Boudewijns handdruk met Happart is ons grootste affront
50 jaar Voeren bij Limburg: Interview met burgemeester Broers
Op 1 september 2013 is het 50 jaar geleden dat Voeren van de provincie Luik naar de provincie Limburg overging. Doorbraak had een uitgebreid vraaggesprek met Huub Broers, burgemeester van wat wellicht het mooiste dorp van Vlaanderen is. Vandaag deel 1.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementTot diep in de jaren 1980 stond Voeren bovenaan de politieke agenda van het land. Zelfs regeringen vielen erover. Vlamingen gingen er wandelen om het Vlaams karakter te ondersteunen en burgemeester Happart kreeg een wettelijk vermoeden van kennis van het Nederlands zonder dat hij moest aantonen dat hij die taal ook sprak. Het dorp zou zelfs administratief overgeheveld worden naar de provincie Brabant. Vandaag is Voeren een heerlijk rustige Limburgse gemeente waar Vlamingen nog altijd gaan wandelen (en fietsen), nu om te genieten van de frisse buitenlucht en het landschap. In 2000 behaalde de Vlaamse lijst Voerbelangen bij de gemeenteraadsverkiezingen een meerderheid die in 2006 en 2012 werd bevestigd. Doorbraak sprak met burgemeester/senator Huub Broers.
Doorbraak: Op 1 september is Voeren 50 jaar bij Limburg. Een feest?
Huub Broers: Wij vieren dat, met een academische zitting en op 1 september is er groot feest in Voeren. Er zijn twee stoeten gepland en ’s morgens een ontbijt voor de inwoners. Zo’n gebeurtenis moet gevierd worden, 50 jaar zet je zomaar niet opzij.
En kan dat allemaal zonder problemen verlopen?
Er zijn afspraken gemaakt met de politie. Ik weet niet of er problemen moeten verwacht worden. Kijk, als er grote manifestaties zijn, bij een kermis of zo, kunnen er ook problemen ontstaan. Ik verwacht er geen bij de academische zitting. Als iemand van de francofonen ‘vive la république’ wil komen roepen, mag dat altijd. Maar het zou me verbazen.
Voeren was in de jaren 80 elke dag in het nieuws, nu is het hier rustig.
Wij hebben daar naartoe gewerkt. Wij hebben altijd beloofd dat als wij met Voerbelangen de meerderheid halen, wij alles zouden omkeren: samenwerken met de mensen en de discriminatie stoppen. Uiteraard vinden de francofonen dat wij hen wel discrimineren, maar dat is omdat wij de taalwetten strikt toepassen. Als er staat geen formulieren of machtigingen in het Frans, dan krijgen ze die ook niet in het Frans. Wij passen een arrest van de Raad van State toe. Zij vinden dat discriminerend, maar wij passen gewoon de taalwet toe. Ik durf toch te zeggen dat 80% van de bevolking met onze manier van doen akkoord is, ook zij die niet voor ons stemmen.
Wie niet voor jullie, Voerbelangen, stemt, stemt voor de enige oppositiepartij R.A.L. (Retour aux Libertés; het vroegere Retour à Liège). Wordt er nog altijd gestemd op basis van de spreektaal? Wie Nederlandstalig is stemt voor Voerbelangen?
Die twee partijen zullen waarschijnlijk ook blijven. Maar er zijn heel wat Franstaligen die ook voor ons stemmen en Nederlandstaligen die voor de andere stemmen. Ik denk dat je daarbij niet zozeer naar de taal moet kijken. Er zijn wel meer gematigde Franstaligen die overstapten naar onze kant omdat ze nu zien dat wij niet discrimineren. Discrimineren dat zou zijn: een bouwpremie toestaan aan een Nederlandstalige, maar niet aan zijn Franstalige buurman. Maar de wet toepassen is niet discrimineren, hoe hard dat soms overkomt. Wie voor wie stemt, dat kon je vroeger vooraf zeggen, nu niet meer. Toen ik hier begon in de Voerense politiek hadden wij 5 zetels en zij 10, de verkiezing daarop was het 6-9, toen 7-8, dan 8-7, 9-6 en nu 10-5.
Dankzij de Nederlanders?
