Kapers en wachters in dienst van de vorst
Linkse academici profileren zich met een hilarisch-grotesk 'charter'
Eva Brems, professor en (Groen) ondertekende het ‘charter’ en wil haar plaats opeisen in het maatschappelijke debat, hoewel ze die al heeft.
foto © Reporters / Tim Dirven
Academici die toch al ruim toegang tot de media hebben, willen meer op tv komen en komen naar buiten met een pretentieus-dom manifest. Een late doodsreutel van het cultuurmarxisme?
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementEen aantal Belgische academici NL/FR is zopas bevallen van een opiniestuk (neen), een petitie (ook niet), een charter dus, waarin ze ‘zich engageren om uit hun terughoudendheid te stappen en om actief deel te nemen aan het maatschappelijk debat, uiteraard met respect voor hun individuele vrijheid van denken.’ Het is een opmerkelijk epistel, ik raad u echt aan het eens door te nemen, gesteld dat u de draad onderweg niet kwijt geraakt en moedeloos of geërgerd wegklikt.
Kort gezegd wil dit kransje proffen ‘meer tussen komen in het maatschappelijk debat’ en ‘uit de ivoren toren treden’. Wel, dat ze dat dan maar doen, wie houdt hen tegen. Elke avond zie ik op tv wel ergens een prof verschijnen om ons te verblijden met zijn/haar inzicht, en elke dag komt zo’n academicus de opiniekolommen van de kwaliteitspers vullen. Ik pik drie namen uit de lijst van ondertekenaars: Ignaas Devisch, professor medische filosofie en ethiek, en zowat om de drie dagen in een of ander praatprogramma; Freddy Mortier, vrijmetselaar, Gentse hoogleraar ethiek en voorzitter van deMens.nu, de Nederlandstalige organisatie van vrijzinnige verenigingen, ook zopas een opiniestuk in De Morgen van gelezen; Eva Brems, Groen-politica die ooit als enige tegen het boerkaverbod stemde, en een vaste column in DS heeft. Nogmaals: waar klagen deze lui over? Toch geen gebrek aan spreekrecht en mediaruimte?
Cultuurmarxisme
De drie namen die ik citeer komen alle uit dezelfde politieke hoek, en dat is geen toeval: het Academisch Charter is duidelijk een poging om het grote gelijk van links nog eens te onderlijnen en te verkopen binnen een pleidooi voor de academische vrijheid.
De onderliggende filosofie ruikt in feite naar het aloude cultuurmarxisme, volgens het recept van communistische spekpater Antonio Gramsci, die stelde dat de (linkse) intellectuele elites actief aan indoctrinatie moeten doen, teneinde de massa van haar vals bewustzijn te bevrijden. Heel het vervolg van mei ’68 en de fameuze ‘lange mars door de instellingen’ is doordrongen van die missie.(*)
Maar we zijn ondertussen 50 jaar verder, de multiculturele fata morgana is volop aan het verdampen, we worden geconfronteerd met het islamfundamentalisme, en heel de linkerzijde mist het rendez-vous met de geschiedenis. En begint dat ook te beseffen. Van daaruit moet men de nogal rancuneuze en nerveuze toon begrijpen van dat ‘charter’: intellectuelen die eigenlijk al volop toegang tot de media hebben, en toch voelen dat ze niet genoeg impact hebben op de publieke opinie.
Nogmaals: het probleem is niét de spreekvrijheid van de prof of de academicus of van de intellectuele elites. We zien ze al teveel in alle mogelijke opinieformats. Afrekeningen binnen het academische milieu doen zich anderzijds sporadisch wel voor. Het bekendste geval is dat van Frank Thevissen, door de clan De Gucht aan de VUB gedefenestreerd na een hilarische tuchtprocedure.
