JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Cordon is democratisch schijndebat

Nicolas Van Haecke15/9/2019Leestijd 3 minuten

foto © Reporters / PPE

Het cordon zou zogezegd ondemocratisch zijn en verkiezingen overbodig maken. Maar wat als we het telsysteem voor de zetelverdeling omgooien?

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Kort na de verkiezingen gingen er weer diverse stemmen op, waaronder deze van Jean-Marie Dedecker, om het cordon sanitaire in Vlaanderen af te schaffen. Want het cordon zou zogezegd ondemocratisch zijn en verkiezingen overbodig maken. Maar voor wie structureel echt meer democratie wil, zou de focus beter verschuiven van het doorbreken van het cordon naar aanpassingen aan het kiesstelsel. Dit is immers de essentie, terwijl het cordon in wezen bijzaak is. Ook zonder cordon is het in de toekomst namelijk allesbehalve zeker dat de zogenaamde ‘wil van de kiezer’ gerespecteerd wordt.

‘De kiezer beslist’… of toch niet helemaal?

Héél vaak hoor je politici voor de verkiezingen zeggen ‘de kiezer beslist’. Maar dat is, om het zacht uit te drukken, helaas slechts deels waar. Want wat de kiezer nu mag doen is bepalen hoeveel zetels elke partij haalt in het parlement en daarmee is de kous min of meer af. De kiezer heeft verder geen of nauwelijks impact op de samenstelling van de regering. Want wat dat betreft zijn er maar twee, weliswaar ongeschreven, regels: namelijk dat de grootste fractie ‘normaal gezien’ de minister-president levert en dat de regering steunt op een meerderheid in het parlement. Die laatste regel garandeert ook dat het parlement quasi altijd zal goedkeuren wat beslist wordt in de regering. De regering, en niet het parlement, bepaalt in Vlaanderen (en bij uitbreiding in België en veel Europese landen) dan ook grotendeels het beleid.

Tot er na x-aantal dagen regeringsonderhandelingen eindelijk ‘witte rook’ verschijnt heeft de kiezer er min of meer het raden naar met wie ‘zijn’ of ‘haar’ partij uiteindelijk een meerderheid zal vormen. Veto’s voor de verkiezingen zijn dan ook allerminst een garantie voor wat na de verkiezingen gebeurt (denk bijvoorbeeld aan het ‘non’ van Charles Michel tegen de N-VA destijds…) . Aanpassingen aan het kiesstelsel richting meer democratie zouden er dan onder andere ook op gericht moeten zijn om de kiezer meer impact te geven op welke partijen in de regering zitten. Een vrij eenvoudige wijziging aan het kiesstelsel, die tegelijkertijd wel een aanzienlijke impact zou kunnen hebben, zou in die zin een stap in de goede richting kunnen zijn. Het gaat dan concreet over het vervangen van de kiesdeler D’Hondt door Imperiali.

D’Hondt versus Imperiali

Als de stemmen geteld zijn en het stof gaan liggen is, is wat telt het aantal zetels dat elke partij heeft behaald in het parlement. Op verkiezingsdag wordt dan ook al vlug uitgekeken naar de uiteindelijke zetelverdeling en worden op basis daarvan al allerlei mogelijke meerderheidscoalities in kaart gebracht. Bij de wijze waarop stemmen omgezet worden in zetels is de kiesdeler van essentieel belang. De keuze van de kiesdeler kan immers nogal wat verschil maken, wat onderstaande grafiek met betrekking tot de Vlaamse verkiezingen ook duidelijk maakt. (Merk op dat op basis van deze verkiezingsuitslag met de kiesdeler Imperiali ‘Zweeds’ een ruimere meerderheid zou hebben dan nu het geval is en dat N-VA en Vlaams Belang net een volstrekte meerderheid zouden halen.)

verkiezingenNicolas Van Haecke

D’Hondt, die momenteel gebruikt wordt bij zowel de Vlaamse als federale verkiezingen, is vrij evenredig. Dat betekent dat het percentage behaalde zetels vrij goed het percentage behaalde stemmen weerspiegelt. Imperiali, dat in België enkel gebruikt wordt bij de gemeenteraadsverkiezingen, bevoordeelt meer de grotere partijen en vooral de grootste. Met ‘Imperiali’ heeft een partij die 40% van de stemmen haalt vaak al een meerderheid van de zetels. Dit was bijvoorbeeld het geval voor ‘Lijst Dedecker’ in Middelkerke. Bij de gemeenteraadsverkiezingen haalde deze partij met 44% van de stemmen 14 van de 25 zetels (=56%) binnen. Dergelijk systeem heeft dus al wat meer trekken van een meerderheidsstelsel (zoals bijvoorbeeld het Brits kiesstelsel) en boet hiermee dus in aan evenredige vertegenwoordiging in het parlement.

Geef kiezer duidelijkere keuze

Maar waarom blijven vasthouden aan de idee van zuivere evenredige vertegenwoordiging terwijl die perfecte evenredigheid door de kiesdrempel toch al aangetast is? En vooral, terwijl de echte macht toch bij de regering, en niet bij het parlement, ligt? Want het grote voordeel van Imperiali zou wel zijn dat de grootste partij(en), ongeacht dewelke, ook meer zetels zou(den) halen en zo ook vlugger aan een meerderheid zou(den) geraken. Zo zouden er meer coherente meerderheden gevormd kunnen worden met minder partijen. Partijen zouden zo ook meer aangemoedigd worden om voor de verkiezingen al kleur te bekennen en kartels te vormen. Met Imperiali is 1+1 immers meer dan 2. Zo zou er bijvoorbeeld een ‘centrumlinks’ en een ‘centrumrechts’ blok kunnen komen en zou de kiezer de keuze kunnen hebben uit 2 of 3 grote kartellijsten. Op die manier zou de kans ook groter zijn dat ‘de wil van de kiezer’ uiteindelijk ook beter weerspiegeld wordt in de samenstelling van de regering dan vandaag het geval is.

Nicolas Van Haecke heeft interesse voor EU-thema's en binnenlandse politiek.

Commentaren en reacties