Was Pétain een dictator?
Pétain kun je moeilijk op één lijn zetten met Franco en Mussolini
Was maarschalk Pétain wel een dictator, toen hij aan het hoofd stond van het ‘vrije’ Vichy-Frankrijk?
foto © wikicommons
In weerwil van het boek ‘Het lijk van de dictator’, denkt Koen Dillen aan dat Philippe Pétain van Vichy-Frankrijk géén dictator was.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementLuc Rasson, hoogleraar emeritus Franse letterkunde aan de Universiteit Antwerpen is een intellectuele duizendpoot en een bevlogen romanist. Doorbraak bracht enkele dagen geleden een recensie van zijn recent gepubliceerde boek Het lijk van de dictator: Franco Mussolini Pétain. De woorden van lof voor de prestatie van Rasson kan ik alleen maar bijtreden. Nooit eerder werd zo treffend beschreven hoe het stoffelijk overschot van een dictator – letterlijk én figuurlijk – na de overgang tot democratie, de inzet werd van politieke geheugenconflicten die vandaag nog steeds niet zijn opgelost.
Een gids die je meeneemt op reis
Met Het lijk van de dictator toont Luc Rasson dat hij niet alleen een literatuurwetenschapper is, maar ook een gedreven historicus. Hij gaat het terrein op, reist naar de plekken waar de geschiedenis die hij beschrijft zich afspeelde, ondervraagt getuigen en collega-historici, anekdotes kleuren zijn verhaal. Hij is als een gids die je meeneemt op een reis naar het verleden, zonder je de les te spellen. En vooral: nergens betrap je hem op de doodzonde waar zoveel historici zich tegen bezondigen: die van het anachronisme.
Er is één punt, in verband met Frankrijk, waarover ik met de auteur van mening verschil. Luc Rasson weet dat, want ik had het voorrecht om het manuscript van dit boek te mogen lezen vóór het verscheen. Dat is de vraag of Pétain wel een dictator was, en bij uitbreiding, of Vichy een dictatuur was in de klassieke betekenis van het woord. Versta me niet verkeerd. Deze vraag verandert niets aan de pertinente beschrijving door Rasson van de naoorlogse schaduw die ‘het lijk’ van Philippe Pétain op Frankrijk is blijven werpen. Franse historici noemen dit ‘het syndroom van Vichy’. Neen, het is een kleine kanttekening. Een bedenking die de titel spontaan bij mij deed opkomen.
Fascistisch?
Jean-Pierre Azéma, hoogleraar emeritus aan het Parijse Instituut voor Politieke wetenschappen, heeft in 1940, L’année noire (Fayard, 2010) haarfijn uitgelegd waarom het Vichy-regime van Maarschalk Pétain geen fascistische staat was. Drie essentiële ‘ingrediënten’ om Vichy onder de typologie van de totalitaire staat te doen vallen ontbraken daarvoor. Eén: de eenheidspartij, zoals die in Duitsland of Italië bestond. Twee: de systematische omkadering van de samenleving tot in de verste uithoeken van het land. En drie: de logica van de verovering van Lebensraum. Je kan Vichy reactionair, bureaucratisch en klerikaal noemen, fascistisch was het regime niet.
Wil dat meteen zeggen dat Philippé Pétain geen dictator was, zoals Franco en Mussolini dat ontegensprekelijk wel waren? Neen, maar er pleiten nog andere argumenten tegen Pétain als dictator en in de eerste plaats is dat natuurlijk de hoge leeftijd van het personage. Op het moment dat Pétain, na een stemming op 10 juli 1940 door de in het casino van Vichy bijeengeroepen vooroorlogse Kamer en Senaat, tot chef de l’Etat français wordt uitgeroepen, is hij 84 jaar oud.
De speelbal van zijn omgeving?
Sommige lezers kennen misschien de grappige repliek van Charles de Gaulle, wanneer die in 1958 in volle Algerijecrisis weer aan de macht komt na wat objectief gezien veel meer op een pronunciamiento lijkt dan de stemming van 1940 in Vichy. Journalisten vroegen hem tijdens een persconferentie op de man af of hij de democratie zou respecteren, waarop de Gaulle gevat antwoordde: ‘Denkt u dat ik op 67 jaar nog aan een carrière van dictator ga beginnen?’
Een leuke boutade natuurlijk, maar in het geval van Pétain speelt de hoge leeftijd uiteraard wel een rol. Was Pétain niet veel meer de speelbal van zijn omgeving dan een autoritaire man die met ijzeren hand over zijn onderdanen heerste? Ik denk het wel. Pétain was tot op hoge leeftijd helder van geest, maar kende wel al momenten van verwarring. Zijn omgeving heeft daar ontegensprekelijk van geprofiteerd. Eerst de vijanden van eerste minister Pierre Laval, toen die ervoor zorgden dat deze raspoliticus van de Derde Republiek – de periode 1870-1940 – op 10 december 1940 afgezet en vervangen werd door Pierre-Etienne Flandin. Nadien Laval zelf, toen deze in april 1942 onder druk van de Duitsers opnieuw eerste minister werd.
