JavaScript is required for this website to work.
post

David Cameron: In Deep Shit

Harry De Paepe20/3/2016Leestijd 3 minuten

‘Onderschat niet de vastberadenheid van deze stille jongen’

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Britse politieke wereld staat op zijn kop. Met een brief van twee bladzijden nam de minister van Werk en Pensioenen, Iain Duncan Smith, ontslag uit het kabinet van David Cameron. Het is een meer dan serieuze knauw in het al afbrokkelende gezag van de premier. De directe aanleiding zouden de aangekondigde besparingen in het welzijnsbudget in het nadeel van mindervaliden zijn. Kwatongen beweren echter dat de minister en Downing Street op voet van oorlog leven door fel afwijkende standpunten in het EU-referendum. Had hij immers niet meegewerkt aan de voorbije zes jaar aan besparingen in de sociale zekerheid?

Per ongeluk voorzitter

Iain Duncan Smith, zoon van een gedecoreerde oorlogsheld en van een ballerina met onder meer Japanse samurai-voorouders, werd in 2001 onverwacht leider van de zieltogende Tory-partij, omdat hij de meest eurosceptische kandidaat was. Men gaf de voormalige militair, parlementslid sinds 1992, geen schijn van kans toen hij zich kandidaat stelde, maar het was de eerste keer in de lange geschiedenis van de partij dat de leden de voorzitter zouden aanduiden. Smith werd hun man. Algauw bleek dat ‘IDS’, zoals hij geboekstaafd staat, niet klaar was voor deze taak. Hij had geen plan voor wanneer hij voorzitter zou zijn, hij verloor nota’s achter sofa’s en stond geregeld te stamelen in het vragenuurtje met premier Blair. Ian Duncan Cough blokletterden de media. Hij beschikte echter over een geweldig gevoel voor zelfrelativering en begon zichzelf te presenteren als ’the quiet man’. Maar het Britse publiek leek niet meteen de meerwaarde te zien van IDS. David Cameron en de huidige Financiënminister George Osborne zaten in zijn team van medewerkers en doopten IDS algauw om tot In Deep Shit. Hij startte een politieke strijd tegen de verhoogde inschrijvingsgelden voor universiteiten, voorgesteld door Tony Blair, maar wekte daarmee de wrevel van een deel van de eigen partij. Toen Blair met enkele stemmen zijn wetten over de top-up fees won, betekende dit het einde van het voorzitterschap van IDS. Met een motie van wantrouwen werd hij aan de kant geschoven ten voordele van Michael Howard, eerder nog minister geweest onder Margaret Thatcher.

Conservatief met een hart

In zijn voorzitterstijd werd hij ervan overtuigd dat de Conservatives te weinig oog hadden voor de sociale kant van de politiek en hij startte een discours dat medelijden toonde voor de minderbedeelden in de Britse maatschappij. Niemand nam dit meteen ernstig, zo’n sociaal voelende voorzitter van the nasty party, zoals de conservatieven toen bekend stonden. Maar IDS was bloedernstig: When I say a thing I mean it. When I set myself a task I do it. When I settle on a course I stick with it. Do not underestimate the determination of the quiet man‘, speechte hij in 2002. Het wekte dan ook geen verwondering dat hij een jaar na zijn na zijn aftreden in 2003 het Centre for Social Justice oprichtte, een denktank die zich voor de Tories focust op sociaal beleid.

Toen in 2010 David Cameron aantrad als premier van een coalitieregering met de Liberal Democrats, werd IDS naar voren geschoven als de Work and Pensions Secretary. George Osborne en Cameron hadden zich begrotingen in evenwicht voor ogen gesteld en haalden het geld vooral in de sociale zekerheid. Daar troffen ze telkens weer de leider van de LibDems, Nick Clegg, die een bondgenoot vond in IDS, beiden als verdedigers van die sociale zekerheid. Hierdoor vielen de besparingen iets minder zwaar uit dan voorspeld. Sinds Cameron in 2015 aan het hoofd staat van een eenpartijregering, staat IDS er alleen voor en was hij geen partij voor de tandem Cameron/Osborne. Tot nu.

The revenge of the quiet man

George Osborne ligt al een poos onder vuur voor zijn besparingsdrift, en zijn recentste begroting is mogelijk een brug te ver. Insiders zeggen dat Downing Street al enige tijd verwachtte dat IDS ontslag zou nemen. De ruzies over besparingsmaatregelen, en vooral over de EU namen almaar toe. Maar hij heeft zijn moment secuur uitgekozen.

Eind februari schreef die andere oud-voorzitter van de Conservative Party, Michael Howard – onder wiens vleugels David Cameron naar voren trad – een vernietigend opinieartikel waarin hij zijn poulain Cameron opriep ontslag te nemen als premier. Zijn onderhandelingen met de Europese Unie vond Howard slecht gevoerd en beschamend voor een eerste minister. Het was een kaakslag, bovenop de klap die de premier enkele dagen ervoor incasseerde toen Boris Johnson zich voor een Brexit uitsprak. David Cameron, die zijn positie als premier en partijvoorzitter eindelijk had kunnen stabiliseren door de verkiezingen te winnen, kampte plotseling weer met een grote vertrouwenscrisis binnen de eigen rangen. Gelukkig voor hem bleek de Labourpartij zelf in volle verwarring.

Toen plots, op vrijdag 18 maart, rolde een peiling de partijhoofdkwartieren binnen, waarin Labour het beter deed dan de Conservatives. De EU-ruzie en vooral de sociale onrust die de besparingen van Osborne veroorzaken, deden de regeringspartij pijn. Diezelfde avond sloeg the quiet man als een volleerde samurai toe en diende zijn ontslagbrief in.

Hij bracht zijn premier en diens rechterhand, de minister van Financiën, in deep shit.

Foto: (c) Reporters

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties