De transatlantische vrijhandelscatastrofe (2)
Een ongemakkelijke boodschap
Onderhandelaars over het TTIP, het toekomstig vrijhandelsverdrag tussen de EU en de Verenigde Staten, willen zoveel mogelijk handelsobstakels wegwerken om de grootste eengemaakte economische ruimte uit de geschiedenis uit de grond te stampen. De Europese commissie belooft economische voorspoed voor 500 miljoen EU-burgers. Een toen verscheen er plots een ongemakkelijke boodschap …
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDeel twee (lees zeker ook deel één) van het eindejaarssprookje over de ‘Amerikaanse vrijhandelsadelaar’ en een ‘kudde weerloze Europese lammeren’ (Le Monde Diplomatique van 13 juni 2014)
Cijfermanipulatie
Sedert de start van de TTIP-onderhandelingen (Transatlantic Trade and Investment Partnership) op 8 juli 2013 heeft de Europese Commissie heel wat studiewerk laten verzetten om de toekomstige effecten van de Grote Transatlantische Markt te berekenen.
De CEPR-studie (Centre for Economic Policy Research in Londen) wordt door Europese beleidsmakers het vaakst aangehaald omdat deze prognose de meest rooskleurige economische vooruitzichten voor Europa projecteert.
Nuchter bekeken blijven zelfs in dat meest optimistische toekomstscenario de gunstige effecten bescheiden en is er hoegenaamd geen sprake van een economisch wonder dat zich als vanzelfsprekend zou voltrekken na de invoering van het vrijhandelsverdrag met de Verenigde Staten.
De in de CEPR-studie voorspelde economische groei van 0,49% bijvoorbeeld (0,30% volgens CEPII, een andere studie uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie), wordt in 2027 worden bereikt en reikt niet verder dan een verwaarloosbare 0,05% groei op jaarbasis.
Ook de vooropgestelde inkomensstijging van ruim 5.000 euro per gezin werd berekend over een periode van tien jaar en strandt op 545 euro op jaarbasis. Dat is een gemiddelde dat noch rekening houdt met de spreiding van dat bedrag, noch met de inflatie. De berekening geeft bovendien allerminst uitsluitsel of EU-burgers die het belangrijkste deel van hun inkomen niet uit kapitaal, maar via loon verwerven, dat effect ooit op hun rekeninguitreksels zullen terugvinden.
Een ander studierapport (Ifo Institute for Economic Research in Munchen) vermeldt dan weer een werkgelegenheidsaangroei met 400.000 eenheden in de Europese Unie dankzij het vrijhandelsakkoord. De Europese commissie zwaait regelmatig met dat cijfer om het belang van het TTIP voor de Europese arbeidsmarkt te onderstrepen. Dat het slechts een hypothetische raming gaat bij een volledige – en bijgevolg onhaalbare – integratie van de Amerikaanse en Europese economie, wordt gemakshalve ‘vergeten’ in de politieke communicatie.
Zelfs de hoofdauteur van het ifo-onderzoek, Gabriel Felbermayer, stoorde zich aan de lichtzinnigheid en manipulatiedrift waarmee politici met zijn onderzoeksresultaten aan de haal gingen om bescheiden arbeidsmarkteffecten aan de publieke opinie te verkopen als jobmirakel.
Ongemakkelijke boodschap
En nu is er dan het eerste onafhankelijk onderzoek van het Globale Development and Environment Institute van de Tufts Universiteit in Massachusetts naar de economische gevolgen van TTIP.
De auteur, Jeronim Capaldo, maakte bij zijn prognose gebruik van het hoger aangeschreven United Nations Global Policy Model (GPM). Dat steunt op jarenlange onderzoekervaring aan het departement voor toegepaste economie van de Universiteit van Cambridge en werd ontwikkeld als antwoord op de talloze onvolkomenheden van de evenwichtsmodellen waarmee de Europese Commissie de effecten van het TTIP liet berekenen.
In tegenstelling tot de door specialisten als onbetrouwbaar geclassificeerde onderzoeksrapporten van de Europese commissie, houdt Capaldo’s model wél rekening met de effecten van het vrijhandelsverdrag op de Europese werkgelegenheid. Loon- en prijsschommelingen evolueren daarbij niet vanzelfsprekend naar een nieuw tewerkstellingsevenwicht, maar kunnen, integendeel, ook tewerkstelling vernietigen.
Zodra de onrealistische premissen in de studies van de Europese commissie worden vervangen door dit realistische scenario, veranderen de voortvarende economische cijfers die TTIP voor Europa belooft, in een regelrechte vrijhandelscatastrofe. (zie tabel)
Daar waar de Europese Commissie zich vooral blind staart op de verwachte exportgroei die ze met het TTIP beweert te bereiken (respectievelijk 8% en 5,9% netto-exportgroei in de VS en de EU volgens de CEPR-studie), toont Capaldo overtuigend aan dat de voorspelde toename van de transatlantische export ten koste gaat van de interne handel tussen de EU-lidstaten met als nettoresultaat; exportverliezen voor alle EU-lidstaten. Dat negatief handelseffect wordt onder meer voorzaakt doordat import uit de VS en landen buiten de TTIP-zone een significant deel van de interne Europese handel zal vervangen. De grootste verliezen zijn daarbij voor rekening van EU-landen die vooral exporteren naar andere lidstaten.
