JavaScript is required for this website to work.
Europa

De transatlantische vrijhandelscatastrofe (1)

Een TTIP van een gesluierd handelssprookje

Frank Thevissen24/12/2014Leestijd 6 minuten

Eindigen doen we in deze periode van het jaar niet met een kerstverhaal, maar met een sprookje. Een handelssprookje in twee delen, met in de hoofdrollen een ‘Amerikaanse vrijhandelsadelaar’ en ‘een kudde weerloze Europese lammeren’ (de beeldspraak is van Le Monde Diplomatique van 13 juni 2014). Een sprookje met een aangekondigd happy end, dat vooralsnog dreigt te eindigen in een nachtmerrie.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Vandaag het eerste deel van de onderhandelingen over het toekomstige vrijhandelsakkoord tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten.

Een zopas verschenen onafhankelijk rapport van de Tufts universiteit in Massachusettes (1) maakt brandhout van de ronkende economische vooruitzichten waarmee de Europese commissie ons warm tracht te maken voor het TTIP (Transatlantic Trade and Investment Partnership), het vrijhandelshandelsverdrag tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie.

Dat toekomstig verdrag wil zoveel mogelijk obstakels uit de weg ruimen om de grootste eengemaakte economische ruimte uit de geschiedenis uit de grond te stampen. Eens die Grote Transatlantische Markt gerealiseerd, worden de economische vruchten, dankzij exporttoename, daling van de consumptieprijzen, inkomensstijging en extra werkgelegenheid, met bakken in de schoot van de Europese burger geworpen, zo belooft althans de Europese Commissie.

Integendeel, zo stelt de nieuwe studie: het toekomstige handelsverdrag zal de EU-lidstaten dieper in de rode cijfers duwen. België behoort tot de groep van landen die daarbij het zwaarst zullen worden getroffen. Op dat moment verwacht je dat redacties zich vol overgave op dergelijk rapport storten om hun informerende rol ten volle uit te spelen. Niets van dat alles. Reguliere media in Vlaanderen repten zelfs met geen woord over dit nochtans gedegen onderzoek. Dus namen wij het Capaldo-rapport door en maken een balans van de vrijhandelserfenis die voormalig eurocommissaris voor handel, Karel De Gucht aan de commissie-Junker overdroeg.

Achterkamerpolitiek

Afgemeten aan de schrale mediabelangstelling is de kans vrijwel nihil dat de doorsnee Vlaming zich momenteel ook maar iets kan voorstellen bij het letterwoord TTIP (spreek uit: ’tie-tip’). Ten onrechte, gezien de ingrijpende gevolgen die het handelsverdrag in spe voor 500 miljoen Europese consumenten in petto kan hebben. Effecten die, volgens sommige scenario’s, beleidseffecten van de nationale regeringen in de EU-lidstaten ruim zullen overtreffen.

De TTIP-onderhandelingen gingen anderhalf jaar geleden in Washington van start en werden tot voor kort namens de Europese Commissie geleid door Karel De Gucht. Vanaf de start van de onderhandelingen op 8 juli 2013 tot aan het einde van zijn mandaat, haalde de voormalige eurocommissaris voor handel 1.271 keer de Vlaamse kranten. TTIP kreeg in diezelfde periode 135 vermeldingen. De combinatie De Gucht en TTIP leverde 21 berichten op: minder dan twee procent van alle artikels waarin Karel De Gucht van juli 2013 tot november 2014 voorkwam.

Die verhoudingen illustreren niet alleen de lauwe journalistieke belangstelling voor de vrijhandelsbesprekingen, maar verklaren ook waarom het TTIP het publieke debat in Vlaanderen nog geen dag heeft beroerd. De voormalige eurocommissaris heeft zich tijdens zijn ambtstermijn dan ook zelden zorgen moeten maken om Vlaamse journalisten die zijn stappen in dit dossier van nabij volgden.

Aanvankelijk rekende De Gucht erop de grote lijnen van het vrijhandelsakkoord nog voor het einde van zijn Europees mandaat af te ronden. Maar na zeven onderhandelingsrondes achter gesloten deuren en groeiende irritatie over de achterkamerpolitiek van de Europese Commissie, verloopt het overleg steeds moeizamer en slinkt de kans dat Obama het vrijhandelsakkoord nog voor het beëindigen van zijn tweede ambtstermijn – op 20 januari 2017 – zelf zal ondertekenen. De herwonnen machtspositie van de Republikeinen in het Congres en de start van campagnes voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016, zijn alleszins niet bevorderlijk voor de vlotte afwikkeling van een TTIP-verdrag.

