JavaScript is required for this website to work.
post

CUP: antikapitalistisch en catalanistisch

Christophe Bostyn10/10/2015Leestijd 3 minuten

De extreemlinkse CUP steunt een independentistische centrumregering in Catalonië. Een portret van een aparte partij.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Bij het bekend raken van de verkiezingsresultaten in Catalonië was er heel wat enthousiasme in het onafhankelijkheidskamp: 47,74% voor de onafhankelijkheidslijsten Junts pel Sí en CUP, 39,17% voor de unionisten en 11,94% voor de onuitgesproken partijen. Als snel werd echter duidelijk dat de antikapitalistische CUP met tien zetels het Junts pel Sí niet makkelijk zou maken. Dat de CUP tijdens de verkiezingen beloofde Artur Mas niet minister-president te zullen maken, namen de Spaanse pers in één adem over als het einde van Mas en de gehele onafhankelijkheidsbeweging. Dat laatste is te dwaas voor woorden, maar het eerste zou wel eens bewaarheid kunnen worden. 

Wat is de Candidatura d’Unitat Popular, de Kandidatuur voor Volkseenheid? Een klassieke vergissing die vele buitenlanders maken, is alles wat alternatief-links is in Spanje op één hoop te gooien. De ‘ecosocialisten’ (groenen en postcommunisten), Podemos, CUP … Terwijl de ecosocialisten en Podemos traditioneel een centralistische reflex hebben, een klassieke top-downvisie vanuit de Madrileense politiek, zien we bij de CUP net het tegenovergestelde. Terwijl de academici en politieke strategen van Podemos de Indignados-beweging recupereerden om in korte tijd een klassieke centralistische partij rond te bouwen, is de CUP een bont allegaartje antikapitalisten voor Catalaanse onafhankelijkheid, actief sinds de jaren 1980.

De CUP kan niet gezien worden in klassieke partijtermen. Het is een coöperatieve basisbeweging en dat is letterlijk op te nemen. De partij is gegroeid vanuit de gemeenten, de wijken en volksbuurten, waar ze als mieren gestaag aan hun project werken. Het zijn mensen die anderen helpen, zich begeven in de volkse klassen die de hunne zijn, indien niet omwille van afkomst, dan uit overtuiging. Het zijn als het ware straathoekwerkers die het sociale weefsel mee opbouwen in de armste lagen van de bevolking in een staat waar het kapitalisme nooit het feodalisme heeft vaarwel gezegd, maar er zich integendeel op geënt heeft (caciquismo). 

Indien je iemand van de CUP hoort spreken over een republiek waar het volk aan de macht is, vergis je niet, het heeft niets te maken met communisme. De CUP wil geen centrale machtsstructuren, geen kapitalistische, geen communistische. Het wil die structuren ontmantelen en het volk zichzelf laten besturen in een coöperatieve samenleving van gemeenschappen en sectoren. 

Dat vertaalt zich ook naar de CUP zelf: uit wettelijke verplichtingen zijn ze geregistreerd als partij, maar dat zijn ze in werkelijkheid niet. De partij heeft bijvoorbeeld geen partijkaders: de kieslijsten worden samengesteld door een nationale assemblee die de regionale en lokale volksvergaderingen vertegenwoordigt. Verkozenen zijn louter woordvoerders, mogen slechts één legislatuur zetelen en worden dan letterlijk opnieuw op straat gegooid. Particratie is hen onbekend. Ze noemen zich radicaal-democratisch en spreken daarmee vooral een jonger publiek aan.

Een andere bijzonderheid van de CUP is dat ze het concept ‘Països Catalans’ in de praktijk brengen. Dat zijn de Catalaanstalige ‘landen’: de regio’s Catalonië, Valencia, de Balearen, het Catalaanstalige stuk van Aragón en de Rousillon of ‘Noord-Catalonië’, dat in Frankrijk ligt.
De Països Catalans zijn de referentie voor de onafhankelijkheidsbeweging, hoewel de meesten zich niet de illusie maken dat een dergelijke unie van de Catalaans sprekende landsdelen mogelijk is in een nabije toekomst.  
Enkel de CUP organiseert zich volledig volgens de hele Catalaanse taalzone. Momenteel enkel met succes in Catalonië, maar de CUP timmert dan ook zeer gestaag aan de weg.

Independentistische Catalanen, links of rechts, zijn het over één ding eens als het over de CUP gaat: ‘Misschien liggen hun ideeën je niet, maar hun manier van aan politiek doen is een welgekomen verademing.’ Iedereen herinnert zich de knuffel tussen CUP-kopstuk David Fernàndez en de liberaal Artur Mas tijdens de volksraadpleging van 9 november 2014. Dankzij de CUP kwam men toen uit de impasse. Radicaal, maar ook constructief, coherent en consequent.

Christophe Bostyn is Spanje- en Cataloniëkenner. Hij volgt de Spaanse en Catalaanse politiek op de voet en publiceert daar regelmatig over.

Commentaren en reacties