Al eeuwen is er kritiek op het principe van democratie. Toch bleek deze sinds de Tweede Wereldoorlog redelijk te werken. De laatste jaren lijkt er echter een kentering gaande met oneindig lang durende regeringsvormingen, grote protestbewegingen en leiders die bijzonder onpopulair zijn. Hoe levensvatbaar is onze democratie nog? Democratie is niet de beschermheilige van de grondrechten Een democratie is in staat grondrechten op een democratische manier op te schorten of deze rechten op een stelselmatige manier af te breken. In…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Al eeuwen is er kritiek op het principe van democratie. Toch bleek deze sinds de Tweede Wereldoorlog redelijk te werken. De laatste jaren lijkt er echter een kentering gaande met oneindig lang durende regeringsvormingen, grote protestbewegingen en leiders die bijzonder onpopulair zijn. Hoe levensvatbaar is onze democratie nog?
Democratie is niet de beschermheilige van de grondrechten
Een democratie is in staat grondrechten op een democratische manier op te schorten of deze rechten op een stelselmatige manier af te breken. In de coronaperiode zagen regeringen die de meest draconische en strenge lockdowns uitvaardigden hun goedkeuringscijfers tot ongekende hoogtes groeien. Dat terwijl regeringen die lakser waren in hun aanpak, wat achteraf de veel betere optie bleek te zijn, hun goedkeuringsratio’s slechts in beperkte mate zagen groeien. Het grote publiek was in meerderheid voorstander van het (tijdelijk) opheffen van grondrechten. Mensen met een andere mening werden verdacht gemaakt en als gevaar voor de maatschappij weggezet. De individuele vrijheden werden tijdens deze periode in het democratische Westen niet beter beschermd dan in menig ondemocratische bananenrepubliek.
Ook in het verleden bleken democratisch gekozen leiders in vrije westerse landen niet de vrijheidslievende vredesduiven zoals ze zichzelf graag voorstellen. Zo werd George W. Bush herkozen nadat hij met de bombardementen op Irak tienduizenden Irakezen de dood had ingejaagd. Dit met louter leugens over massavernietigingswapens als excuus. Het scheen de kiezer dus niet te kunnen schelen dat hun president een ongerechtvaardigde oorlog was begonnen waarbij duizenden onschuldige doden vielen. Dat democratie een garantie is voor een waardige bescherming van grondrechten in binnen- en buitenland blijkt niet te kloppen.
Referenda en kiezersbedrog
Het meest democratische middel is uiteraard het referendum. Hiermee kunnen kiezers zich duidelijk uitspreken over een specifiek wetsvoorstel. In België is het referendum op nationaal niveau echter verboden sinds de koningskwestie. In veel andere Europese landen zoals Frankrijk en Nederland wordt de uitslag genegeerd als het referendum een verkeerd resultaat oplevert, of mag men enkel stemmen over onbenullige zaken als elektrische stepjes of het al dan niet aansluiten bij een andere gemeente.
Eén keer in de vijf jaar mag men naar de stembus om parlementariërs te kiezen. Deze parlementariërs hebben vervolgens een vijf jaar durende volmacht om naar eigen goeddunken over wetten te stemmen. Vaak stemt men zelfs niet naar eigen goeddunken over wetten, men heeft de politieke verplichting om zich aan de partijdiscipline te houden. Is de partijdiscipline dan misschien wel volgens het partijprogramma? Nee, natuurlijk niet. Het volledige partijprogramma is immers overboord gegooid tijdens de regeringsonderhandelingen om zoveel mogelijk ministerposten binnen te slepen.
De stemmingen vinden dus plaats volgens het regeerakkoord dat na de verkiezingen in achterkamers onderhandeld is. Regelmatig verschijnen er zaken in het regeerakkoord die nooit in iemands verkiezingsprogramma hebben gestaan. Zo komt het woord stikstof exact nul keer voor in het volledige verkiezingsprogramma van N-VA en Open Vld. Open Vld had overigens wel een volledige passage gewijd aan een gezonde begroting met het motto: ‘Een land dat werkt heeft de begroting in evenwicht’. Als men kon sterven aan ironie zou men speciale begraafplaatsen moeten aanleggen voor de Open Vld’ers in de Vivaldi-regering. Bedrijven zijn gebonden aan het consumentenrecht dat consumentenbedrog moet voorkomen. Politieke partij hebben echter alle ruimte om ongegeneerd de kiezer te bedriegen.