Dat is dus slechts deels waar, want bij het OCMW (dat in Voeren rechtstreeks wordt verkozen- PB) hebben wij ook een meerderheid en daar stemmen de Nederlanders niet mee. Dus is er toch iets anders aan de gang. Bij het OCMW gaan we vooruit, onze voorsprong stijgt van een dertigtal stemmen naar honderdtwintig (op een drieduizendtal stemgerechtigden – PB) dus er is iets aan het veranderen. Er is een ommekeer. Dat voel ik ook. Er wordt opnieuw veel meer Voerens dialect gesproken en dat is de grootste overwinning. Want dat dialect is het bindmiddel, dat zorgt ervoor dat er veel meer contact is tussen de groepen. Want vergis u niet, er zijn ook Nederlandstaligen die Waalsgezind zijn. Kijk naar de lijst van de R.A.L.-leden van de Voerense gemeenteraad. De moeder van mijn voorganger als burgemeester José Smeets, nu schepen (die worden in Voeren, net zoals in de faciliteitengemeenten rond Brussel rechtstreeks verkozen – PB), is afkomstig van een Nederlandse familie uit Voeren. Een andere gemeenteraadslid, Benoit Houbiers, zijn opa en oma, zijn uit Nederland hier komen wonen. Ik ken zijn Nederlandse familie goed. Jean Levaux, ook gemeenteraadslid van R.A.L., rabiaat francofoon, de vlaggendrager van de Belgische oud-strijders (hoewel hij zelf te jong is om oud-strijder te zijn), zijn moeder is een Nederlandse. Je moet dus opletten met de opmerking dat het de Nederlanders zijn en enkel de Nederlanders die de doorslag hebben gegeven. Uiteraard hebben die Nederlandse stemmen een rol gespeeld. Maar onze meerderheid daartoe herleiden, dat is wat te kort door de bocht. Weet je, in 1900 woonden er al 600 Nederlanders in voeren, nu 900. Dat zijn grotendeels dezelfde families. Die zijn nooit Belg geworden om geen legerdienst te moeten doen maar zaten in onze harmonie, in onze carnavalsvereniging, in onze sportclubs en die kregen in 2000 eindelijk ook inspraak in het gemeentebestuur. Dat zijn autochtone Voerenaars, meer dan Happart, ze wonen hier langer dan hem. Happart is hier komen wonen in 1966, dus nadat Voeren bij Limburg is gekomen.
Ondertussen woont Happart opnieuw in Voeren.
Ja, hij woont hier opnieuw, helemaal aan het uiteinde, bijna aan de grens met Wallonië. Daar woont hij wat mij betreft goed,, zolang hij rustig blijft.
Happart werd eind juni opgevoerd in het VRT-programma, Café Corsari, dat vanuit Voeren werd uitgezonden. Het zorgde voor weinig commotie in Vlaanderen.
Ik vond dat een ongelukkige uitzending. Ze halen Happart en Henin erbij, dus ze maken een uitzending vanuit Voeren die voor het grootste deel Franstalig was. Ik vond het weinig doordacht om dat zo te doen. Er zijn veel mensen uit Voeren die zich daaraan gestoord hebben. En toen Happart aan het woord kwam, werd er door mensen op het terras, waar veel jonge Voerenaars zaten, wel geroepen. Dat heeft geen kijker gemerkt, maar er was dus toch reactie. Eigenlijk betekent Happart niets meer in Voeren. Maar het is typisch een manier voor de programmamakers om zich interessant te maken. Ik had het gevoel dat men wou choqueren. Ik kan dat niet bewijzen, maar ik voel het zo.
Ook achteraf in de media zorgde het optreden niet voor commotie.
Laten we eerlijk zijn, hoeveel van onze Vlaamse media trekt zich dat aan? Weinig.
Is dat het probleem?
Een journalist stelde me de vraag waarom ik tegen het koningshuis was. Ik heb gezegd dat ik principieel tegen een monarchie was, omdat dat niet democratisch is. Maar men is ook vergeten dat een vorige vorst, koning Boudewijn, langs de kant van de autostrade is gestopt om Happart de hand te schudden. Voor mij is dat het grootste affront dat wij als Vlamingen ooit hebben opgelopen. Een vorst die een rebellenleider de hand schudt. Dat mijn vader ter compensatie eens tot in Opgrimbie mocht gaan, veegt dat niet uit.
