JavaScript is required for this website to work.
post

Dag van uitersten in het Derde Rijk

18 februari 1943: verzet in München, oproep 'totaler Krieg' in Berlijn

Dirk Rochtus27/11/2018Leestijd 5 minuten
Wassen beeld van Sophie Scholl in de Ludwig Maximilian Universiteit

Wassen beeld van Sophie Scholl in de Ludwig Maximilian Universiteit

foto © Reporters / DPA

‘Waarom was het verzet van die jonge mensen tegen Hitler vruchteloos gebleven?’ Dat is de kwellende vraag van Götz Aly. Een portret.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Waarom was het verzet van die jonge mensen tegen Hitler vruchteloos gebleven?

Het is een vraag die de oudere man blijft kwellen, een vraag die hij, Götz Aly, probeerde te beantwoorden in zijn dankrede toen hij op 19 november 2018 de Geschwister-Scholl-Preis mocht ontvangen voor zijn boek Europa gegen die Juden. 1880-1945.  De prijs is ingesteld om blijvend te herinneren aan Hans en Sophie Scholl, broer en zus (Geschwister in het Duits), die in het München van 1942-’43 met de hulp van enkele medestudenten en een professor in het geheim pamfletten tegen het naziregime verspreidden. Al deze leden van ‘Die Weiße Rose’ (de Witte Roos) werden uiteindelijk opgepakt, de meesten — waaronder ‘die Geschwister Scholl’ — eindigden onder de valbijl.

Afgunst

Een leerstoel aan de universiteit heeft de 71-jarige Götz Aly nooit bekleed (wel af en toe een ‘Gastprofessur’), maar onder de Duitse historici blinkt hij uit door zijn onafhankelijk en oorspronkelijk denken. Het is geen toeval dat de jury van de Geschwister-Scholl-Preis zijn werk als een ‘voorbeeld van geestelijke onafhankelijkheid en intellectuele moed’ prees.

Aly heeft zich gespecialiseerd in de geschiedenis van het antisemitisme en in de socio-economische politiek van het Derde Rijk, maar hij publiceerde ook kritische bedenkingen over mei ’68 en noemde het besluit van de universiteit Greifswald om de dichter Ernst Moritz Arndt als naampatroon te verwijderen ‘Geschichtsexorzismus’ (historisch exorcisme). In zijn boek Warum die Deutschen? Warum die Juden? (2011) bijvoorbeeld legt hij uit dat ‘Sozialneid’ (sociale afgunst) het antisemitisme versterkte.

De joden waren een duidelijk erkenbare minderheid. Tegelijk hadden ze relatief gezien meer succes in de maatschappij, wat de afgunst van de meerderheid — de ‘etnische’ Duitsers — opwekte. Voor de nazi’s was het een koud kunstje om die gevoelens van afgunst te kanaliseren naar hun vernietigingsplannen. In een eerder werk, Hitlers Volksstaat. Raub, Rassenkrieg und nationaler Sozialismus (2005), had Aly die sociale dimensie al aangekaart: het naziregime zou zijn ‘populariteit’ te danken hebben aan een politiek die erin bestond de Duitse bevolking te ‘verzorgen’ met ‘sociale geschenken’, de bezittingen van onteigende joden en later, tijdens de oorlog, met uit de bezette landen geroofde goederen.

Verslagenheid

In zijn naar taal en inhoud indrukwekkende en beklijvende dankrede bij het ontvangen van de Geschwister-Scholl-Preis was die gedachte — hoe het naziregime de bevolking aan zich had kunnen binden — nooit veraf. Aly ontwikkelt haar verder om een antwoord te vinden op de vraag die in de titel van zijn rede besloten ligt: ‘Warum blieb die Weiße Rose so isoliert?’

Ja, waarom? De verzetsgroep voerde haar acties nog op nadat het nieuws over Stalingrad begin februari 1943 de mensen in Duitsland als een mokerslag in het gezicht trof. Het Zesde Leger onder leiding van generaal-veldmaarschalk Friedrich Paulus was op 2 februari na een maandenlange bittere strijd tegen de Sovjettroepen gecapituleerd. Meer dan 200.000 soldaten waren gevallen, 90.000 werden krijgsgevangen gemaakt (waarvan er slechts 6000 levend terug zouden keren uit Rusland). ‘Sie starben, damit Deutschland lebe’: zo probeerde de Völkischer Beobachter, de krant van de NSDAP, de nazipartij, in haar uitgave van 4 februari het massale sterven van de soldaten als heldendood te bezweren. De jongelui van ‘Die Weiße Rose’ hoopten in die sfeer van ontreddering en verslagenheid de Duitsers tot verzet tegen het Hitlerregime te bewegen.

