Catalonië naar ‘Diada’ onder institutionele hoogspanning
Diada, 11 september 2017 in Barcelona.
foto © Doorbraak
De institutionele opstand is begonnen in Catalonië, met haar regering die gehoorzaamheid weigert aan de Spaanse instellingen.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe Catalanen vierden gisteren, 11 september, hun nationale feestdag of Diada. Het is dag waarop Barcelona viel in 1714, en daarmee het einde inluidde van de Spaanse Successieoorlog. De stad werd belegerd door de verzamelde troepen van de coalitie van de Spaans-Franse koningshuizen van Bourbon. De geallieerde coalitie, onder leiding van de Engelsen, had de Catalanen laten vallen. Tegen alle verwachtingen in, hield Barcelona meer dan een jaar stand. Sinds 1886 herdenken de Catalanen die dag. Dit jaar wordt de Diada gevierd in een atmosfeer van rebellie.
Het Catalaanse parlement keurt ontkoppelingswetten goed
De plenaire vergadering begon deze week in een continu steekspel over procedures. Het Grondwettelijk Hof, op vraag van de Spaanse regering, had eerder al de versnelde goedkeuringsprocedure geschorst van het Catalaans parlement. Met deze procedure, gekopieerd uit de reglementen van het Spaans parlement en die uit andere autonomieën, hoopte de Catalaanse meerderheid de centrale regering op tijd te kunnen pakken. Gezien dat mislukte, moest de pro-onafhankelijkheidsmeerderheid door de gewone procedure, met alle mogelijkheden tot filibusteren. Een kans die de oppositie met beiden handen aannam.
Het begon met eens steekspel tussen de leden van het bureau van het Catalaans parlement. De leden van de oppositie verwezen naar de waarschuwingen en het verbod van het Grondwettelijk Hof om het wetsvoorstel voor een referendum te behandelen. De Catalaanse meerderheid in het bureau speelde het spel slim. Om te vermijden dat de leden van het bureau zich onmiddellijk zouden blootstellen aan vervolging, stuurde het de vraag voor het behandelen van het wetsvoorstel door naar de plenaire vergadering, die deze vraag – via een wijziging van de agenda van de dag – moest behandelen. Zo namen de 72 pro-onafhankelijkheidsparlementsleden gemeenschappelijk de verantwoordelijkheid op zich.
Het referendumwetsvoorstel ging dus door via de gewone procedure. De oppositie gebruikte de gelegenheid om te filibusteren. De meerderheid van het bureau rekte het reglement dan weer tot het uiterste om dit filibusteren tegen te gaan. Het wetsvoorstel werd uiteindelijk goedgekeurd om halftien ’s avonds. Het spektakel herhaalde zich de dag erna voor de ontkoppelingswet, die via een zelfde lijdensweg uiteindelijk goedgekeurd werd om half één ’s nachts. De oppositie schreeuwde moord en brand en klaagde aan dat hun rechten als parlementslid niet gerespecteerd werden in het debat en dat ze te weinig spreektijd kreeg. De oppositieleden wilden het debat zo lang mogelijk rekken om de Spaanse regering en het Grondwettelijk Hof de tijd te geven om tussenbeide te komen.
Dat de oppositie zo tekeer ging over haar rechten, staat dan weer haaks tegenover hun acties die alle mogelijke debat moesten verhinderen. Alle mogelijke wegen werden geschorst of verhinderd. De meerderheid rekte het reglement inderdaad tot –of over?- het uiterste, maar dat was dan ook de laatste mogelijkheid die hen overbleef.
Opvallend was ook dat de radicaal-linkse coalitie van Podemos, groenen en communisten (Catalunya Sí que es pot) onderling publiekelijk aan het ruziën ging in de plenaire vergadering. De groene woordvoerder van de coalitie stak een nijdige toespraak af, die visceraal de tactiek van de meerderheid afbrak en een unilateraal referendum verwierp. Een lid van Podemos vroeg aan de parlementsvoorzitster om de spreektijd in twee te delen om de ‘pluraliteit’ van de coalitie aan te tonen. Daarop mengden twee anderen van de coalitie zich in het gebakkelei. De coalitie toont zo haar diepe verdeeldheid aan over de kwestie. Aan de ene kant zijn Podemos en de communisten voor het unilaterale referendum en de tactiek omdat ze geen andere weg zien, en aan de andere kant staan de groenen die zich niet buiten de Spaanse wet willen begeven. Uiteindelijk onthield de coalitie zich.
