JavaScript is required for this website to work.
post

Boekvoorstelling en colloquium Gravensteengroep in het Vlaams Parlement – zaterdag 2 juni 2012

Land op de tweesprong

Frank Thevissen3/6/2012Leestijd 7 minuten

Op zaterdag 2 juni overhandigde Karl Drabbe van uitgeverij Pelckmans, in een volle zaal De Schelp van het Vlaams Parlement, het eerste exemplaar van de gebundelde manifesten van de Gravensteengroep aan Etienne Vermeersch. Land op de tweesprong. Manifesten ter ontgrendeling van Vlaanderen (Pelckmans, 2012. 183 blz.) is een fraai uitgegeven verzameling van de tien manifesten die het informele collectief van progressieve en kritische Vlamingen tussen 2008 en 2012 publiceerde. De uitgave, onder redactie van Jean-Pierre Rondas, omvat ook een veertiental tussenteksten van onder meer VUB-filosofe Tinneke Beeckman, regisseur Jan Verheyen en cabaretier Dirk Denoyelle en een dertigtal landschapsfoto’s uit de reeks De vervreemding van Johan Swinnen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Sedert haar oprichting in 2008 ondertekenden al 14 000 burgers het Gravensteenmanifest, en dat alles ‘zonder geld, zonder media en zonder mutualiteit’. Alle 300 zitplaatsen in De Schelp van het Vlaams Parlement werden dan ook in geen tijd ingenomen om dit colloquium bij te wonen, met op de eerste rij, nagenoeg de voltallige Gravensteengroep.

Gewezen Klara-producer, Jean-Pierre Rondas en Karl Drabbe schetsten in hun inleidingen de ontstaansgeschiedenis van de Gravensteengroep: in 2008 bracht journalist Chris Michel, ‘de ware stichter van de Gravensteengroep’, in de schaduw van het Gentse Gravensteen, een gevarieerd gezelschap van progressieve Vlamingen samen – Drabbe duidde ze in zijn inleiding aan als de ‘unusual suspects’: niet de klassieke flaminganten, nationalisten of Vlaamse Bewegers – om stelling te nemen tegen het vernauwende media- en opinieklimaat dat het etiket ‘Vlaams’ systematisch verdacht maakt om het vervolgens in de rechtse, extreemrechtse en racistische verdomhoek te drummeneen uitgelezen vluchtpad van tegenstanders om het debat en de kritische reflectie over de Belgische natie uit de weg te gaan.

De Gravensteengroep was het concrete antwoord op ‘de hypocriete actie’ van de vakbonden die eind 2007 opriepen om de solidariteit te redden en daarbij het solidariteitsbegrip gijzelden en monopoliseerden. In volle Leterme-crisis (februari 2008) publiceerde de Gravensteengroep zijn eerste manifest dat in linkse en belgicistische kringen insloeg als een bom. Sindsdien volgden nog negen teksten met een steeds strengere beoordeling van de falende Belgische staatsconstructie, alsook voorstellen voor de ontgrendeling van Vlaanderen. Vandaag overspannen de manifesten vijf jaar institutionele crisis.De bundel weerspiegelt een recente geschiedenis van de Belgische voorlopigheid tussen 2008 en 2012.

‘De leden van de Gravensteengroep zijn de klokkenluiders in een steeds meer zelfbewust Vlaanderen’ stelde Rondas. ‘Vier jaar en tien manifesten later, mag het informele netwerk – anders dan bijvoorbeelde de G1000 – zich met recht en rede een burgerinitiatief noemen dat breed wordt gedragen en ondertussen even lang meegaat als het langste voorlopige bewind dat duurt tot op vandaag. Een burgerinitiatief, los van de traditionele Vlaamse Beweging, dat burgerkritiek uitoefent en zich buigt over politieke loyaliteit en solidariteit: twee kenmerken die het Belgische politieke bestel anno 2012 ontbeert.’

