De constitutionele verankering van de prerogatieven van religies
Het federaal parlement
foto © REPORTERS/Erwan Durand
De grondwet wijzigen kan voor velen blijkbaar wel als het om religie gaat. De visie op kerk en staat verandert, en dat zorgt voor discussies
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementBegin 2018 verscheen het verslag van een parlementair initiatief Het karakter van de staat en de fundamentele waarden van de samenleving. Via onder meer hoorzittingen werd ingegaan op het borgen van de fundamentele rechten en vrijheden, werd de wenselijkheid nagegaan om vrijheidsrechten in de Grondwet inhoudelijk uit te diepen, werd onderzocht hoe overheidsneutraliteit zich kon verhouden tot de privatisering van levensbeschouwing en werd bekeken hoe dit alles in relatie tot de grondbeginselen van de seculier liberale rechtstaat moest worden gezien.
Hardere scheiding kerk en staat?
De toenemende zichtbaarheid van het religieuze in het publiek domein noopte, volgens sommigen, tot het herbevestigen van de grondwaarden van de Belgische samenleving.
In de wandelgangen was te horen dat Open Vld, bij monde van fractieleider Patrick Dewael, opteerde voor een hardere scheiding tussen kerk en staat. Diverse voorstellen lieten toe af te leiden dat ook andere parlementsleden een actualisering genegen waren. Het bekrachtigen van het seculiere karakter van het Belgische Rijk, het instellen van een verbod op rechtsmisbruik bij de uitoefening van de individuele vrijheden, een voorstel om vrijheidsvernietigende partijen te kunnen ontbinden, de herbevestiging van de voorrang van het burgerlijke recht op religieuze voorschriften en het weren van elke inmenging van het sacrale in het burgerlijke leven, bevestigen dit.
Deze voorstellen werden niet door eenieder gesmaakt. Er werd gesproken over wankele evenwichten, dor advocatenproza dat elke bezieling mist, verkrampte voorstellen en zelfs van een liberaal-secularistische sharia.
Pedagogische functie Grondwet
In een gesprek had Thomas Leys (studiedienst Open Vld) enkele van de beweegredenen, die Patrick Dewael hadden geïnspireerd, verduidelijkt. Leys verwees onder andere naar het debat over de plaats van godsdienst binnen onze samenleving, de immigratie, de vragen naar de bewegingsvrijheid binnen het publieke domein van religies (onverdoofd slachten, gescheiden zwemgelegenheden …) en het probleem van het religieus geïnspireerde terrorisme.
Patrick Dewael wilde de grondwaarden, die impliciet in de Grondwet vervat zitten, expliciteren. Die onduidelijkheid leidt tot verwarring en aanhoudende discussies over de implicaties van die bepalingen. Voor hem heeft de Grondwet een juridische functie, maar ook een symbolische en pedagogische functie ten aanzien van iemand die het karakter van ons samenlevingsmodel wil kennen.
Bepaalde parlementariërs vonden een preambule een totaal voorbijgestreefd juridisch instrument. Er werd ook betoogd dat het risico van het blootstellen van de Grondwet aan interpretaties die de indieners van het voorstel tot invoering van een preambule zelfs niet gewenst hebben, reëel was. Een preambule werd mosterd na de maaltijd (een postambule) geheten en zou de deur openen voor soft law.
Zowel het voorstel omtrent een preambule als het voorstel van aanpassing van artikel 1 haalden de eindmeet niet.
Onderwijs
Patrick Dewael diende ook een voorstel van verklaring in tot herziening van artikel GW 24. Het financieren van de bedienaren van de erediensten en de niet-confessionele levensbeschouwingen, het onderwijs in het publieke net van de erkende levensbeschouwingen en de vrijheid van onderwijs werden onder de aandacht gebracht.
Redenen genoeg om onder andere de vraag te stellen in hoeverre de positie van levensbeschouwelijke vakken op een dergelijke detailleerde manier nog steeds in de Grondwet dient te worden vastgelegd. Hij verwees hierbij naar het gedateerde politieke schoolcompromis en de nood om een onderwijsbeleid uit te tekenen dat aandacht schenkt aan het aanleren van principes als burgerschap, democratie en mensenrechten, en kansen biedt om jongeren op de voeden in een kritische zin en kennismaking met verschillende filosofieën, godsdiensten en levensbeschouwingen.
Van GW 24 werden de paragrafen 1 en 3 voor herziening vatbaar verklaard door de Kamer.
Prioriteiten
Niet alle partijen en zeker de regering hadden dezelfde prioriteiten. Het statuut van de regering Michel vergemakkelijkte dit alles niet. De positie van deze regering in lopende zaken was voor constitutionalisten voldoende voer om onder meer in te gaan op de volheid van bevoegdheid. Sommige leden van de Kamer betoogden dat de verklaring tot herziening van de GW van 2014 bindend was. Anderen oordeelden dat Kamer en Senaat wel degelijk de vrijheid hadden om een lijst op te stellen en dat het onaanvaardbaar was dat een regering dit zou negeren.