De Gucht blundert

De geloofwaardigheid van De Gucht als voormalige leidende eurocommissaris voor de TTIP-onderhandelingen beleefde bovendien begin dit jaar een indrukwekkend kantelmoment, toen hij per uitzondering een met dossierkennis gewapende journalist van de Duitse openbare omroep over de vloer kreeg.

Nadat de toenmalige eurocommissaris voor de camera de economische bonussen van het TTIP voor de Europese burgers dik in de verf had gezet – TTIP betekent méér economische groei, honderduizenden nieuwe banen (+1,3 miljoen volgens de meest voortvarende projecties) en een inkomensstijging van 545 euro voor een gemiddeld gezin – ging De Gucht in een spraakmakend interview voor het magazine Monitor onzacht onderuit.

Op het ogenblik dat de Duitse journalist Stephan Stuchlik de eurocommissaris confronteerde met één van door de commissie bestelde onderzoeken naar de effecten van het TTIP – De Gucht: ‘Is that the study we have ordered?’ – moest De Gucht het interview twee keer laten stilleggen. Tijdens die onderbrekingen kon De Gucht zijn eigen rapport inkijken, maar slaagde er zelfs daarna niet in om steekhoudend commentaar te leveren bij de cijfers. ‘You should not reason in percentages’, spartelende de eurocommissaris nog even: ‘I am not a technician on all of these issues (…) but I’ll make sure the benefits will come to Europe’. (Het fragment kan u bekijken op Youtube)

Een kandidaat-eurocommissaris die met dergelijke ontoereikende dossierkennis voor een Europees parlement verschijnt, zou zonder meer met een brevet van onbekwaamheid naar huis worden gestuurd. ‘De Gucht blundert in Duits interview’, titelde Het Laatste Nieuws (HLN, 13 mei 2014) achteraf boven een inderhaast ingeschoven berichtje. Het verbaast overigens dat het ontluisterende interview de positie van de eurocommissaris niet aan het wankelen bracht.

Lobby-orgie

Ondertussen zette de waas van geheimdoenerij die zich rond de onderhandelingen opstapelde, de deur wijd open voor allerhande wilde speculaties over de verstrekkende gevolgen van een toekomstig TTIP-verdrag voor de voedselveiligheid, privacy, milieu, publieke voorzieningen, gezondheidszorg…

Afgelopen oktober werd er in meer dan 100 Europese steden actie gevoerd tegen het toekomstige vrijhandelsverdrag. Op 19 december was er naar aanleiding van de Europese top in Brussel nog een kleinschalige betoging tegen het TTIP. Vooral in Duitsland – waar media het TTIP-dossier trouwens met grote waakzaamheid volgen – zwelt het maatschappelijk protest aan. Critici zien de onderhandelingen overwegend als een lobby-orgie van multinationale bedrijven die de Europese handelspoorten wijd open willen zetten voor de invoer van Amerikaans hormonenvlees, chloorkippen en genetisch gemanipuleerde gewassen.

Sloganeske taal is bij de tegenstanders niet van de lucht. Alliantie D19-20 tegen het TTIP waarschuwde onder meer voor schaliegas boorinstallaties in onze achtertuinen. Voldoende reden voor De Gucht om opposanten van het vrijhandelsakkoord hoogmoedig aan de kant te zetten als verspreiders van ‘onrust en leugens’.

Gordijnen open

Ook de nieuw aangetreden commissie-Juncker ontkent – net als de vorige Europese commissie – met klem Europese regels te zullen opofferen aan de verzuchtingen van de Amerikaanse overlegpartners, lobbyisten en industrie. Vasthouden aan de doorgaans hogere Europese sociale, fiscale, medische en ecologische standaarden zou evenwel zulke grote inschikkelijkheid van Amerikaanse bedrijven vergen, dat geen enkele weldenkende burger dat sprookje wil geloven. Zodoende blijft de verdenking op de onderhandelaars rusten dat ze met TTIP vooral multinationals en aandeelhouders aan weerszijden van de Atlantische Oceaan wil gerieven.