Daarna overlief Hendrik Vuye, hoogleraar aan de Universiteit van Namen, de inhoud van het boek. Vuye, en zelf geen lid van de Gravensteengroep, hield een stevig pleidooi voor de ontgrendeling van Vlaanderen en hekelde de ‘loodgieterpacificateurs’, alsook het schrikbeeld dat culturele kringen en B-commentatoren wat graag ophangen aan alles wat ‘Vlaams’ is.

Zo werden de eerste manifesten snel weggezet met etiketten als ‘pathethisch’, ‘neoliberaal’ en ‘nationalistisch’. En dat terwijl het boek, volgens Vuye, eerder links dan rechts moet worden gesitueerd: ‘Het buigt zich niet over rechtse of extreemrechtse, maar over rechtmatige Vlaamse eisen‘.

Vuye verwees onder meer naar bijdrage van voormalig KPB-vicevoorzitter Jef Turf, die in zijn bijdrage onder meer stelt dat compromissen niet noodzakelijk de ultieme toetssteen zijn van de democratie. ‘De ultieme toetssteen’, aldus Vuye, ‘is immers of er zaken worden opgelost’. De bewustzinvernauwing binnen de mainstream media in Vlaanderen zet evenwel een belangrijke rem op het maatschappelijke debat: ‘Vlaanderen heeft maar twee politicologen, twee economisten en enkele denkers die telkens opnieuw worden opgevoerd’. Tegelijkertijd wees hij op de blinde vlek bij de Vlaamse linkse partijen voor de Vlaamse zaak: ‘ze zien in de verdediging van de monarchie nog steeds de beste garantie voor het handhaven van het status-quo.’

Vuye refereerde daarbij naar de recente ‘loodgietermemoires’: ‘Daarin gaat het niet om een bepaalde visie waar we naar toe gaan, maar gaat het om de vraag hoe we het compromis bereiken.Vanwege die steriele attitude is ook het compromis van de zesde staatshervorming een slechte beslissing, omdat er geen problemen worden opgelost, maar de problemen telkens opnieuw worden vooruitgeschoven. Het gaat om machtsverdeling zonder plan, zonder visie.’

Vuye stelde vast dat de recente manifesten van de Gravensteengroep een snoeihard oordeel vellen over die zesde staatshervorming (manifesten 8 tot 10) en beaamde dat het hier om de slechtste staatshervorming ooit gaat. ‘De tien manifesten zijn een aanklacht tegen vergrendeling en een pleidooi voor ontgrendeling van België.’ Als voorbeeld verwijst Vuye naar het staatsrecht: ‘dat staatsrecht staat niet in functie van de bevordering van de ontplooing burger, maar dient om het Belgisch systeem in stand te houden. De kern van ons Belgisch staatsrecht is met ander woorden een grendel geworden.’ 

Vuye besloot: ‘de vergrendelde staat en de daarbij horende vergrendeldemocratie is niet langer een democratie en kan onmogelijk overleven omdat grendels niet zorgen voor pacificatie, maar voor frustratie.’

Daarna was het de beurt aan VRT-journalist Ivan De Vadder om bij zes leden van de Gravensteengroep te polsen naar hun engagement en de toekomst van de Gravensteengroep, ‘nu zelfs de kranten niet meer geïnteresseerd blijken om het tiende manifest te publiceren’.

Tinneke Beeckman, filosofe aan de Vrije Universiteit Brussel, kreeg meteen een selectie clichés voor de voeten geworpen die perfect het beeldvormingsprobleem illustreren waarmee de Gravensteengroep af te rekenen heeft. De Vadder: ‘U bent jong, u hebt aan de VUB/ULB gestudeerd, u bent moraalfilosofe en toch zit u in de Gravensteengroep die vaak etiketten krijgt opgekleefd als traditioneel, conservatief, op zichzelf gericht, verkrampt, eigen volk eerst.’ Beeckman verwierp dat morele etiket: ‘het is een moreel oordeel over een politieke stelling terwijl de Gravensteengroep enkel kritisch wil nadenken over België en de staatshervorming. Links en rechts sluiten elkaar daarbij politiek niet uit.’