Verbijsterd

18 februari 1943 zou in tweevoudig opzicht een historische dag worden, zoals Aly opmerkt. In München strooiden Hans en Sophie om 11 uur ’s morgens tegen het regime gerichte pamfletten uit in de grote hal van de Ludwig-Maximilians-Universität (LMU), in Berlijn hield Joseph Goebbels, ‘Reichsminister für Volksaufklärung und Propaganda’, om 17 uur in het Sportpalast zijn beruchte rede ‘Wollt ihr den totalen Krieg?’ (‘Willen jullie de totale oorlog?’). In München werden de twee studenten opgepakt door de Gestapo, in Berlijn juichten 15000 opgezweepte mensen Goebbels toe. De actie in München verzandde in het niets, de rede in Berlijn krikte de oorlogsmoraal weer op.

Vier dagen later werden Hans en Sophie Scholl en Christoph Probst om 12.30 uur ter dood veroordeeld door Roland Freisler, de ‘Blutrichter’ van het regime, en om 17.00 uur onthoofd. Verbijsterd heeft Aly na recent onderzoek moeten vaststellen dat er diezelfde dag, precies één uur na de volstrekking van het doodvonnis, een manifestatie in de grote aula en de grote hal van de LMU plaatsvond, waarbij drieduizend studenten (ofte 75 % van de studentenpopulatie) ‘ihre unerschütterliche Treue und Hingabebereitschaft für Volk und Führer’ (‘hun onverbrekelijke trouw en offerbereidheid voor het volk en de Führer’) betoonden.

Verbijsterd was Aly omdat er van die manifestatie niets was terug te vinden in de annalen van de universiteit en omdat ondanks Stalingrad toch nog zoveel jongelui achter het regime bleven staan. Het bloedoffer van ‘Die Weiße Rose’ leek vergeefs geweest te zijn.

Uitgestoten

Hoe kwam het dat de verzetsgroep zo geïsoleerd was, geen aansluiting vond bij de bevolking, laat staan de studerende jeugd? Aly bespeurt het antwoord op die vraag in zinnen die Goebbels in het Sportpalast declameerde als ‘Hinter den anstürmenden Sowjetdivisionen sehen wir schon die jüdischen Liquidierungskommandos’ (‘achter de aanstormende sovjetdivisies zien we reeds de joodse liquidatiecommando’s’).

Goebbels en andere nazibonzen speelden in op de angst van de gewone Duitsers voor de wraakgevoelens die de Russen en de joden zouden koesteren omwille van wat het nationaalsocialistische regime allemaal aan misdaden had uitgespookt. Om Goebbels nog even te citeren: ‘jedermann weiß, dass dieser Krieg, wenn wir ihn verlören, uns alle vernichten würde’ (‘iedereen weet dat deze oorlog, zo we hem zouden verliezen, ons allemaal zou vernietigen’). De gewone Duitsers zaten allemaal in dezelfde boot, die van het regime, en ze hadden allemaal mee geprofiteerd van de materiële gunsten die datzelfde regime hen met de plundering van de bezette gebieden had toegekend.

De massamoorden op de joden en de Polen en de verwoestingen in Rusland gebruikte de staatsleiding als middel om de Duitsers ‘gefügig’ in het gareel te houden volgens het principe ‘mitgegangen, mitgefangen, mitgehangen’ (‘je bent meegelopen, je hebt mee buit gevangen en dus zal je mee hangen’). Nog een Goebbels-citaat (uit september 1943): ‘Wer die Waffen niederlegt, hat verloren und wird mitleidlos ausgeschieden’ (‘Wie de wapens neerlegt, is verloren en wordt zonder medelijden uitgestoten’). Het is in die logica, volgens Aly, dat de leden van ‘Die Weiße Rose’ ‘mitleidlos ausgeschieden’ werden door de ‘Volksgemeinschaft’.

Meelopers

Wij, die zoveel later geboren zijn, identificeren ons met de slachtoffers van het naziregime, maar — aldus Aly nog — daarmee maken we het ons veel te gemakkelijk. Als we echt willen weten hoe het tot de holocaust kwam, en tot de vele andere misdaden van het regime, zouden we ons volgens de historicus meer met de meelopers moeten bezighouden, zoals met die vele duizenden die op 18 februari 1943 op de vraag van Goebbels — ‘Wollt ihr den totalen Krieg?’ — met een overdonderend ja antwoordden, of met die 3000 studenten die op de avond van 22 februari de nationaalsocialistische studentenleider toejuichten, zouden we ons met ‘Die Weiße Rose’ moeten afvragen waarom het Duitse volk zich toen ‘(….) tegenover al die meest afschuwelijke, meest mensenonwaardige misdaden zo apathisch’ opstelde.

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties