D’66 maakte het lawaai, het CDA was de winnaar
D’66 maakte na de Provinciale Statenverkiezingen het meeste lawaai maar de echte overwinnaar is het CDA.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet CDA nestelde zich, net als vroeger, stevig in het midden van de Nederlandse politiek. Alleen in Noord-Brabant zit het CDA niet in het college van gedeputeerden, het dagelijks bestuur van de provincie. In alle andere provincies is ze wel in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd. Het CDA heeft na de verkiezingen van afgelopen week in de Eerste Kamer twaalf zetels. Het kabinet zal nauwelijks meer om het CDA heen kunnen omdat de VVD dertien en de PvdA acht zetels van de 75 bezetten. Met de gedoogpartijen D66, ChristenUnie en SGP kan het kabinet op 36 stemmen rekenen. Ze komt dus nog twee stemmen te kort.
Het CDA stemde in 91% van de stemmingen in de Tweede Kamer mee met de regeringspartijen. Het valt te verwachten dat dit ook in de komende periode het geval zal zijn. In tegenstelling tot D66, de CU en de SGP weigert het CDA echter om zich vooraf op steun voor het kabinet vast te leggen. Van wetsontwerp tot wetsontwerp wordt bekeken of ze haar steun aan de voorstellen kan geven. De ministers zullen dus bij ieder wetsvoorstel opnieuw met het CDA moeten onderhandelen.
‘Ik ken Pechthold en Buma als mannen die in moeilijke tijden verantwoordelijkheid nemen,’ liet premier Rutte weten. Pechthold is de leider van D66 en Buma van het CDA.
‘Van partijen die verantwoordelijk zeggen te zijn, verwacht ik niet dat zij politiek gaan bedrijven in de Eerste Kamer,’ zei de fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer.
D66 heeft tien zetels in de Eerste Kamer. Dat zijn er vijf meer dan in de vorige Senaat. Eigenlijk hadden het er toen zes zetels moeten zijn maar een van de D66 statenleden had toen per ongeluk met een blauwe balpen in plaats van met een rood potlood, wat wettelijk is voorgeschreven, gestemd en zijn stem werd ongeldig verklaard. De SP kreeg toen de restzetel in plaats van D66.
In de polls voorafgaand aan de Provinciale Statenverkiezingen werd een nek-aan-nek race tussen VVD, D66 en PVV verwacht. Voor alle drie waren er twaalf zetels in de Eerste Kamer voorspeld. De PVV kreeg er uiteindelijk negen en D’66 tien. Pechthold zal dan ook, ondanks het feestgedruis op de avond van de verkiezingsuitslag, een teleurgesteld man geweest zijn. Wel mogen de democraten in negen provincies gedeputeerden leveren en dat zijn er vier meer dan in de vorige periode.
De VVD blijft vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van elf provincies, alleen in Groningen levert ze geen gedeputeerde. De Partij van de Arbeid verdwijnt uit de colleges van Groningen (voor het eerst sinds haar oprichting), Friesland en Flevoland. Ze blijft slechts in zes provincies een gedeputeerde leveren.
Wilders met zijn PVV heeft politiek gezien niet veel betekenis. Hij weet zijn publiciteit nog steeds zeer goed te verzorgen, maar politieke invloed heeft zijn partij noch in de Provinciale Staten noch in de Eerste Kamer. In geen van de provincies is de PVV in het dagelijks bestuur vertegenwoordigd. Niet omdat niemand met hen wil samenwerken, maar omdat de partij problemen heeft met het leveren van bekwame bestuurders en omdat conflicten binnen de PVV nooit ver weg zijn. Zo hebben drie senatoren van hun partijgenoten bij de Eerste Kamerverkiezingen meer stemmen gekregen dan hun lijsttrekster en beoogde fractievoorzitster. Hun lijsttrekster die in het televisiedebat van de NOS voorafgaand aan de Provinciale Statenverkiezingen niet veel verder kwam dan het herhaaldelijk roepen van ‘Genoeg is genoeg.’
Discussies over noodzakelijke veranderingen in het Nederlandse politieke stelsel zullen ook in de nabije toekomst niet verstommen. De versplintering van het electoraat heeft vergaande gevolgen. In 1946 waren zes partijen in de Eerste Kamer vertegenwoordigd, nu zijn dat er twaalf.
De eerste geluiden over een mogelijke kiesdrempel worden al gehoord en volgens sommigen zoals vroeger PvdA-leider Wouter Bos heeft de Eerste Kamer helemaal geen betekenis meer, omdat de senatoren toch hetzelfde stemmen als hun partijgenoten in de Tweede Kamer.
Ook wordt er gesproken om het aantal Kamerleden terug te brengen. In 1955 werd de Tweede Kamer uitgebreid van 100 tot 150 leden en de Eerste Kamer van 50 naar 75. Inmiddels zijn veel bevoegdheden van het Nederlandse parlement overgeheveld naar Brussel. En zou het aantal Kamerleden weer verminderd kunnen worden. Dit vereist echter een grondwetsherziening.
Zal het kabinet op kort termijn in problemen komen door de versplinterde Eerste Kamer? ‘Het herstelbeleid wordt zichtbaar,’ zei premier Rutte. ‘Er komt ruimte voor lastenverlichting en extra investeringen. Dat maakt het iets gemakkelijker parlementaire meerderheden te vinden dan wanneer er bezuinigd moet worden.’ Eigenlijk is het nieuwe belastingstelsel, dat met spanning tegemoet gezien wordt, het enige grote politieke onderwerp dat nog door het kabinet door de Tweede en Eerste Kamer moet worden geloodst.
Foto: (c) Reporters
De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.
Jan Renkema probeert de ‘Nederlander’ is een beperkt aantal pagina’s te doorgronden.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.