JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Brief aan Jan Cornillie (sp.a): deel 4

Klimaatfixatie en belastingen in de plaats van solidariteit

Sid Lukkassen15/8/2019Leestijd 8 minuten

foto © Reporters

Links bouwde haar bastion op solidariteit en verheffing van arbeiders. Massamigratie vernietigde solidariteit en versterkte corporatisme. Nu is het nieuwe verhaal ‘klimaat’, om nieuwe kapitaalstromen naar de staat en multinationals te scheppen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

(Deze briefwisseling is onderdeel van een crowdfunding. Het project loopt binnen 3 dagen af en uw steun is van groot belang. Ook zijn hier tickets verkrijgbaar voor het bijbehorende slot-event op 16 augustus.)

Beste Jan,
Jouw laatste brief brengt me terug op mijn eerdere punt: de dood van de sociaaldemocratie die – zo lees ik terug in het relaas over je grootvader – samenhangt met het verdwijnen van solidariteit. Aan de hand van dit thema zal ik in deze brief de punten oppakken die nog open stonden.

Het kaf van het koren scheiden?

Je stelt voor om naar demografie te kijken in de brede zin: wie is hier al en in hoeverre zijn de betrokken groepen bereid om zich aan te passen? Ik zei dat dit moeilijker bespreekbaar is dan immigratie. Op welke manier wil je het ‘kaf van het koren scheiden’ betreffende wie er wel geen toekomst heeft in Europa? Hoe zie je dit Jan? Wil je op het niveau van keukentafelgesprekken vragen stellen over zaken als sharia-wetgeving versus de liberale rechtstaat? Hoe men denkt over afvalligheid? Je zult daarbij goed naar de gezichtsmimiek moeten kijken om te ontwaren of er sprake is van taqiyya

Dit probleem is breder dan ‘spreekt iemand de taal en is hij of zij aan het werk?’. Zo zijn er genoeg Erdoğan-apologeten die onze taal volledig meester zijn. En als ik door zekere wijken in Brussel loop, dan zie ik zoveel zaakjes die altijd open zijn en waar nooit iemand zit, dat ik me afvraag hoe makkelijk het zou zijn om daar spookwerknemers in te schrijven. Hoe manipuleerbaar de Belgische systemen zijn is na te lezen in het begeesterende boek Het Rijk der Kleine Koningen (2015) van Derk Jan Eppink. Hij woonde zogenaamd in Lochristi – het is door de politie gecontroleerd en bevestigd.

Vorig jaar zag ik een video van de confrontatie tussen de militaire politie en een jihadist in Luik. De jihadist was uitgeschakeld, maar voor de zekerheid loste de eenheid toch nog genadeschoten. In Nederland was dat anders gegaan en hadden ze getracht de aanvaller levend in te rekenen. Het was alleszeggend: een impliciet verstaan dat waar je systeem ontoereikend is om serieuze gevaren op te lossen, je ze moet ‘oplossen’ aan de buitenkant.

Zodoende denk ik dat niet alleen de sociaaldemocratie maar ook de liberale rechtstaat zal verdwijnen. Als we niets doen, dan verdiept de islam zich in haar haarvaten en groeien er fundamentalistische enclaves in West-Europa. Wil je die enclaves opbreken dan zijn we aangewezen op maatregelen die eerder passen bij China dan bij onze liberale principes en tradities. Geen van beide opties ligt lekker bij verkiezingsdebatten: het gevolg zal hooguit zijn dat verkiezingen minder representatief worden voor de maatschappelijke werkelijkheid. Deze situatie versterkt de prognose dat het aangezicht van Europa zal worden bepaald in een treffen tussen nationaalconservatisme en de politieke islam.

Links versterkt het corporatisme

Komen we terug op de toekomstkansen van de sociaaldemocratie en jouw vraag over de rol van multinationals. Het verdelen van productiekapitaal, en of dat nu op liberale dan wel op socialistische wijze moet, is vandaag niet meer hét bepalende politieke vraagstuk. Die strijd is in een synthese uitgemond die erop neerkomt dat de Westerse democratie het corporatisme heeft omhelsd.