De CD&V is, zoals geweten, zeer op haar hoede in levensbeschouwelijke dossiers. De preambule leek ongepast. Een compromis om de basiswaarden in GW 1 in te lassen was een eerder gewaagd voorstel, zeker wanneer men weet dat GW 1 openen gelijk staat aan het openen van de communautaire doos van Pandora. Het standpunt van Groen bleek, wat levensbeschouwelijke vakken betreft, van oordeel dat deze facultatief dienden te worden en dat alle scholen een vak burgerschap, filosofie en levensbeschouwing in het basiscurriculum moesten opnemen: zo leren kinderen op een geïnformeerde manier na te denken over de samenleving en over de werking van de democratie. Het leek hen echter beter ook burgers uit te nodigen mee te schrijven aan een preambule.
De sp.a stelde bereid te zijn om de grondwaarden van de samenleving sterker tot uiting te laten komen, maar vreesde dat een preambule sommige waarden extra zou kunnen bekrachtigen, waardoor andere dan weer aan belang zouden inboeten. GW 24 wordt als gedateerd omschreven. Door het artikel open te verklaren, wordt een breed maatschappelijk debat mogelijk. Sp.a pleit voor een gezamenlijk vak burgerschap, ethiek en levensbeschouwing voor alle leerlingen en daarnaast ruimte voor levensbeschouwing buiten de lesuren, maar binnen de schoolmuren, als een individueel recht van elke leerling.
De N-VA was dan weer van mening dat het een parlement in ontbinding niet toekomt democratische keuzes van de kiezer te beperken en dat het niet passend is om de democratische ruimte voor de volgende legislatuur in te perken. De NV-A is wel vóór de herzieninging van artikel GW 24. Belangrijkste drijfveer is dat, indien men de leerplicht wil verlagen tot 5 jaar, men vermijden moet dat in het kleuteronderwijs levensbeschouwelijke vakken voorkomen.
De invoering van een voorverklaring leek niet wenselijk: het invoeren ervan zou tot nog meer interpretatieproblemen leiden. Vuye & Wouters hadden eerder een voorstel ingediend om artikel 24 voor herziening vatbaar te stellen. Zij wensen het recht op onderwijs om te vormen tot een sociaaleconomisch grondrecht, namelijk het recht op scholing. Zij herinnerden er aan dat artikel GW 24 was ontstaan in een monoreligieuze maatschappij, dat er bij leerlingen en personeel een grote diversiteit aan overtuigingen is en dat de verworvenheden van de geseculariseerde maatschappij veilig moesten gesteld worden. Het katholieke onderwijs hypothekeert momenteel de vrije keuze.
Voor Vlaams Belang was het belangrijk de Grondwet als geheel in herziening te stellen. Wat de preambule en GW 24 betreft, betoogden zij dat het moeilijk is een standpunt te bepalen wanneer men niet weet welke richting men uit wil gaan. Open Vld hoopt dat uiteindelijk voldoende artikelen voor herziening vatbaar worden verklaard zodat men dit werk in de komende legislatuur kan verderzetten.
Is er wat misgegaan in de Senaat?
In de Senaat werd op vrijdag 26 april 2019 het voorstel van Open VLD tot herziening van artikel 24 evenwel niet weerhouden. In totaal stemden CD&V, cdH, sp.a, MR en Vlaams Belang tegen. N-VA, Open Vld, PS waren voor en Ecolo-Groen heeft zich onthouden. In de pers werd onder andere gekeken naar de sp.a, die tegenstemde. Dit lijkt niet overeen te komen met het eerder ingenomen partijstandpunt.
De lijst van grondwetsartikels die voor wijziging vatbaar zijn moet ook nog door de regering worden bekeken. Tijd om nogmaals de aanbevelingen van de Commissie van Wijzen en van de Werkgroep Magits-Christians boven te halen.
De discussies over de positie van de levensbeschouwingen en de fundamentele grondwaarden van onze rechtsstaat zijn tekenend voor de veranderende visie op de relatie kerk en overheid en de uitdagingen voor de seculier democratische rechtsstaat. Het herpositioneren van de seculier democratische rechtstaat wordt door sommigen als overbodig en zelfs gevaarlijk gezien. Het publieke debat is, los van de blijkbaar verkeerd gelopen stemming in de Senaat, geopend.
De constitutionele verankering van de prerogatieven van de religies, met de Rooms-Katholieke Kerk in poleposition, ontworpen door de Méan en consoorten, in een unionistisch roes aangenomen door het Voorlopig Bewind en Nationaal Congres, zorgt er echter nog steeds voor dat we de weg naar buiten niet (willen) vinden. Daar had Jules Bara, in zijn essay uit 1859, Sur les Rapports De l’Etat Et Des Religions au point de vue constitutionel, reeds voor gewaarschuwd!
Categorieën |
---|
Tags |
---|
De auteur is ethicus en doctor in de interdisciplinaire studie van het recht.
Toon Vandeurzen (CD&V): ‘Laat ons opnieuw vanuit Vlaanderen als bakermat van de beurs een stap zetten naar een nieuwe evolutie: een meerlandenbeurs.’
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.