Ook ABVV-militant Karel Gacoms verzette zich tegen het hardnekkige beeld dat elke staatshervorming gelijk stelt met een afbraak van de solidariteit. Het adagium ‘wij zijn voor de solidariteit en tegen een splitsing’ draait de mensen een rad voor de ogen, aldus Gacoms. Hij sloot een nieuwe politieke aardverschuiving in 2014 alvast niet uit en leverde daarbij eveneens kritiek op traditioneel links. ‘Links in Vlaanderen sluit zo weinig aan bij de bekommernissen van de Vlamingen en houdt zodanig weinig rekening met de grondstroom dat het onvermijdelijk verschrompelt: nergens in Europa hebben linkse partijen nog zo weinig aanhang dan in Vlaanderen.’

Socioloog, gewezen journalist en diplomaat Edi Clijsters wees op de intellectuele gemakzucht waarmee burgers, die kritische bedenkingen hebben bij het Belgische staatsbestel, meteen in de extreem-rechtse hoek worden geplaatst. Ook hij benadrukte dat Vlaams en links niet noodzakelijk tegenstrijdige begrippen zijn. Dat de Gravensteengroep niet meteen een ‘Plan G’ (met de G van Gravensteengroep) in de lade heeft liggen is geen onoverkomelijk probleem voor de toekomst. ‘Die kritiek klinkt als een conservatief argument, want er is geen enkele emancipatorische beweging die vooraf een kant-en-klare blauwdruk had’.

Tijdens de tweede reeks interviews zetten regisseur Jan Verheyen en KUL-politicoloog Bart Maddens hun visie uiteen. De Vadder confronteerde ook Verheyen met het feit dat de combinatie ‘links’ en ‘Vlaams’ blijkbaar nog steeds moeilijk te vatten is en de Gravensteengroep nog steeds met onbegrip worstelt.

Verheyen merkte op dat de verscheidenheid en diversiteit zoals die binnen de Gravensteengroep wordt aangetroffen moeilijk groter kan zijn. ‘Desondanks worden we door tegenstanders nog altijd ingedeeld bij de klagerige, verzuurde, onverdraagzame Vlamingen. De Gravensteengroep heeft echter een dynamiek doen ontstaan die met veel integriteit en energie nadenkt en nuttige nuanceringen heeft aangebracht in discussie die verzand is in een tegenstelling van de klassieke ideologieën: rechts en Vlaams aan de ene kant en links en solidair en verdraagzaam aan de andere kant.’

Maddens benadrukte dat heel het politieke systeem aan het dichtslibben is. ‘Men probeert de Belgische knoop te ontwarren door eraan te trekken. Op een bepaald moment zal het dus onvermijdelijk worden om die knoop door te hakken.’ Maddens gelooft nog steeds dat het mogelijk is om op een redelijke manier te komen tot een confederale entiteit België met een vergaande zelfstandigheid voor Vlaanderen enerzijds en Franstalig België anderzijds en met als belangrijkste taak: het gezamenlijk beheer van Brussel. ‘Momenteel zet men echter een onomkeerbare stap in de andere richting, namelijk die van het federalisme van de drie gewesten, met Brussel als supergewest.

Maar ook die constructie kan gezien worden als ‘een toekomstmodel’ pareerde De Vadder. Maddens: ‘Klopt, maar dan wel een nefast toekomstmodel.’ Maddens hoopt dan ook dat die zesde staatshervorming op de klippen zal lopen. ‘Over 20 jaar’, voorspelde de Leuvense politicoloog, ‘zullen we zeggen: hoe konden we ooit zo dom zijn om deze staatshervorming te aanvaarden?’

De Vadder polste ook naar de toekomst van de Gravensteengroep: ‘Er is nu een mooi boek en wat nu? Allemaal naar huis en gedaan? Blijft het een burgerinitatief of wordt het een partij?’. Verheyen: ‘Dat is een vraag die zich in de nabije toekomst zeker zal stellen: blijft het mogelijk om het systeem te beïnvloeden zonder er zelf deel van uit te maken.’

Maddens van zijn kant pleitte ervoor om het creatieve denkproces met al zijn chaotische en anarchistische trekjes, z’n gang te laten.