Onpopulaire leiders
Aangezien de leiders in een democratie worden gekozen en hiervoor de steun van het volk nodig hebben zou je redelijkerwijs kunnen verwachten dat de meerderheid van de bevolking de leiders ook steunt. Slechts in drie westerse landen wordt de leider gesteund door de meerderheid van de bevolking, te weten: Zwitserland, Italië en Australië. Hierbij moet men in het geval van Zwitserland aanmerken dat de vertegenwoordiger van de bondsraad geen wezenlijke politieke macht heeft anders dan lid te zijn van deze bondsraad. Wat opvalt is dat zowel Australië als Italië een regering hebben zonder grote ideologische kloven binnen deze regering. Het is dus enigszins een harmonieus geheel wat de algemene perceptie wellicht verbetert.
Minder harmonieus gaat de samenwerking tussen verschillende partijen op heel veel andere plaatsen in het ‘vrije Westen’. In tal van landen worden partijen bij voorbaat uitgesloten van deelname aan de macht. Deze ‘vijftig procent plus één-mentaliteit’ zorgt ervoor dat een grote minderheid stelselmatig wordt uitgesloten. Men roept dat er naar het signaal geluisterd zal worden waarna men de ingezette koers vaak verder versneld in plaats van het roer daadwerkelijk om te gooien.
Scorebordpolitiek
Dat deze scorebordpolitiek uiteindelijk leidt tot grote sociale spanningen mag niemands verbazing wekken. In Israël kreeg Likoed (de partij van Nethanyahu) samen met haar coalitiegenoten een meerderheid in de knesset. Toen deze coalitie de beloofde juridische hervormingen wilde doorvoeren, braken er door het hele land grote protesten uit. De omvang van de protesten was zo groot dat Nethanyahu zich uiteindelijk genoodzaakt zag om de geplande hervormingen te staken.
In Frankrijk bleken de pensioenhervormingen van Macron niet te kunnen rekenen op steun van het brede publiek. Ook Macron gebruikte de grondwet als spelregelboekje waar een speciale voorziening in te vinden was die ervoor zorgde dat hij een ingrijpende hervorming als deze zonder parlementaire stemming door kon drukken.
Opvallend zijn het grote aantal gelijkenissen tussen de hervormingen in Israël en Frankrijk. Zo waren er in beide landen grote protesten tegen de hervormingen, was een meerderheid van de bevolking tégen de hervormingen en hadden ze allebei de wettelijke mogelijkheid om de hervormingen door te voeren zonder verdere grondwettelijke problemen. Volgens de spelregels van het democratische spel stonden beide regeringen dus volkomen in hun recht. Niets van dit alles past echter in het plaatje van een waardige democratie.
Eisen functionerende democratie
Aan een goed functionerende democratie zijn voorwaarden verbonden. Een bevolking moet eensgezind zijn in de doelen die ze wil bereiken en de waarden die ze willen uitstralen. Ook is het essentieel dat er sprake is van een sociaal contract dat de basis vormt van een legitieme regeringsmacht. Een democratie kan dan zorgen voor gezonde discussie over de vorm en richting van de oplossing waardoor uiteindelijk via samenwerking de beste oplossing kan worden gekozen. Democratie kan op deze manier een land verenigen op weg naar de best mogelijke oplossing.
Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog is de bevolking echter niet langer eensgezind in de doelen die het wil bereiken. Een aanzienlijke groep wil de maatschappij transformeren tot een woke-walhalla waarin alles CO2-neutraal is, mensen niet langer met het vliegtuig op vakantie kunnen en het quasi verboden is je tanden in een sappige biefstuk te zetten. Volgens deze groep moeten we transformeren naar een maatschappij waar zaken ofwel verplicht ofwel verboden zijn. Hiertegenover staat een groep die onze nationale identiteit wil behouden en voor de rest geen overheidsinmenging duldt in zijn persoonlijke leven door middel van vleestaksen, vliegtaksen, quota en CO2-budgetten. De doelen lopen zo ver uit elkaar dat er geen samenwerking meer mogelijk is. De kans dat één van beide groepen bovendien tot inkeer komt over zijn idealen is verwaarloosbaar klein. Tussen deze groepen is geen overleg meer mogelijk, zelfs over grondrechten en plichten zal men het niet eens kunnen worden. De democratie zoals wij deze kennen is daarmee doodverklaard.