Catalaans parlement daagt Grondwettelijk Hof uit
Catalaanse parlementsleden stellen zich bloot aan vervolging wegens het niet respecteren van een uitspraak van het Grondwettelijk Hof.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet zat er gisteren voor de zoveelste keer op tussen het Catalaans parlement en de Spaanse regering en Grondwettelijk Hof. Het Catalaans parlement nam een resolutie aan die het Grondwettelijk Hof verbood te behandelen. In Madrid reageert men woedend en bestuderen de juristen van de regering of ze de pro-onafhankelijkheidsleden van het bureau van het Catalaans parlement kunnen vervolgen.
Besluit parlementaire commissie
De ‘Parlementaire commissie voor het Grondwetgevend Proces’ had een besluit aangenomen waarin het tot de conclusie komt dat geen enkel referendum of onderhandelingsproces via de Spaanse staat mogelijk is. Het besluit daarom om eenzijdig het onafhankelijkheidsproces aan te vatten, via een drie-stappenplan: 1. Een volksraadpleging over de toekomstige Catalaanse grondwet; 2. Loskoppeling van de Spaanse staat en verkiezingen die een grondwetgevend parlement moeten samenstellen; 3. Organisatie van een referendum dat de grondwet moet goedkeuren. Bij dit stappenplan verklaart het parlement niet onderhevig te zijn aan eender welk gerecht of gerechtshof (in Spanje is het gerecht volledig vanuit Madrid georganiseerd).
Het Grondwettelijk Hof, met politiek benoemde rechters, liet een week geleden weten aan het bureau van het Catalaans parlement dat deze resolutie niet behandeld mocht worden. Het bureau respecteerde deze uitspraak maar gebruikte een achterpoortje: het plenum van het parlement kan zelf beslissen of het deze resolutie al dan niet behandelt, wat dan ook gebeurde. De meerderheid pro-onafhankelijkheid, met ‘Junts pel Sí‘ (Samen voor Ja) en het links-alternatieve CUP, nam de resolutie unaniem aan. Vanuit de Spaans-nationalistische partijen Partido Popular (partij van eerste minister Mariano Rajoy) en Ciutadans werden verwijten zoals ‘staatsgreepplegers’ naar de Catalaanse regeringsbanken geslingerd. Uiteindelijk weigerden ze deel te nemen aan de stemming en verlieten ze het halfrond. De Spaanse socialisten weigerden ook deel te nemen en de ecosocialisten stemden tegen.
Madrid zoekt sancties
Vanuit Madrid bleven de reacties niet uit. Premier Rajoy (PP) contacteerde de oppositieleiders om hun steun te vragen, die hij kreeg van Pedro Sánchez (PSOE) en Albert Rivera (Ciutadans). Enkel Pablo Iglesias van het links-populistische Podemos weigerde zijn steun. De Spaanse regering zal morgen naar verwacht aan de staatsadvocaten vragen te bestuderen hoe de ongehoorzame Catalaanse parlementsleden kunnen gestraft worden. Vooral parlementsvoorzitster Carme Forcadell wordt daarbij geviseerd.
Nadat het Grondwettelijk Hof de verklaring over het onafhankelijkheidsproces, gestemd door het Catalaans parlement, illegaal verklaarde, gaat dit parlement daar nu tegenin volgens de Spaanse regering. Ook legde het parlement de vraag van het hof naast zich neer om de huidige resolutie niet te behandelen. De vraag is of de Spaanse staat haar dreigementen, zoals voorzitster Forcadell afzetten, ook hard zal maken.
Ecosocialisten blijken uiteindelijk unionisten
Tot voor de 26 juni, datum van de herhaalde Spaanse verkiezingen, verklaarden de ecosocialisten zich noch unionist noch independentist. Toch vonden ze dat een onafhankelijkheidsreferendum moest gehouden worden, desnoods zonder het akkoord van Madrid. Van al deze uitspraken zijn ze nu teruggekomen. Bij de Spaanse verkiezingen hoopten ze te kunnen regeren in Madrid en zo het Catalaans probleem aan te pakken. De resultaten van de coalitie rond Podemos stelde echter teleur. Premier Rajoy en zijn conservatieve Partido Popular werd beloond, ondanks de vele corruptiezaken en de zaak rond de politieke vervolging van de Catalaanse nationalisten door de minister van Binnenlandse Zaken (1, 2 en 3).
Nadat dus duidelijk bleek dat Spanje geen zin heeft in hervorming, kozen Podemos en hun Catalaanse geallieerden er uiteindelijk voor toch de Spaanse legaliteit trouw blijven. Zo komen ze uiteindelijk toch in het unionistische kamp terecht. Het kwam hen op veel kritiek te staan van de Catalaanse independentisten, die de hypocrisie van de ecosocialisten aanklaagden.
Een woelige septembermaand
In september zou niet alleen duidelijk moeten worden wat het Spaanse gerecht zal ondernemen, op 11 september vieren de Catalanen hun nationale feestdag, dat sinds jaren gepaard gaat met massabetogingen. Kersvers Catalaans minister-president Carles Puigdemont liet ook weten dat hij zich eind september aan een vertrouwensstemming zal onderwerpen, gekoppeld aan de begroting voor 2017. Dat komt na de crisis over de vorige begroting, die weggestemd werd door de weigering van het links-radicale CUP om hun noodzakelijke stemmen te leveren, tegen het regeerakkoord in. Indien de CUP in september opnieuw weigert de Catalaanse begroting steun te geven, wordt verwacht dat Puigdemont zijn ontslag zal aanbieden en nieuwe verkiezingen zal uitschrijven. Dat zou voor de Catalanen de zoveelste verkiezingen zijn in amper enkele jaren. Verkiezingsmoeheid kan dus een risico betekenen voor de Catalaanse partijen. Het ziet er alvast niet uit dat de conflicten zullen afnemen in de Catalaanse en Spaanse politiek.
Ook in Madrid zit de regeringsvorming nog altijd muurvast. Stemmen gaan op dat Spanje zelfs voor de tweede maal de nationale verkiezingen herhaald zou zien.
Dit artikel kadert in het project ‘Soevereiniteitsbewegingen in Europa’ dat tot stand komt met de steun van de Vlaamse overheid.
(c) Foto www.vilaweb.cat
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.