Het is ook opvallend dat Voeren vandaag heel anders is dan het iconische beeld dat Vlaanderen misschien nog van het dorp heeft, met de overschilderde plaatsnaamborden.
Dat hebben we allemaal opgeruimd en nieuwe borden gezet. Daarna zijn we begonnen met overal straatnaamborden te plaatsen. Want die waren er niet. We hebben ook de straten hun oorspronkelijke benaming teruggegeven. Bijvoorbeeld een straat die ‘Koetswegstraat’ heette zodat de Franstaligen dat konden vertalen als ‘rue de la…’ of Mennekesputstraat dat al eeuwenlang Mennekesput heette. Wij hebben alle ‘straten’ afgevoerd en al die authentieke namen opnieuw ingevoerd: Snauwenberg, Altenbroek, Born, …
Met deze warme temperaturen lijkt Voeren wel een beetje de Provence van Vlaanderen.
Op dit moment is dat ook zo. Zeker als je meer naar het oosten gaat. Voeren is 18 km lang, maar wij hebben zowel zomers als winters temperatuurverschillen. Het hoogteverschil gaat van aan de Maas, een beetje boven zeeniveau, naar 278,5 meter. In de winter ligt er in het oosten van Voeren meer sneeuw. Ik heb vandaag een toertje gemaakt en er echt van genoten. De lente is laat maar fors ingetreden. En daardoor lijken de bossen veel groener dan andere jaren. En dan die glooiingen en die hellingen, sommige meer dan 10 %. Ik moet hier absoluut een wielerwedstrijd organiseren die aankomt op De Plank. Op de hoogste punten zie je op mooie dagen Genk liggen. Hoe ouder ik word hoe mooier ik het nog vind. En ook in de winter is het hier prachtig. Voeren heeft geen enkele fabriek, wel landbouw en toerisme en de mensen die er wonen. ’s Gravenvoeren is ons grootste dorp, het centrumdorp van Voeren, daar zijn we met 1400. We hebben moeten vechten om een hoofddorp te krijgen want volgens het structuurplan Vlaanderen moet je dan minstens 1500 inwoners hebben… Het dorp moet hier altijd zo geweest zijn. We zijn begonnen aan een bouwproject en hebben een Romeins dorp gevonden. Er hebben hier altijd mensen gewoond. Tussen het groen.
Zo hebt u meteen geantwoord op de vraag om in enkele woorden reclame te maken voor Voeren als vakantiebestemming. Wat kan je als toerist in Voeren vinden?
Natuur, rust en landbouw, je hebt hier groen, je ziet de dieren in de wei, je ziet de boeren op het veld werken, hier kan je ademen.
U zal wel blij zijn met de extra reconversiegelden voor het Limburgse toerisme?
Wel, wij doen daar niet aan mee. Ik wil het geld niet van anderen afnemen, al wonen er ook in Voeren mensen die in Ford Genk hun werk kwijt zijn. Maar Voeren krijgt vanaf volgend jaar al geld uit het plattelandsfonds. Ik vind het oneerlijk om ook nog eens bij andere gemeenten geld weg te halen. Zo wil ik niet aan politiek doen. We winnen ook, de extra toeristen die door het THOR-project aangetrokken worden, die komen ook wel eens in Voeren, met de fiets achterop de auto of een dagje wandelen.
Het Nederlandse Zuid-Limburg, in Voeren net over de grens, lijkt veel meer toeristisch uitgebouwd.
Ja, en dat is zo gepland. In die dorpen zijn er geen boerderijen meer binnen het dorp. Al die gebouwen zijn toeristisch herbestemd. Daar heeft men voor ons gezien wat het toerisme kan opbrengen. Maar je moet ook opletten. Wij willen in Voeren ook nog inwoners, het moet een levende gemeente blijven. Er zijn in Nederlands Limburg dorpjes die ik niet meer herken, dat willen we niet in Voeren. Een dorp met enkel vakantiehuizen dat is niet onze keuze. Wij willen het ademen en de mensen niet verliezen.
Categorieën |
---|
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Sub-Sahara-Afrika is het nieuwe Irak. Het centrum van islamitisch extremisme is verschoven van het Midden-Oosten naar Afrika.
De laatste Amerikapodcast voor de presidentsverkiezingen: over een eekhoorn, vuilnis en slechte grappen.