federalisten, dan nog is het weinig waarschijnlijk dat er een solide meerderheid kan worden gevormd die een aantrekkelijk voorstel aan Catalonië zou willen en kunnen doen. De weg naar onafhankelijkheid is beslist geen idyllisch rozenpad maar bij gebrek aan een waardig en aanvaardbaar alternatief is het in de ogen van steeds meer Catalanen zeker het proberen waard en de enig overgebleven oplossing.

Gemeenteraadsverkiezingen

De dag na Sant Jordi organiseerde de Assemblea Nacional Catalana (ANC) z’n eerste grote bijeenkomst van het jaar in het Palau Sant Jordi, met 16 000 plaatsen een van de grootste zalen van de stad. Een bijeenkomst die draaide rond de aanwezigheid van een 700-tal kandidaatburgemeesters die zich schaarden achter een manifest voor de onafhankelijkheid. De gemeenteraadsverkiezingen op 24 mei draaien uiteraard in de eerste plaats om de lokale uitdagingen maar winst of verlies van de pro-onafhankelijkheidspartijen zal ongetwijfeld worden aangegrepen om interpretaties te maken over de gezondheid van het Catalaanse politieke proces.

Afgaand op het aantal kandidaturen die werden ingediend is er alvast een duidelijke tendens: de pro-onafhankelijkheidspartijen CiU, ERC en Candidatura d’Unitat Popular (CUP) presenteren 116 lijsten meer dan in 2011. De som van de lijsten van Partido Popular (PP), Partit Socialista Catalan (PSC), Ciutadans en de groen-linkse Iniciativa Verds (ICV) telt 205 eenheden minder.

In de symbolisch belangrijke àrea metropolitana van Barcelona is het afwachten of de fel gehypete kandidatuur Barcelona en Comù, een samengaan van ICV, Podemos en andere linkse partijtjes, echt kan doorbreken en de balans kan doen overhellen in het voordeel van de dependentisten.

Opmerkelijk is alvast dat die kandidatuur zich in Barcelona-stad kant tegen de Catalaanse onafhankelijkheid terwijl een haast identieke lijst in de derde stad van Catalonië, Badalona, zich wel als voorstander van een onafhankelijk Catalonië presenteert. Elke stad of dorp heeft zo z’n eigen dynamiek maar dergelijke verschillen zijn geen uitzondering en tonen hoe het onafhankelijkheidsstreven sommigen partijen in een oncomfortabele spreidstand doet terecht komen.

De bijeenkomst van ANC in het Palau Sant Jordi bracht ook opnieuw de spanningen binnen de federatie Convergència i Uniò (CiU) aan de oppervlakte. De partij van president Artur Mas, Convergència, heeft al een tijd geleden de omslag naar het independentisme gemaakt maar de kleine christendemocratische partner Uniò moet z’n positie nog bepalen via een intern referendum op 14 juni en die interne strijd is voor iedereen duidelijk zichtbaar. Terwijl de voorzitter van Uniò via Twitter ANC opnieuw bekritiseerde als ‘een organisatie zonder parlementaire vertegenwoordiging’ zat er in het Palau Sant Jordi een uitgebreide delegatie van lokale en nationale mandatarissen van z’n eigen partij. Dergelijke tegenstrijdige communicatie vreet uiteraard aan de geloofwaardigheid en speelde Convergència i Uniò ook al parten bij de Catalaanse parlementsverkiezingen in 2012. Het is dus niet ondenkbaar dat straks om dezelfde reden een aantal burgemeestersjerps verloren gaan. Een factor die dan allicht ook een invloed heeft op het interne referendum bij Uniò en het al dan niet voortbestaan van de federatie CiU.

2017

Indien het scenario uit het routeplan dat de pro-onafhankelijkheidspartijen aan het uitwerken zijn werkelijkheid word, is Catalonië ten laatste in maart 2017 een nieuwe onafhankelijke staat. Maar om aan de onderneming te kunnen beginnen is een duidelijk democratisch mandaat onontbeerlijk en met een onzeker parcours voor de boeg blijft het onmogelijk om voorspellingen of boute uitspraken te doen. Niemand in Catalonië lijkt momenteel precies te kunnen zeggen hoe en wanneer dit Catalaanse politieke proces zal aflopen en meningen over het exacte einddoel, leiderschap, methodologie en tempo zijn er in overvloed. En toch. Wie goed kijkt en luistert kan niet heen om de alomtegenwoordige uitingen van een groot en gedeeld verlangen dat zit vervat in het opschrift van de mozaïek van Sant Jordi aan de gevel van het opvallende Casa de les Punxes aan de Avinguda Diagonal in Barcelona: Sant Patró de Catalunya, torneu-nos la llibertat. (‘patroonheilige van Catalonië, geef ons onze vrijheid terug’).


Foto © Reporters

Doorbraak publiceert graag en regelmatig artikels die door externe auteurs worden aangebracht. Deze auteurs schrijven uiteraard in eigen naam en onder eigen verantwoordelijkheid.

Commentaren en reacties