JavaScript is required for this website to work.
post

In de bossen van Vlaanderen

Pieter Bauwens27/10/2014Leestijd 2 minuten

Een wandelweekendje in eigen land doet onze hoofdredacteur mijmeren over het Vlaanderen dat we in gedachten hebben en het werkelijke Vlaanderen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Oké, een attente lezer kan me vijfentwintig jaar geleden gezien hebben, op de fiets op weg naar school, met op mijn boekentas zo’n ronde sticker ‘Ik ben Vlaming en daar ben ik fier op’. Maar de even attente medemens kan mij ook al eens betrappen op een uitspraak zoals: ‘Vlaanderen is het lelijkste land ter wereld’.Ik meen beide. Vlaanderen is misschien het lelijkste land, verknoeid door lintbebouwing en de jarenlange afwezigheid van enige ernstige vorm van ruimtelijke planning, maar het blijft toch het mijne. Een beetje tegenstrijdig misschien. Of te veel Timmermans of Streuvels of Claes gelezen. Heimwee naar een Vlaanderen dat nooit bestond.

Dit weekend heb ik me een beetje meer verzoend met dat lelijke Vlaanderen. Het kan ook mooi zijn en je hoeft daarvoor niet eens ‘ver’ te rijden naar Voeren of ergens in Noord-Limburg of de Kempen of Haspengouw of de Moeren. Neen, het lag voor mijn neus, al jaren. Een wandelweekendje in het wandelnetwerk ‘Bulskampveld’ heeft me geleerd dat het kan, dat Vlaanderen vakantieland.

Het eerste dat me die zaterdagmorgen, bij het verlaten van de plaatselijke B&B in Doomkerke (Ruiselede) opviel, was de rust. Het weer werkte ook mee, zuchtje wind, beetje grijs, later openbrekend. Van daaruit kronkelden onze wandelwegen zich door bos en hei, veen en wei. Je moet wel eens die obligate Vlaamse steenweg passeren, maar voor de rest: stilte, vogels, bomen, een poel, wat koeien, lange rechte dreven en voor en achter je niemand te zien. Eerlijk, ik wist niet dat het hier in Vlaanderen nog kon. En ja, nog zo’n voordeel van op stap zijn in Vlaanderen, je hoeft er niet te verhongeren. Op onze weg een herberg met – hoe kan het anders – ook de mogelijkheid om iets te eten en dat door te spoelen met een streekbier van het vat. Wat wil een mens nog meer?

En het was maar dat we zonder de kinderen op weg waren, anders plekjes genoeg om te picknicken en zelf eens een speeltuin onderweg. En nog, banken die elke stresstest zorgeloos overleven, bordjes met uitleg over het herstel van oorspronkelijke landschappen, de dieren die je – met veel geluk – eventueel kan zien, de strijd tegen exoten, enfin, we zij weer een stuk wijzer. Een mens zou spontaan lid worden van Natuurpunt, uit dank voor die vele rustbankjes en de mooie landschappen. Zomaar plompverloren tussen Tielt, Aalter en Brugge. In plaats van tot aan de kust te rijden, stop ik de volgende keer wat eerder. Als er nog eens file is in Aalter, neem ik die wandelkaart van wandelnetwerk Bulskampveld en maak nog een ommetje door de West-Vlaamse bossen. Of misschien bekijk ik nog eens wat andere kaarten van Vlaamse wandelnetwerken, allicht zitten er nog zulke pareltjes bij. Voortaan is Vlaanderen in mijn hoofd niet overal even lelijk. 

Foto (c) Doorbraak 

Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.

Commentaren en reacties