De grote transitie
Vlaamse jongeren vinden gunstige arbeidsmarkt
foto © Belga/PG
Nooit lagen de voorbije halve eeuw de kaarten voor schoolverlaters op de arbeidsmarkt beter dan nu. Toch vreemd dat dit geen nieuws meer is.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOp dit ogenblik maken meer dan 70.000 Vlaamse jongeren de overstap van het onderwijs naar de arbeidsmarkt, een van de meest fundamentele transities in een mensenleven. Sommigen twijfelen nog tussen verder studeren of de stap naar werk effectief zetten.
Velen zullen ongetwijfeld eerst nog een lange vakantie inplannen. Er heerst ook wat schrik van de arbeidsmarkt. De huidige generatie jongeren behoort sinds enkele jaren tot de eerste sinds een halve eeuw die quasi zeker is van werk.
Gunstige arbeidsmarkt
Het is opmerkelijk hoe snel vooral de jongeren dat heel normaal zijn gaan vinden. In De Morgen vonden we de resultaten van het meest recente VDAB-schoolverlatersonderzoek, en in De Standaard en De Tijd werd er zelfs geen papier aan verspild. Dat jongeren vandaag de dag bijna probleemloos de overstap van school naar werk maken is blijkbaar geen echt nieuws meer.
Het lijdt geen twijfel dat de schoolverlaters volop profiteren van de situatie van volledige werkgelegenheid waar we in Vlaanderen op afstevenen. De gezondheid van een arbeidsmarkt komt altijd het best tot uiting in hoe gemakkelijk nieuwkomers er toegang toe krijgen. Los van de economische situatie met veel jobcreatie zien bedrijven en organisaties met de boomers ook nog veel expertise en talent vertrekken. Uiteraard kijken ze met een begerig oog naar dit nieuwe talent.
Extra gevoelig voor schommelingen
Iets meer dan twintig jaar geleden (2003) bedroeg in Vlaanderen de werkloosheid bij jongeren een jaar na afstuderen nog 15.5 procent. De voorbije twee decennia is dat percentage systematisch structureel gedaald. Zoals al vermeld zijn jongeren (en nieuwkomers in het algemeen) extreem gevoelig voor de temperatuur op de arbeidsmarkt. Dat betekent dat conjuncturele cycli snel een grote invloed hebben.
Bij de dotcomcrisis op het einde van de vorige eeuw ging de werkloosheid van 10.7 procent in 2000 naar 15.5 procent in 2003. Bij afgestudeerden met een masterdiploma ging het toen nog altijd om 12.7 procent. Na 2003 kende de economie een sterke opleving waarbij de werkloosheidsgraad van afgestudeerde jongeren voor het eerst sinds de jaren ‘70 onder de 10 procent dook in 2008.
Met de financiële crisis ging het uiteraard weer snel de andere kant op, maar de werkloosheid topte met 14.6 procent in 2009 toch een procentpunt onder het hoogtepunt van de dotcomcrisis van 2003. Bij de nieuwe recessie in 2013 bleef de werkloosheid zelfs steken op 13 procent.
Na de economische heropleving in 2015 daalt de werkloosheid opnieuw onder de 10 procent. In 2018 en 2019 worden historisch lage cijfers gehaald met 8.9 procent werkloosheid. Uiteraard is er weer een stijging tijdens de coronacrisis maar de fundamenteel dalende trend wordt opnieuw verder gezet. De werkloosheid blijft tijdens de crisis zelfs steken onder de 10 procent, fors onder het niveau van de vorige crisissen.
De voorbije jaren gaat het dan plots heel snel. In 2021 wordt het vorig laagterecord van 2019 verpulverd met nog nauwelijks 6.1 procent werkloze schoolverlaters een jaar na het verlaten van de school. In 2022 wordt dit nog eens scherper gesteld met 5.5 procent. Dit zijn cijfers die niet meer gehaald zijn sinds de jaren 60. Jonge schoolverlaters profiteren vooreerst van de enorme netto jobcreatie. Nooit in de geschiedenis werden er netto meer jobs gecreëerd dan in 2021 en 2022. Daarenboven is er de al vermelde vergrijzing die zorgt voor een grote uitstroom.
Positieve, onderbelichte toekomst
De kaarten hebben dus nog nooit zo gunstig gelegen voor jongeren. Zelfs als de economie afkoelt, blijft de grijze uitstroom de komende jaren op volle kracht doorwerken. Uiteraard zijn er nog verschillen inzake kwalificatieniveau. Voor jongeren met een hoger onderwijsdiploma bedraagt het werkloosheidspercentage nauwelijks 2 procent. Op dat niveau geldt dat het zelfs niet meer echt uitmaakt welke richting je kiest, werk vinden doe je altijd. Maar ook voor afgestudeerden middelbaar onderwijs oogt de toekomst positief met werkloosheidspercentages van 6 à 7 procent. Voor jongeren zonder enig diploma is het een ander verhaal, met 20 procent. Uiteraard een hoog cijfer, maar een stuk lager dan enkele jaren geleden toen we vlot boven de 30 procent gingen.
Vreemd genoeg vertaalt deze uitstekende positie zich niet in een groter geluksgevoel voor jongeren, tenminste indien we het World Happiness Report 2024 mogen geloven. Volgens dat rapport zouden de jongeren zich nu meer zorgen maken dan vroeger. Als belangrijkste redenen worden sociale media en de verbrokkeling van het sociaal weefsel aangegeven. Er wordt ook verwezen naar de grotere ongelijkheid maar dit gaat voor België en Vlaanderen al zeker niet op. Er wordt ook verwezen naar de grotere onzekerheid bij jongeren ten aanzien van fenomenen zoals de klimaattransitie maar ook artificiële intelligentie.
Vreemd genoeg is er geen enkele referentie naar de historisch uitstekende arbeidsmarktpositie die jongeren niet alleen in Vlaanderen maar ook in grote delen van de Europese Unie en de ontwikkelde landen hebben. Dat is onbegrijpelijk, want alle onderzoek legt wel een duidelijke link tussen geluk en aan het werk zijn. Dan is het toch enigszins vreemd dat dit nu niet tot uiting komt bij jongeren. Het lijkt me hoog tijd om enig weerwerk te bieden aan ‘het narratief van neergang’ (Elchardus, 2015) dat deze dagen zo alomtegenwoordig is.
Categorieën |
---|
Volgt sinds 1983 de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Eerst op de KULeuven als wetenschappelijk medewerker later bij Randstad. Hij schrijft voor Doorbraak in eigen naam.
Dat Donald Trump illegale migratie wil aanpakken is niet verkeerd, maar doet hij dat op de juiste manier?
De ontmanteling van de stopgezette kernreactoren is nog niet begonnen, laat het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle weten. Alles blijft mogelijk.