Zelfs bij een minimaal TTIP-akkoord zouden in Europa nagenoeg 600.000 banen sneuvelen; meer dan tijdens de crisisjaren 2010 en 2011. Finland, Nederland en België moeten daarbij de zwaarste klappen incasseren met een verlies van nagenoeg een kwart miljoen arbeidsplaatsen (223.000). Jobcreatie is er enkel in de Verenigde Staten waar het TTIP, volgens de Capaldo’s simulatie, voor bijna 800.000 nieuwe banen zorgt.
Bovendien zal de stijgende looncompetitie met de Verenigde Staten onder het TTIP de neerwaartse loondruk in de EU-lidstaten aanwakkeren, met inkomensverliezen (variërend van 165 tot 5.000 euro per werknemer), bijhorende koopkrachtdaling, verminderde opbrengsten voor de schatkist en een oplopende overheidstekorten die de sociale zekerheidsstelsels in de landen van Europese Unie verder ondermijnen tot gevolg.
Doofpot
De Capaldo-studie kegelt onverbiddelijk – en gezien het krampachtige stilzwijgen in kringen van de Europese Commissie, kennelijk ook onweerlegbaar – alle economische argumenten omver waarmee ook Europese Commissie het vrijhandelsverdrag aan 500 miljoen EU-burgers wil opdringen.
Meevaller voor de Europese Commissie is dat de reguliere media aardig seconderen om Capaldo’s ongemakkelijke boodschap in de doofpot te houden. Terwijl je de onderzoeksresultaten prominent in de media zou mogen en moeten verwachten, belandde het Capaldo-rapport bij de meeste redacties blijkbaar rechtstreeks in de papierversnipperaar.
In de franstalige pers haalde de studie welgeteld één vermelding op pagina 12 van L’Echo onder de veelzeggende titel: ‘Les promesses du Traité transatlantique ne résistent pas à une analyse sérieuse’.
In Vlaanderen werd het rapport tot dusverre door geen enkele redactie opgepikt. Onbegrijpelijk ook gezien België tot de zone behoort die volgens het Capaldo-onderzoek het zwaarst getroffen wordt bij de invoering van TTIP.
Kritische TTIP-geluiden wijken dan ook noodgedwongen uit richting internetmedia. Voornamelijk dankzij oproepen via de sociale media hebben ondertussen ruim één miljoen EU-burger de petitie ondertekend met de eis om de onderhandelingen af te breken en TTIP op te bergen.
De Gucht liet in het voorjaar al weten dat ‘het internet noch de sociale media de Europese Commissie gaan dicteren wat moet gebeuren met de TTIP’ en honderduizenden handtekeningen tegen TTIP op hem geen indruk maken. Juncker heeft die houding van de voormalige eurocommissaris alvast opgemerkt en ondertussen het registratieverzoek voor een Europees burgerinitiatief tegen het TTIP afgewezen.
Weerloze lammeren
‘In plaats van integratie, zal het TTIP de economische desintegratie (…) alsook de financiële instabiliteit bevorderen’, luidt de vernietigende eindconclusie van het Capaldo’s rapport, ‘en de economieën van Europese lidstaten in de toekomst nog gevoeliger maken voor nieuwe crises in de Verenigde Staten’.
Blijft de intrigerende vraag waarom ook de nieuwe commissie-Juncker TTIP, even enthousiast als de Commissie-Barosso II, de resulaten van het Capaldo-onderzoek koppig negeert en lichtzinnig een vrijhandelssprookje blijft promoten dat de lidstaten van de Europese Unie mogelijk opzadelt met een vrijhandelsverdrag dat de lidstaten dieper in de rode cijfers duwt. Zijn de Europese beleidsmakers niet in staat om econometrische rapporten te evalueren? Voormalig eurocommissaris voor handel Karel De Gucht liet dat vooroordeel eerder dit jaar alvast overtuigend op camera vastleggen. Of is het omdat Capaldo eveneens becijferde dat behalve de Amerikanen, ook de Europese aandeelhouders en multinationals de grote overwinnaars zijn bij de invoering van TTIP?
Le Monde Diplomatique (13.06.2014) vergeleek de verhouding tussen Washington en Brussel in de TTIP-onderhandelingen wellicht niet toevallig met ‘een Amerikaanse vrijhandelsadelaar die over de oceaan vliegt om een kudde weerloze Europese lammeren te verscheuren.’
Vraag is ook waarom media halsstarrig weigeren om in het TTIP-dossier enige kritisch-informerende van betekenis te spelen. Eén Duitse journalist heeft afgelopen jaar nochtans bewezen wel in staat te zijn een econometrisch rapport te ontcijferen…
Categorieën |
---|
Frank Thevissen (1962) is doctor in de communicatiewetenschappen en was tot 2008 als hoofddocent strategische communicatie verbonden aan de VUB. Hij is de ontwikkelaar van De Stemmenkampioen en publiceerde o.a. 'Media en journalistiek in Vlaanderen: kritisch doorgelicht', 'De vierde onmacht: journalisten, politici en critici over media en journalistiek' en 'Het is maar een peiling'.
Frank Thevissen duikt in een driedelige reeks achter de schermen van de constructieve journalistiek. Vandaag de derde aflevering (slot).
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.