JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De ‘denkfout’ van Bart De Wever

De rare logica van een editorialist

Philippe Clerick11/9/2020Leestijd 3 minuten
Bart De Wever

Bart De Wever

foto © Belga

Woordkeuze en logica zijn niet de sterkste kant van een journalist die een anti-N-VA-boodschap wil brengen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Het moet niet altijd Peter Mijlemans zijn. In Het Nieuwsblad van 7 september is het Matthias Vanderaspoilden die in een hoofdartikel N-VA en Bart De Wever de les spelt. Tegen de ‘hoofdstrekking’ van het stuk – zoals Multatuli dat noemt – heb ik niet onmiddellijk veel in te brengen. Daar zou ik eens over moeten nadenken. Aan drie kleinigheden stoor ik mij wel.

Wiens fout?

Vanderaspoilden – ik zal moeten oefenen op die naam – beschrijft de ‘passage van Bart De Wever in de tv-studio’s.’ Ik heb die ‘passage’ niet gezien, maar volgens Matthias – dat is makkelijker, gewoon Matthias – heeft De Wever gezegd dat de paars-gele regering mislukt is door sabotage en gebrek aan loyaliteit. Dat kan. Misschien heeft De Wever daarvoor ook argumenten gegeven. Matthias weerlegt De Wever door het tegenovergestelde te beweren. Dat het eveneens de fout van De Wever zelf is dat hij ‘niet mee aan de knoppen zit’.

Dat kan ook. Maar Matthias geeft er in elk geval géén argumenten voor. Dat vind ik wat gemakkelijk. Of bedoelt hij met die fout dat de N-VA onvoldoende stemmen behaald heeft in 2019? Ja, dat is waar. Ik heb uit het politiek spel van de laatste 15 maanden begrepen dat N-VA, hoeveel stemmen ze ook haalt, niet in een regering komt als ze niet incontournable is.

Gespeelde boosheid

Matthias schrijft ook over de boosheid van De Wever. ‘Gespeelde’ boosheid, voegt hij eraan toe. Maar hoe weet Matthias dat die boosheid gespeeld was? Ik weet wel dat politiek voor een flink stuk uit theater bestaat, maar zou het niet af en toe gebeuren dat een politicus ook echt boos is? Of dat nú het geval is, weet ik niet. Maar dat Matthias dat weet geloof ik ook niet.

Verder had De Wever gezegd dat er nu een ‘majeur probleem’ ontstaat omdat de federale regering een andere samenstelling heeft dan de Vlaamse. Dat noemt Matthias een ‘denkfout’. Denkfout, denkfout… Ik lees het woord de laatste tijd vaker in commentaren, en het wordt meestal verkeerd gebruikt. Dat is ook hier het geval.  De Wever zijn opmerking over het ‘majeur probleem’ is misschien wel een fout, maar daarom nog geen dénkfout. ‘Een denkfout,’ schrijft Wikipedia, ‘is een foutieve gedachtegang waarbij er een fout in de logica van de redenering zit.’ Waar zit hier de fout in de logica?

Krachtig regeren

Matthias veronderstelt dat een regionale regering krachtig kan regeren, onafhankelijk van de federale regering. Dat is een feitelijke analyse, juist of fout. De N-VA van haar kant schat de toestand anders in: veel bevoegdheden zijn niet voldoende gesplitst, zodat een Vlaamse regering op belangrijke gebieden niet krachtig kan optreden, en al zeker niet als ze op een andere golflengte uitzendt en ontvangt dan de federale. Ook dat is een feitelijke analyse, juist of fout. Het is echter geen dénkfout zolang De Wever consequent redeneert vanuit de analyse van zijn eigen partij, ook al kan die analyse zelf natuurlijk denkfouten bevatten.

Matthias mag gerust het tegenovergestelde beweren van wat N-VA beweert: dat de huidige bevoegdheidsverdeling tussen regionale regeringen en federale regering optimaal is bijvoorbeeld, zodat er ook bij ongelijke samenstelling geen problemen rijzen. Ook die bewering is geen dénkfout, alhoewel ze, geloof ik, toch fout is. Natuurlijk kan een regionale regering in bepaalde materies, waar de bevoegdheden wél duidelijk gesplitst zijn, zoals onderwijs, beter of slechter functioneren. En natuurlijk kan een regionale regering ook in ongunstige omstandigheden er het beste van proberen te maken.Maar wijzen op die ongunstige omstandigheden en ze een ‘majeur probleem’ noemen is ondertussen geen dénkfout.

Als toemaatje. Matthias schrijft: ‘Welke partijen federaal de lijnen uitzetten, zou voor een partij die dweept met Vlaamse onafhankelijkheid geen rol mogen spelen.’ Dat is een rare kronkel. Een partij die Vlaamse onafhankelijkheid nastreeft, zou zich volgens Matthias moeten gedragen alsof die onafhankelijkheid nu al een feit is. Is dát eigenlijk geen denkfout?

Philippe Clerick (1955) studeerde romanistiek en germanistiek en is leraar Nederlands. Politiek ongebonden na een extreemlinkse jeugd. Hij houdt een Clericks weblog bij van wat hem te binnen valt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.

Commentaren en reacties