De communautaire stilstand
Alles wat je in de krant leest, kun je ook vinden in een boek van 250 jaar geleden
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnement
Het zou onkies zijn om in deze tijden van communautaire godsvrede het lelijke woord transfers te laten vallen. Niemand wil de loop van het rustig kabbelende Belgische beekje verstoren, en ik ook niet. Dat verfoeilijke wij-zij-denken ook altijd!
Maar nu viel in The Life of Dr Johnson mijn oog op een bladzijde die me vreemd genoeg bekend voorkwam, terwijl het jaar 1776 toch al ver achter ons ligt. Door die tijdsafstand zal hopelijk niemand zich gekwetst voelen als ik die enkele paragrafen toch maar vertaal:
Het wetsvoorstel van Lord Mountstuart, tot oprichting van een Schots garnizoen, ter ondersteuning waarvan his Lordship zo bekwaam heeft gepleit in het House of Commons, ging nu zowat overal over de tongen. JOHNSON. ‘Aangezien Schotland met zijn grondbelasting zo weinig bijdraagt tot het gezamenlijke budget van de natie, hoort het geen eigen strijdmacht te hebben die gespijsd wordt uit de algemene middelen, of men moest er al van uitgaan dat het in het algemeen belang was dat Schotland voor een buitenlandse invasie werd behoed, terwijl geen mens zal denken dat ze kan plaatshebben. Welke vijand immers zou Schotland binnenvallen, waar niets te rapen valt? Nee mijnheer, nu de Schotten niet langer de bij hen gelegerde Engelse soldaten hun soldij ter plaatse zien spenderen, door de grote aantallen troepen die naar het buitenland gestuurd worden, proberen ze op een andere manier geld los te weken, en voor een eigen garnizoen te laten betalen. Als zij bevreesd zijn, en in alle ernst een strijdmacht wensen voor hun verdediging, dan moeten zij daar maar voor betalen. Uw plan is het, om een deel van uw belastinginkomsten te behouden, door ons te laten instaan voor de kledij en soldij van uw leger.’ BOSWELL. ‘Sir, u zou niet van wij en u mogen spreken: wij vormen een Unie nu.’ JOHNSON. ‘Er zullen toch verschillende belangen blijven, want de verhouding van de belastingopbrengsten is zo scheef. Als Yorkshire zou zeggen: “In plaats van belastingen af te dragen, zullen we een groter garnizoen onderhouden”, dan zou dat onredelijk zijn.’ Bij deze redenering had mijn vriend het zeker mis. De landopbrengsten zijn even ongelijk verdeeld tussen verschillende delen van Engeland, als tussen Engeland en Schotland; nee, ook binnen Schotland zelf lopen die sterk uiteen. Maar tussen de talrijke takken van publieke ontvangsten, stellen de landopbrengsten maar een klein gedeelte voor, en al die andere betaalt Schotland net zo goed als Engeland. Een Franse invasie in Schotland zou al snel tot in Engeland doordringen.
James Boswell, The Life of Dr. Johnson; A.D. 1776
in: Boswell’s Life of Johnson; Introduction by Sir Sydney Roberts, lately Master of Pembroke College, Cambridge. 1958, J.M. Dent & Sons Ltd
Everyman’s Library n°1, deel I, p. 608.
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.