Juist op dit vlak hebben sociaaldemocraten een kwalijke rol gespeeld, zo ondervond ik tijdens het onderzoek naar de milieueffectenrapportage dat ik in 2013 verrichtte vanaf de Tweede Kamer. Om de kosten van overheidscontrole te verminderen, is het verleidelijk om wetgeving aan te scherpen en steeds meer verantwoordelijkheid voor het milieu bij bedrijven te leggen. Een gevolg is echter dat er nog maar een paar ‘grote spelers’ overblijven, met voldoende expertise in huis om een bouwplan aan te leveren dat op alle milieueisen is berekend. Grote spelers juichen die strengere regels toe omdat hun kleinere concurrenten die last niet kunnen opvangen. De linkse regelzucht maakt het corporatisme sterker en de middenklasse kleiner.

Onder deze synthese is economisch links als politieke factor overbodig – het tijdperk van de grootschalige overheidsprojecten en -investeringen is ten einde – de overheid fungeert niet meer als vliegwiel van de economie. Mijn advies is: erken dit en move on. Maar eis wél van multinationals dat ze de Europese culturele eigenheid en bijbehorend erfgoed respecteren. Dus geen ‘kerstwensen’ omruilen voor ‘fijne winterwensen’ en dat soort fratsen. Ook niet het varkensvlees uit (ham)burgers halen om moslims te behagen terwijl er genoeg andere producten op het menu staan.

Sociaaldemocratie is ontstaan in gemeenschappen die betrekkelijk homogeen waren omdat er, vanuit wederzijdse identificatie, een solidaire bereidheid bestond om voor elkaar te betalen. Het ligt voor de hand dat de sociaaldemocratie verdwijnt in een multiculturele maatschappij waar mensen vooral stemmen rond etnische en religieuze breuklijnen.

Nu zou men denken dat de religie min of meer definitief is verzwakt door de Verlichting. We leven echter in een wereld die is geraamd op economische groei, en economische groei vergt een groeiende bevolking. Juist hier zijn het de religieuze groepen die zich het meest voortplanten, wat uiteindelijk de Verlichting weer kan opheffen. Wat resteert van de Verlichting zal worden opgenomen in het nationaalconservatisme.

Modus vivendi van ‘links’ en ‘rechts’

Waar economisch links wegvalt blijft ‘cultureel links’ over – deze hoogopgeleide en ‘geëmancipeerde’ social justice warriors maken echter weinig kinderen en worden met iedere komende generatie een kleinere groep. De nationaalconservatieven en islamisten blijven over.

In de jaren ’90 was het ‘einde van de grote verhalen’ ingedaald en begonnen politieke partijen zich te profileren op koopkrachtplaatjes. Om de belofte van economische groei te kunnen blijven voorhouden heeft ‘rechts’ het cultureel-conservatieve thema laten vallen voor het economisch liberale thema. Dit om enerzijds de belangen van multinationals grenzeloos te kunnen dienen en anderzijds een grote kiezersgroep aan te spreken die vatbaar is voor een oppeppend ’tsjakka-wereldbeeld’. Tegelijk heeft ‘links’ het economische thema van klassenmobiliteit losgelaten voor het cultureel-progressieve thema.

Deze modus vivendi tussen identitair links en corporatistisch rechts kan bestaan doordat de spanningen worden afgewenteld op de middenklasse als bliksemafleider: middenklassers zijn nog enigszins geworteld in de burgerlijk-nationale cultuur en vormen, als spons van de koloniale erfzonde, de perfecte boeman voor progressieve activisten. Dit is voor rechts nuttig omdat de nadelen van de globalisering op dezelfde middenklasse worden afgewenteld. Socialistisch links bevordert de immigratie bewust terwijl kapitalistisch rechts weinig tegengas geeft. Grote corporaties profiteren immers van meer concurrentie op de arbeidsmarkt. De middenklasse wordt verpulverd tussen beide kampen, maar moet wel belasting blijven betalen. Als ze tegensputteren krijgen ze te horen: ‘u bent fascistisch!’.