Het probleem is vooral de spreekvrijheid van de gewone man/vrouw, de maatschappelijke onderstroom die maar druppelsgewijs en gefilterd wordt toegelaten in de klassieke media, en die dus is aangewezen is op de zogenaamde sociale media, de ‘beerput’ zoals de perskaartjournalisten ze noemen. Formeel leven we wel in een democratie met spreekrecht voor iedereen, maar in de realiteit zijn ‘serieuze’ opinies voorbehouden aan een smalle toplaag van mensen die zichzelf op de sokkel van de maatschappelijke relevantie hebben gehesen en mekaar daarin ook volop steunen: journalisten, academici, cultuurmakers. De lieden dus die de dagelijkse krantencolumns vullen en in Terzake of De Afspraak verschijnen. En die nu roepen dat ze ‘uit hun ivoren toren willen treden’. Help.
Buitengewone machine
Tot slot nog iets over de taal waarin dat manifest is opgesteld. Ik heb zelden zo’n wazig en mistig schrijfsel gelezen, op het surrealistische af, met zinnen als ‘Wij zijn inderdaad van mening dat de universiteit de meest buitengewone machine is om precedenten te scheppen.’
Vermoedelijk tamelijk letterlijk vertaald uit het Franstalig origineel: ‘Nous considérons en effet que l’université est la plus extraordinaire machine à créer des précédents.’ Niet dat deze versie ons veel wijzer maakt, evenmin als de onmogelijke constructie ‘De academicus wordt hier de rol van wachter toebedeeld, hij/zij die de horizon bespeurt en de verst verwijderde gevaren identificeert om tot de meest efficiënte en goedkoopste oplossing te komen.’ (in het Frans: ‘…Un rôle de vigile, qui épie l’horizon et repère les dangers les plus lointains afin de pouvoir leur apporter une réponse efficace et la moins coûteuse qui soit, à tous points de vue.’) Jawadde.
Of deze uitsmijter: ‘De academicus krijgt hier ook de rol van kaper, die op een flexibele manier vrijheid en dienstverlening aan zijn vorst verenigt.’ (‘… un rôle de corsaire, qui combine avec souplesse le service et la liberté par rapport son souverain’). Als dit het niveau van verstaanbaarheid is, waarop een academicus zich in dit land kan uitdrukken, dan vrees ik het ergste. Of misschien heeft het Nobelprijscomité literatuur hier toch kansen laten liggen.
Het schabouwelijk slecht Nederlands is typerend voor links,- het feit dat ze niet uit hun woorden geraken en niet in staat zijn iets helder te formuleren buiten het jargon om. Wachter en kaper willen ze zijn, die geëngageerde Verlichters, in dienst van de vorst, en ook na drie keer grondig lezen is het me niet duidelijk wat er met die metaforen bedoeld wordt, ik ben misschien te dom.
My guess: het is gewoon intellectualistische aanstellerigheid en woordenkramerij, bedacht door een cenakel van geprivilegieerden die zich niettemin ongerust maken over hun status. En terecht. Afgezien van enige vakcompetentie is de mening van Eva Brems me niet meer waard dan die van mijn buurvrouw of een WC-dame. Misschien zouden de rollen zelfs eens mogen omgekeerd worden en wil ik graag Eva eens een muntstukje toegooien na een plas, dat ware pas diversiteit in de praktijk.
Ach, eigenlijk zou ik al blij zijn als proffen op een degelijke manier doen waar ze voor betaald worden: onze studenten een hoogwaardige opleiding geven, en dat bijvoorbeeld niet aan assistenten overlaten, of de lat al te laag leggen om zoveel mogelijk jongelui aan een diploma te helpen in naam van de kansengelijkheid en de ‘diversiteit’. Want dat laatste woord zit hier en daar in de tekst verstopt, als een geval van ideologische sluikstort die weer in de richting gaat van drempelverlaging en nivellering.
Johan Sanctorum (°1954) studeerde filosofie en kunstgeschiedenis aan de VUB. Achtereenvolgens docent filosofie, tijdschriftuitgever, theaterdramaturg, communicatieconsultant en auteur/columnist ontpopte hij zich tot een van de scherpste pennen in Vlaanderen en veel gevraagd lezinggever. Cultuur, politiek en media zijn de uitverkoren domeinen. Sanctorum schuwt de controverse niet. Humor, ironie en sarcasme zijn nooit ver weg.
Ook na een afgekocht proces over omkoperij en valsheid in geschrifte, is er kans op een schepenambt in Vlaanderens grootste stad.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.