Catalaanse politiek verlamd
foto © Reporters
De politieke vervolging begint zijn tol te eisen in de Catalaanse politiek. Een gelatenheid dreigt zich meester te maken van de partijen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Catalaanse politiek is verlamd. Verlamd door Spaanse rechters die aan politiek doen, verlamd door schrik voor de vervolgingen en verlamd door partijpolitieke strategieën doorkruist door parlementsleden in voorlopige hechtenis of in ballingschap. De Catalaanse politiek is ondertussen een gordiaanse knoop. Na exact drie maanden geeft het Catalaans parlement een mistroostig beeld. Ondertussen takelt de Spaanse rechtstaat verder af, fundamentele rechten en vrijheden worden steeds verder beteugeld en de corruptie van de Spaanse regeringspartij Partido Popular swingt verder de pan uit.
Drie maanden stilstand
ANC, de grootste Catalaanse drukkingsgroep pro-onafhankelijkheid, blies op 11 maart verzamelen in Barcelona onder de slogan ‘República ARA’ (Republiek NU). De hoofdletters waren niet toevallig gekozen en duidden dan ook de teneur aan. Afhankelijk van de bron kwamen 45.000 tot 200.000 betogers vooral hun misnoegdheid tonen. Misnoegd omdat er drie maanden na de verkiezingen nauwelijks wat beweegt in de doorgaans turbulente Catalaanse politiek. De boodschap die de leiding van ANC — nu einde mandaat — meegaf, deed de aanwezige politici slikken. ‘Wat steken jullie verdomme uit?’, was de vraag die de politieke secretaris van ANC stelde aan de politici. Volgens ANC hebben de Catalaanse politici niet genoeg haar op de tanden terwijl er een volk klaar stond en staat om verantwoordelijkheid op te nemen. Het volstaat te verwijzen naar de evenementen op 1 oktober en erna.
Wrevel binnen het republikeinse kamp
Het wijst op de frustratie die momenteel heerst in de onafhankelijkheidsbeweging. Het momentum dat in oktober bestond, werd volgens hen verkwanseld door de Catalaanse regering, wat ook Carles Puigdemont zelf toegaf. Op 10 oktober, de dag van de initiële onafhankelijkheidsverklaring, wou de onafhankelijkheidsbeweging er volledig voor gaan. Het eindigde echter met de sisser van de onmiddellijke opschorting van de onafhankelijkheidsverklaring. Ook op 27 oktober, toen het momentum al zwakker was, bestond nog steeds de bereidheid Catalonië plat te leggen. De Catalaanse regering riep dan wel de onafhankelijkheid uit, ze ontbond zichzelf ook de facto en liet de Catalanen zonder leiding achter. Twee maanden van politieke vervolgingen volgden, politici en partijleiders eindigden in Madrileense gevangenissen of in ballingschap en ondertussen moest ook nog eens een verkiezingscampagne gevoerd worden. De unionistische partijen, gesteund door het Spaanse persapparaat en opgesmukte peilingen, kregen de wind in de zeilen.
Wie de handschoen toen opnam en het stuurloze Catalaanse pro-onafhankelijkheidselectoraat mobiliseerde was de onafhankelijkheidsbeweging, opnieuw vooral ANC. Dat slaagde erin de Spaanse campagne te counteren. Met het spektakel rond de reis naar Brussel en de geslaagde betoging daar, slaagde ANC erin het tij te keren. De verdienste is niet exclusief maar wel cruciaal en duidt op het gewicht van de onafhankelijkheidsbeweging binnen de Catalaanse politiek. Dat is de reden waarom de Spaanse regering erop gebrand is om zowel ANC als Òmnium Cultural uit te schakelen. Voorbije maanden vielen opnieuw huiszoekingen plaats bij beide verenigingen. Een buiten de wet stellen is iets waar beide organisaties ernstig rekening mee houden.
Politiek actief gerecht
Rajoy’s tactiek is nog steeds dezelfde: dialoog weigeren, het gerecht politiseren en de politiek juridiseren. Het gevolg is dramatisch voor de Spaanse rechtsstaat. Onder andere rechter Pablo Llarena schrijft vonnissen die doorspekt zijn met politieke motiveringen. In januari buisde de GRECO, de Groep van Staten tegen Corruptie (Raad van Europa, Straatsburg), Spanje opnieuw: het voldoet aan geen enkele van de 11 aanbevelingen die eind 2013 werden gemaakt om corruptie te bestrijden in de Spaanse politiek en gerecht. Ook de onafhankelijkheid van het gerecht is een van de pijnpunten.
Het slechte nieuws uit Straatsburg blijft komen voor Spanje. Zo werd het veroordeeld voor onmenselijke behandeling — 3/7 rechters weken af van het vonnis en hadden het over foltering — en moest het de boetes terugbetalen van twee Catalanen die veroordeeld werden voor majesteitsschennis en het aanzetten tot haat. Bij een protest tegen het Spaanse koningshuis hadden ze in 2007 een foto van de toenmalige koning Juan Carlos verbrand. De Spaanse wetten zijn echter nog verhard sinds 2015, met de ‘Wet voor Burgerveiligheid’, populair ook wel ‘Ley Mordaza’ of Muilbandwet genoemd.
In een toenemende atmosfeer van censuur werden recent opnieuw drie rappers veroordeeld voor majesteitsschennis, aanzetten tot haat en verheerlijking van het terrorisme. Aanklachten die in Spanje kunnen en gebruikt worden tegen politieke oppositie, maar recentelijk in België als een ‘ontoelaatbare beperking van de vrijheid van meningsuiting’ werden bestempeld door het Grondwettelijk Hof. In Spanje lieten zowel de Partido Popular, Ciudadanos als PSOE weten de wet rond majesteitsschennis niet te willen hervormen of opheffen. Spanje legt dus de veroordelingen van Straatsburg naast ligt neer en krijgt daardoor toenemende kritiek van internationale instellingen en mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International.
Investituur van de kandidaat minister-president
Terwijl het gerecht al te kritische politieke opposanten vervolgt, zit ook de Catalaanse politiek in zak en as. De vervolgde Carles Puigdemont vanop afstand inzweren zit er niet in zonder een hervorming van het parlementair reglement en rechter Pablo Llarena zal ook Jordi Sànchez, de eerste reservekandidaat, niet de toelating geven de investituurszitting bij te wonen, een toelating die zelfs ETA-lid Juan Carlos Yoldo in 1987 wel kreeg van het Hooggerechtshof. Sànchez zou ondertussen bereid zijn zijn parlementszetel op te geven indien hij daardoor vrij zou kunnen komen.
Ook de links-radicale CUP zag Sànchez niet meteen zitten. Het eist een krachtdadiger regeerakkoord van ERC en Junts per Catalunya. Om eindelijk een regering op poten te zetten, willen deze partijen Madrid momenteel niet teveel voor het hoofd stoten. Vooral binnen ERC en de PDeCAT (deel van Puigdemont’s lijst Junts per Catalunya en de partij van Artur Mas) wil men even wat rust om de vervolging het hoofd te kunnen bieden. De CUP ziet daar geen heil in en wil doorgaan met de republiek als tegenaanval tegen de Spaanse repressie. Paradoxaal genoeg vindt de CUP daarvoor sympathie bij het liberale Junts per Catalunya. Dat wil koste wat het kost Puigdemont terug en de republiek effectief uitroepen. Tussen de PDeCAT, de traditionele vleugel binnen het centrumrechtse kamp, en Junts per Catalunya, de kieslijst van Puigdemont, gaat het ondertussen niet zo denderend. Junts per Catalunya werd al opgericht als legale entiteit. Het valt te verwachten dat Puigdemont vroeg of laat zal proberen af te raken van de PDeCAT, dat tenslotte de opvolger is van Convergència. Dat sleept nog enkele corruptiezaken met zich mee.
En nu?
Vandaag wordt dan toch in allerijl een investituurszitting samen geroepen. De tweede reservekandidaat, Jordi Turull, werd immers samen met vijf andere Catalaanse politici opgeroepen opnieuw voor rechter Llarena te verschijnen. De vrees bestaat dat ze opnieuw de tralies achter moeten. Parlementsvoorzitter Roger Torrent wil daar nu een stokje voor steken door het parlement zitting te laten houden. De kans dat Jordi Turull verkozen wordt, is echter miniem. Omdat zowel Puigdemont als Toni Comín vanuit Brussel hun stem niet kunnen delegeren, heeft de coalitie de stemmen nodig van de CUP. En die lijken dwars te blijven liggen totdat de regeringscoalitie op de proppen komt met een doortastender regeerakkoord. Eens de zitting is gehouden, start dan wel de klok: binnen de drie maanden moet er een minister-president verkozen worden. Zo niet worden automatisch nieuwe verkiezingen uitgeroepen.
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.