De opkomst en ondergang van solidariteit

Hierbij is belangrijk dat het grootkapitaal de wegen kent om belastingwetgeving te ontwijken – de middenklasse echter niet. Over belastingontwijking zo meer – laten we eerst vaststellen dat links zich tot recent baseerde op een christelijk-middeleeuws instinct van naastenliefde. Je bouwt een gezamenlijke spaarpot op waarmee je solidair wat voor de ander kunt opbrengen. Dit wortelde in een instinct dat groeide door eeuwenlang in betrekkelijk kleine en overzichtelijke gemeenschappen samen te leven waar iedereen elkaar kende. Denk aan de middeleeuwse gilden die voor iemands gezin zorgden als de kostwinner stierf.

Dit instinct van naastenliefde werd door links gepolitiseerd onder de slagzin van solidariteit. We zitten dan in de Franse Revolutie en de grote arbeidersopstanden in de eeuwen daarna. Het thema solidariteit gaf links het perfecte alibi om aan herverdeling te doen en verschafte hen een concentratie van economische en politieke macht. Het thema bereikte haar hoogtepunt in de marxistische slagzin: ‘Arbeiders aller landen, verenigt u!’ Maar die overzichtelijke gemeenschappen zijn inmiddels verdwenen en daarmee is dat diepere instinct – het onderliggende aan solidariteit als politieke boodschap – krachteloos geworden. Mensen zijn mobieler en denken meer aan hun eigen belangen. In die zin is de maatschappij liberaler geworden en minder socialistisch. Oude banden begonnen te knellen en zijn grotendeels verruild voor ‘gecompartimentaliseerde’ relaties.

In een tijdperk waar de burger mobieler is, gemakkelijker dan ooit oude banden doorsnijdt en nieuwe relaties aanknoopt, moest links iets nieuws verzinnen. Een beroep op solidariteit ligt gevoelig als de burger zich niet identificeert met de persoon waarvoor hij moet betalen, omdat de culturen binnen één land uiteen zijn gedreven. Daarom verruilt links het begrip solidariteit voor het begrip klimaat. Als je wil belasten en wil herverdelen, dan moet je de meer egoïstisch geworden stemmer ervan doordringen dat die politieke machtsconcentratie – dus de macht om klimaatverandering te bestrijden – in diens eigen belang is.

Geconfronteerd met machtige bedrijven die overheden chanteren om maar zo te verhuizen en honderden banen mee te nemen – die met hun lobbyisten en juristen keer op keer belastingenwetten in hun voordeel weten om te buigen of anders de belastingen ontwijken – komt de politiek buiten spel te staan. Beleidsmakers verloren hun greep op de grote kapitaalstromen; de klimaatpolitiek is echter hét perfecte alibi om nieuwe heffingen in te voeren en nieuwe geldstromen richting de overheid in het leven te roepen. Met dit geld kunnen weer nieuwe verkiezingsbeloften worden gedaan en zo houden politici zichzelf relevant voor kiezers.

De vele multinationals die vroeger voor links de klassenvijand waren hielden aan die tijd een slecht imago over, zowel qua arbeidersrechten als qua milieuvervuiling. De klimaatpaniek biedt hen kansen om hun imago te greenwashen en hier via overheidssubsidies zelfs aan te verdienen. Het verhaal over klimaatvluchtelingen, ten slotte, markeert de transitie van oud links –‘internationale solidariteit’ – naar het nieuwe verhaal. ‘Oud links’ wil nog opkomen voor de verdrukten in arme landen, maar door ook deze kwetsbaarheid aan klimaat te verbinden worden zij ge-nudged om stapsgewijs het klimaatparadigma te betreden. Zo blijkt de nieuwe fixatie op klimaat een politieke methodologie om te kunnen blijven herverdelen in een wereld zonder solidariteit. Dit is ook waarom de sociaaldemocratie wordt overvleugeld door het verhaal van ‘Groen’.