Het uitdijend protest dwong De Gucht’s commissieopvolgster Malström bij haar aanstelling alvast tot de belofte om de gordijnen te openen rond het onderhandelingsproces: ‘Increased transparency will enable us to show, more clearly, what the negotiations are about and to de-mystify them‘. ‘De commissie heeft immers niets te verbergen’, jokte ook commissievoorzitter Juncker. Het was een boodschap met de ongewilde bijklank van een reddingsplan in de ijdele hoop de aanzwellende weerstand tegen TTIP vooralsnog te kunnen keren.

Meer jobs

De Europese Commissie ging tot voor kort de apocalyptische beelden over de impact van het transatlantische handelsakkoord vrijwel uitsluitend te lijf met hoeraberichten over de spectaculaire handelsexpansie en bijhorende economische voordelen die het TTIP aan EU-onderdanen belooft.

Volgens de Nederlandse premier Mark Rutte levert TTIP Europa 400.000 nieuwe banen op. Angela Merkel beloofde alleen al in Duitsland 160.000 bijkomende arbeidsplaatsen. Ook de voormalige voorzitter van de Europese Raad, Herman Van Rompuy, Twitterde vlak voor zijn afscheid nog snel: ‘TTIP will promote stronger, sustainable and balanced growth, more jobs in the EU and the US’.

De gemakzucht waarmee journalisten en opiniemakers de berichten afkomstig uit de Public Relations-vertrekken van de Europese Commissie overnemen blijft ondertussen frapperen. Henrik Vos, docent Europese politiek aan de Universiteit Gent, liet zich vlak voor de Europese verkiezingen nog opgetogen uit over ‘de immense economische voordelen’ van een transantlantisch akkoord. Het Financieel Dagblad alarmeerde eind vorige maand dat het afspringen van TTIP slecht nieuws zou betekenen voor de Europese economie.

Wonder boven wonder

Die stroom van florissante berichten die de Europese Commissie over het TTIP verspreidt, voert terug naar een aantal officiële studies waarin de Europese Commissie de effecten van het toekomstig vrijhandelsverdrag liet becijferen.

Met uitzondering van het rapport van het ifo-instituut (Institute for Economic Research in opdracht van de Bertelsmann Stiftung) maken de studies gebruik van dezelfde gegevensbank en dezelfde econometrische evenwichtsmodellen. Derhalve wijzen de prognoses voor Europa allemaal in dezelfde, positieve richting. Tegelijkertijd stuiten ze bij specialisten ook op felle kritiek vanwege de onrealistische aannames die aan de basis liggen van de gebruikte modellen.

Econometrische evenwichtsmodellen veronderstellen onder meer dat de totale werkgelegenheidsgraad, dankzij bijvoorbeeld soepele loonaanpassingen, voor en na de invoering van het TTIP, op peil blijft. Hierdoor sluit de prognoses van de Europese Commissie werkloosheidsstijging bij voorbaat uit: jobs die bij de invoering van het handelsverdrag onvermijdelijk verloren gaan in de minder competitieve sectoren, worden volledig overgeheveld naar andere, meer competitieve sectoren. Dit verontstelt evenwel voldoende economische groei om de afgestoten arbeidscapaciteit – veelal aan slechtere loonvoorwaarden – te kunnen absorberen. In realiteit blijkt de absorptiecapaciteit veelal onvoldoende om alle afgedankte werknemers op te vangen, met werkloosheidstoename als nettoresultaat.

Aangezien de gebruikte evenwichtsmodellen deze ontwrichtende dynamiek niet opnemen, bestempelen specialisten, zoals de gerenommeerde handelseconoom Jagdish Bhagwati van de Colombia Universiteit, de projecties van de Europese commissie als ‘uiterst problematisch’.

Gelijkaardige prognoses die vooraf gingen aan het NAFTA-vrijhandelsakkoord (North American Free Trade agreement) tussen de Verenigde Staten, Canada en Mexico dat eind 1994 in werking trad, voorspelden destijds eveneens honderduizenden nieuwe banen. In realiteit leverden de Verenigde Staten één miljoen arbeidsplaatsen in.

(1) CAPALDO, Jeronim, The Trans-Atlantic Trade and Investment Partnership : European Disintegration, Unemployment and Instability. Medford : Tufts University, October 2014. Global Development and Environment Institute, Working Paper n° 14-03.

morgen deel 2: Een ongemakkelijke boodschap

 

Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.

Commentaren en reacties