JavaScript is required for this website to work.
post

De achilleshiel van de staatshervorming

Bart Maddens15/5/2012Leestijd 3 minuten

De Vlaamse Beweging heeft een probleem. Er komt een desastreuze staatshervorming op ons af maar de kritiek erop pakt niet echt. De regering laat er zich niet door van de wijs brengen. Wie het anders had gedacht, was wel heel naïef. Vanaf het moment dat CD&V de bocht had gemaakt, stond het in de sterren geschreven dat er een communautair akkoord zou komen én zou worden uitgevoerd. Eender welk ander scenario zou een te mooi cadeau zijn voor de N-VA.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Voor de regeringspartijen is er veel aan gelegen om het communautaire thema van de politieke agenda te halen. Dat lijkt aardig te lukken. Over het institutionele akkoord wordt amper nog gerept in de pers. Krantenredacties trekken meer dan ooit de neus op voor Vlaamsgezinde opiniestukken. Voor de journalisten zijn de communautaire problemen voorlopig van de baan. En in zekere zin hebben ze gelijk. De parlementaire afhandeling van de staatshervorming heeft amper nieuwswaarde. Te minste zolang er geen barsten komen in het regeringsfront.

De Vlaamse Beweging heeft zulke barsten nodig om een staatshervorming met succes te kunnen bekampen. In 1977 heeft de anti-Egmontbeweging de wind in de zeilen gekregen omdat ze kon profiteren van de verdeeldheid binnen de CVP. In 2001 was de agitatie tegen het Lambertmontakkoord politiek relevant wegens de tweespalt in de toenmalige Volksunie. Maar vandaag vormt de institutionele meerderheid, voorlopig althans, een gesloten falanx. Het doet wat denken aan de politieke constellatie van 1970. Ook toen stond er een nefaste staatshervorming op stapel. Ook toen trokken de Vlaamse Beweging en de Vlaams-nationale politici krachtig aan de alarmbel. Maar de traditionele partijen trokken er zich niets van aan en vormden front. Ze waren ervan overtuigd dat ze de communautaire problemen hadden opgelost en dat ze eindelijk verlost zouden zijn van de Vlaams-nationalisten. De staatshervorming moest daarom te allen prijze worden goedgekeurd. En zij hangt tot op vandaag als een molensteen rond onze nek.

Achteraf beschouwd was de Vlaamsgezinde kritiek van toen zonder meer visionair. Ik heb zelf nog vage herinneringen aan de affiches tegen de ‘grendelgrondwet’ in de jaren zeventig. Maar ik weet ook nog dat ik me daar toen maar bitter weinig bij kon voorstellen. Net zoals de meeste mensen vandaag allicht weinig snappen van de Vlaamsgezinde argumenten tegen het institutionele akkoord. De kritiek op het gefoefel met artikel 195, de nieuwe grendels, de versterking van de drieledigheid, de ontdubbeling van het gerechtelijk arrondissement … dat is allemaal veel te moeilijk. Om dat uitgelegd te krijgen zou je eerst een spoedcursus politieke geschiedenis moeten geven, gevolgd door een cursus staatsrecht. Die intellectualistische kritiek kan gewoonweg niet op tegen het hoerasfeertje van ‘na vijftig jaar is BHV eindelijk gesplitst’.
Toch is de regering niet onkwetsbaar. Haar zwakke plek (in deze fase van de staatshervorming) is de herfinanciering van Brussel. Hierover valt wel een gemakkelijk discours te ontwikkelen. Niemand begrijpt waarom Brussel, in tijden van besparingen en belastingverhogingen, zomaar een cadeau krijgt van 461 miljoen euro per jaar (oplopend tot bijna één miljard in 2030). Hebben de Brusselse politici hun problemen niet zelf gezocht door mordicus vast te houden aan hun negentien baronieën? Waarom moeten de Vlamingen hun zuurverdiende centen Ringelingschat-gewijs in dat zwarte gat storten? Waarom een blanco cheque geven aan die veelal arrogante en op gebiedsroof beluste Brusselse politici? Zeker als je weet dat Brussel nu al gigantisch is overgefinancierd en 550 miljoen euro per jaar te veel krijgt …

Die kritiek kan door de Vlaamse regeringspartijen moeilijk worden gecounterd. Het is opvallend dat geen enkele Vlaamse politicus voluit de nieuwe geldstroom naar Brussel durft te verdedigen. Er wordt enkel beschuldigend naar Bart De Wever gewezen: ‘Wij hebben het niet gedaan, hij heeft in de zomer van 2010 dat geld toegezegd aan Di Rupo’. De traditionele partijen hebben met andere woorden niet het lef om zélf de verantwoordelijkheid op te nemen voor dit mega-cadeau aan Brussel. En om het uitgelegd te krijgen moeten ze eerst een omslachtig geschiedenislesje geven. Alsof het de mensen vandaag nog boeit wat er in de zomer van 2010 is afgesproken.
De herfinanciering stoppen zullen we niet kunnen. Brussel ‘aura son fric’, om het met Dehaene te zeggen. Maar laat dat geen beletsel zijn om de tegenstander te raken waar het echt pijn doet. 

Bart Maddens (1963) is germanist en politieke wetenschapper. Als student was hij actief in het KVHV van Leuven en in de Volksunie-Jongeren. In de jaren 1990 was hij lid en bestuurder van het IJzerbedevaartcomité. Vandaag publiceert hij regelmatig opiniestukken over de Vlaamse Beweging en de staatshervorming. Hij is auteur van onder meer 'Omfloerst separatisme. Van de vijf resoluties tot de Maddens-strategie'. 

Commentaren en reacties