De twee wetten
De Wet Referendum voor Zelfbeschikking en de Wet voor Juridische Overgang en Stichting van de Republiek luiden officieel al de secessie van Catalonië in. De tweede wet wordt echter enkel in praktijk gebracht wanneer de onafhankelijkheid het wint in het referendum. De wet voor dit referendum stelt echter al dat geen enkele norm of instantie die tegen deze wet ingaat, ingeroepen kan worden of de autoriteit heeft om deze wet te schorsen of te annuleren. Alle personen en instituties die deelnemen aan de voorbereiding en uitvoering van het referendum, worden door deze wet beschermd. Het zijn maatregelen die voorzien werden voor de Spaanse gerechtelijke acties die nu al zichtbaar worden.
Grondwettelijk Hof krabbelt terug
Bij het begin van vorige week, verraste de Catalaanse parlementsvoorzitster Carme Forcadell het Grondwettelijk Hof. Ze wraakte alle 12 leden van het hof. Bij de wraking van een lid, moeten de andere leden beslissen of deze wraking al dan niet terecht is. Nu is er niemand die deze wraking kan behandelen, behalve eventueel internationale instanties indien de situatie ontspoort. Het Hof verwierp uiteindelijk collegiaal de wraking.
Vorig jaar keurde het Spaans parlement een wetsvoorstel van de Spaanse regering goed dat de werking van het Grondwettelijk Hof hervormt. Het krijgt daarmee toelating om volksvertegenwoordigers, regeringsleden en ambtenaren rechtstreeks uit hun ambt te zetten wanneer deze een uitspraak van dit hof niet respecteren, zonder dat de betrokken personen gehoord hoeven te worden. Deze hervorming werd, na grondwettelijk bezwaar van o.a. de Catalaanse oppositie, goedgekeurd door het Grondwettelijk Hof zelf. Er waren echter leden die bezwaar uitten tegen deze hervorming, net zoals de Commissie van Venetië (Raad van Europa). De kritiek luidt dat het Grondwettelijk Hof zowel rechter als uitvoerder wordt en het recht op verdediging geschonden wordt.
Nu het Grondwettelijk Hof de kans krijgt deze macht te gebruiken, deinst het terug. Door de wraking van Forcadell is het rechter en betrokken partij. Spaans eerste minister Mariano Rajoy wou alle actie nu afwimpelen op het hof, met de vraag om rechtstreeks tussenbeide te komen, maar het hof oordeelt nu dat Forcadell als betrokken partij het recht heeft om gehoord te worden. Daarmee oordeelt het dat de gewoonlijke gerechtelijke procedures moeten gevolgd worden. Dat is een streep door de rekening van Rajoy’s tactiek. Die had immers gehoopt de opstandige Catalaanse politici rechtstreeks te kunnen afzetten via het Grondwettelijk Hof en niet via de tragere gewone gerechtsgang. Dat geeft de Catalaanse pro-onafhankelijkheidsmandatarissen het voordeel van de tijd.
Heksenjacht
Het Grondwettelijk Hof heeft nu wel een waarschuwing gestuurd naar een honderdtal hoge ambtenaren en de Catalaanse regeringsleden. Indien deze deelnemen aan acties tot voorbereiding en uitvoering van het referendum, stellen deze zich bloot aan vervolging. Eenzelfde waarschuwing werd door de Spaanse regering gestuurd naar de Catalaanse burgemeesters.
Catalaans minister-president Carles Puigdemont ondertussen, verklaarde dat hij niet gebonden is door de uitspraken van het Grondwettelijk Hof. Hij verklaarde daarbij ook dat de enige instantie die hem uit zijn ambt kan ontzetten, het Catalaanse parlement is. Hij geeft daarmee duidelijk zijn wil tot ongehoorzaamheid aan en te willen doorzetten met het referendum.
Intussen openden de Spaanse procureurs de heksenjacht: de Guardia Civil onderzocht twee dagen lang de auto’s van het personeel van een drukkerij en viel er uiteindelijk binnen om bewijsmateriaal te zoeken dat zou aantonen dat de drukkerij materiaal drukt voor het referendum. Een dag nadien viel dezelfde Guardia Civil binnen in het lokaal van een lokaal tijdschrift en drukkerij voor dezelfde redenen. De directeur van deze drukkerij werd nadien in beschuldiging gesteld voor ‘ongehoorzaamheid, belemmering van de rechtsgang en misbruik van openbare fondsen’. De Guardia Civil zette haar elite-eenheid in om het lokale volksprotest tegen te houden. De lokale bewoners gingen er protesteren en eisten het recht om te kunnen stemmen op.
De Guardia Civil verhitte zo te gemoederen enkele dagen voor de nationale feestdag, die opnieuw een succes werd. Volgens de lokale politie van Barcelona daagden minstens 1 miljoen betogers op.
Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.
Spanje krijgt Carles Puigdemont maar niet te pakken. Ondertussen maakt het zich ‘belachelijk’ aldus een triomfantelijke Puigdemont.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.