Etienne Vermeersch wees tijdens het slotinterview op de belangrijke rol die economische en communicatienetwerken spelen bij de plaatselijke natievorming. ‘In tegenstelling tot Frankrijk of Duitsland, is er in België vandaag geen publieke opinie; wat er in beide landsgedeelten wordt gezegd is totaal verschillend.’

De Vadder: ‘Volgens die redenering verdwijnt Brussel in het francofone gedeelte?’ Vermeersch: ‘Vlaanderen heeft hier in het verleden een belangrijke fout gemaakt. Een groot deel van Brusselse migratiebevolking behoorde immers niet tot de traditionele francofonie en Vlaanderen had destijds veel grotere inspanningen moeten leveren om deze groep naar Nederlandstalige scholen aan te trekken.’

‘We zullen de situatie nauwgezet blijven volgen en zien hoe de politieke situatie bij de verkiezingen van 2012 en 2014 verder evolueert. Jaar na jaar hebben politicologen tot nu toe volgehouden dat de verkiezingsuitslagen in Vlaanderen niets te maken hadden met de communautaire problematiek: dat was iets helemaal anders en zij hadden dat onderzocht.’

‘Een van de grootste vergissingen in de reeks staatshervormingen was dat faciliteiten niet uitdovend waren. Indien de nieuwe gerechtelijke faciliteiten niet uitdovend zijn is dat opnieuw een van de onnoemelijkste kemels met de onvermijdelijke verfransing van Vlaams-Brabant tot gevolg.’

Aan het einde van het colloquium wes Jean-Pierre Rondas op de essentie van de Gravensteengroep: ‘Ontgrendeling is geen vrijblijvend maar een concreet politiek doel: het is geen vaag doel zoals vrijheid of solidariteit, maar de consequentie van die vrijheid en solidariteit. Ontgrendeling is evenwel niet een onmiddelijk bereikbaar doel, maar wel een haalbaar doel en vooral een ontmaskeringsdoel.’ Daarbij ontkurkte Rondas een wijn die hij recent op een wijngoed in Kaapstad ontdekte: ‘De Grendel’, de wijn van het inzicht die tijdens de druk bijgwoonde receptie van het colloquium symbool stond voor de ontgrendeling van Vlaanderen.

Land op de tweesprong kunt u bestellen via de Doorbraak webwinkel. 

De leden van de Gravensteengroep: Etienne Vermeersch (erevice-rector Universiteit Gent), Jan Verheyen (regisseur), Frans-Jos Verdoodt (em. prof. Utrecht, prof. Universiteit Antwerpen), Piet van Eeckhaut (gewezen voorzitter provincieraad Oost-Vlaanderen), Jan Van Duppen (gewezen gemeenschapssenator en huisarts), Luc Van Doorslaer (docent Lessius, K.U. Leuven, journalist), Jef Turf, (voormalig vicevoorzitter KPB), Johan Swinnen (prof. Vrije Universiteit Brussel, Hogeschool Antwerpen, Sorbonne), Hugo Stevens (historicus), Jean-Pierre Rondas (gewezen producer Klara), Yves Panneels (communicatieadviseur), Chris Michel (journalist), Nelly Maes (gewezen volksvertegenwoordiger), Bart Maddens (prof. K.U. Leuven), Karel Gacoms (ABVV-militant), Paul Ghijsels (voormalig journalist en ambtenaar), Pierre Darge (journalist), Dirk Denoyelle (cabaretier), Eric Defoort (em. prof. K.U. Brussel), Jo Decaluwe (acteur-regisseur), Willy Courteaux (gewezen journalist), Edi Clijsters (socioloog en gewezen diplomaat te Berlijn), Jan Bosmans (arts, auteur), Tinneke Beeckman (dr. filosoof Vrije Universiteit Brussel), Ludo Abicht (voormalig prof. Berkeley University).

Het Gravensteenmanifest kan worden ondertekend via:

http://www.gravensteengroep.org/onderschrijf.php

Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.

Commentaren en reacties