De liberale emancipatie van arbeiders

Waar de solidariteit verdampt, zullen werknemers hun eigen weg moeten vinden in een dynamische wereld. Het sluit perfect aan bij jouw eerdere verwijzing naar Michael Walzer. Een juiste balans tussen vrijheid en gelijkheid wil zeggen dat mensen onderling verdragen kunnen afsluiten mits die overeenkomsten de individuele zelfbeschikking niet opheffen. Dit noemt Walzer ‘complexe gelijkheid’: het is een kenmerk van een open samenleving die vertrouwen stelt in individuele mensen en hun autonomie bekrachtigt.

Om goed te kunnen omgaan met complexe gelijkheid zal het onderwijs de (toekomstige) werknemers hierop moeten voorbereiden. Helaas moest ik zelf ervaren dat het onderwijs is vervuild met ongerechtvaardigde ongelijkheid en politieke correctheid. Helaas zijn er undercover activisten in Nederland en België die de gestolen mantels van intellectuelen en onderwijzers dragen.

Zo runde professor David Engels vanuit de VUB het academische tijdschrift Latomus. Hij vroeg mij om een boek te behandelen over democratie in de klassieke oudheid: Democracy, a Life (2016) van Paul Cartledge. Na een redactioneel geschil rond een gepolitiseerde kwestie – het belang van het Latijn in het curriculum als ‘taal van de cultuurhistorie’ versus het Arabisch als ‘taal van de toekomst’ – werd Engels helaas gedwongen af te treden.

Onmiddellijk waarschuwde ik Engels dat de rivalen zich zouden proberen te ‘ontsmetten’ van hem en de door hem voorgedragen inhoud. Dat gebeurde meteen: op 27 maart 2017 e-mailde Marc Dominicy dat mijn stuk alsnog niet gepubliceerd zou worden. Ondanks dat het al was goedgekeurd voor publicatie. Dat hier een politiek spelletje achter stak, bleek uit het excuus: ‘Latomus does not publish review articles’. Bewijsbaar onwaar, gelet op de eerder gepubliceerde stukken in dat genre.

Een verlies-verliessituatie?

Sinds de jaren zestig hebben we minder sociale cohesie, maar we accepteerden het omdat we er meer sociale mobiliteit voor terugkregen. Vandaag hebben we minder sociale mobiliteit én minder sociale cohesie. Het verschil is dat er vroeger een gedeelde overtuiging was dat men in het leven vooruit kon komen door te werken en op school je best te doen. Je benadrukte al dat dit gold voor zowel de middenklasse als de werkende klasse. Ook een groot deel van de (eerste generatie) gastarbeiders ging hierin mee. Wie op school de les verstoorde, kreeg straf en werd thuis verder berispt.

Toen de cultuurmarxisten het onderwijs in hun greep kregen, veranderde dit onderwijs. Nu worden overal bewijzen van ‘racisme’ en ‘discriminatie’ bespeurd – voor wild gedrag worden medische excuses gezocht. Ouders willen het onderste uit de kan en conflicten met de school worden ‘gejuridiseerd’.

Ik concludeer dat het in goede banen leiden van de economie – het beteugelen van de excessen van globalisering – vooral bereikt zal worden door individuele werknemers. Door hen bewust te maken van hun verantwoordelijkheid, de macht over hun leven en de mogelijkheid om dat te sturen, in plaats van hen toe te leiden naar méér overheid en vakbondskartels. Veel werknemersorganisaties zijn helaas vervallen tot inner circles van personen die deze organisaties aftappen uit eigenbelang. Links maakt een inschattingsfout door te denken dat méér regeltjes en méér overheid de wereld zullen redden van de macht van de multinationals – ik heb hopelijk aangetoond dat dit omgekeerd ligt.

Dank weer voor het schrijven én het lezen! En bedankt voor uw steun!

Sid

Sid Lukkassen (1987) studeerde geschiedenis en filosofie. Hij is onafhankelijk denker, vrijwillig bestuurslid van de Vlaamse Club Brussel en inspirator van De Nieuwe Zuil. Hij schreef onder andere 'Avondland en identiteit' en 'Levenslust en Doodsdrift'. Hij promoveerde op 'De Democratie en haar Media'.

Commentaren en reacties