Een ‘constitutionele monarch’
Pétain noemde zichzelf graag de ‘gids’ van het Franse volk. Enig paternalisme was hem niet vreemd, maar dat betekent natuurlijk niets. De Amerikaanse historicus Herbert Lottman, biograaf van Pétain, omschrijft de maarschalk als een ‘constitutionele monarch’ die ‘de woorden moest uitspreken die zijn omgeving hem opdroeg uit te spreken’ en die, alleszins vanaf april 1942, ‘minder macht had dan de presidenten van de Derde Republiek.’
Tijdens de zomer van 1943 – de Duitsers hebben dan heel Frankrijk bezet – werken juristen in zijn omgeving trouwens, samen met Gilbert Gidel, rector van de Universiteit van Parijs en de katholieke journalist Jean Le Cour-Grandmaison, aan een constitutioneel ontwerp dat het midden houdt tussen de Franse Grondwet van 1875 die de Republiek vestigt en het Amerikaanse presidentieel systeem. Duitsland leek niet meer onoverwinnelijk sinds Stalingrad. In Vichy dachten sommige kringen al na over waar naartoe met het land als de oorlog voorbij zou zijn.
Pétain was eerlijk gezegd nooit een groot voorstander van het universeel stemrecht, dat door Vichy nooit werd afgeschaft, maar eerder ‘vergeten’ werd. Wel is hij opgetogen over de bevoegdheden die hij in dit ontwerp krijgt, waarbij het staatshoofd verkozen wordt door een college waarin alle parlementsleden zitten, alsook 400 afgevaardigden uit de provinciale raden. Denk de Duitse bezetting weg en dat heeft veel meer weg van de aloude politique politicienne uit het interbellum dan van een dictatuur.
Het lot van Polen
Velen hebben Pétain kwalijk genomen dat hij op post gebleven is nadat de Duitsers in november 1942 heel Frankrijk bezet hadden als reactie op de geallieerde landing in Noord-Afrika die maand. Waarom heeft hij op dat moment geen stap teruggezet? Waarom is hij niet met een vliegtuig dat klaarstond naar Algiers gevlucht? Hij zou als een held de geschiedenis zijn ingegaan. Maar in Duitsland zaten op dat moment nog bijna twee miljoen Franse krijgsgevangenen opgesloten in kampen. En in Frankrijk liet de harde hand van de nazi’s zich steeds meer voelen.
Aan generaal Héring, de militaire gouverneur van Parijs in 1940, vertrouwde Pétain toe waarom hij op post bleef. Hij was bang dat Frankrijk, mocht hij vaandelvlucht plegen, het lot van Polen zou ondergaan. ‘U weet niet wat het regime in Polen betekent! Frankrijk zou eraan zijn doodgegaan’, zuchtte Pétain. Ik denk dat de leider van het Vichy-regime daar een punt had.
Pétain een dictator? Neen, ik zou mij wat dat betreft eerder willen aansluiten bij het oordeel van de in 2011 overleden historicus François-Georges Dreyfus. Deze was vele jaren hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit van Straatsburg en aan de Parijse Sorbonne en was ook directeur van het Centre d’études germaniques. Naast zijn academische carrière engageerde hij zich als joodse intellectueel na de oorlog ook in de partij die De Gaulle na zijn ontslag als eerste minister in 1947 oprichtte, het Rassemblement du peuple français.
Geen echte breuk met het verleden
Over de figuur van Pétain is François-Georges Dreyfus in zijn in 1990 gepubliceerde Histoire de Vichy heel genuanceerd. Persoonlijk denkt hij dat hij als jood de oorlog overleefde, net omdat Pétain op post gebleven is om zo te verhinderen dat de Duitsers in Frankrijk een ‘Pools regime’ zouden installeren. In het Vichy-regime en zijn leider ziet Dreyfus eerder een voortzetting van de vooroorlogse republikeinse traditie dan een echte breuk, net omdat een groot deel van het politiek personeel in Vichy voor de oorlog tot de linkerzijde behoorde.
Het is een paradox. Vichy, waarover Gérard Noiriel, professor aan de befaamde Ecole des hautes études en sciences sociales (EHESS) een boek schreef met als sprekende titel Les Origines républicaines de Vichy (Fayard, 2013), was een repressief en autoritair regime, een dictatuur zo men wil, maar dan door de oorlogsomstandigheden. De leider en omwille van zijn leeftijd alom gerespecteerde vaderfiguur Philippe Pétain kan ik moeilijk de kenmerken van een dictator toedichten. Waarmee ik geen waardeoordeel over de verantwoordelijkheden van Vichy wil uitspreken. Dat is voer voor een andere discussie.
Dit meningsverschil neemt echter niet weg dat Luc Rasson met Het lijk van de dictator een knap stukje, ik zou paradoxaal genoeg zeggen ‘levende’ geschiedenis geschreven heeft vanuit een invalshoek die ons doet nadenken over hoe het collectieve geheugen in Italië, Frankrijk en Spanje blijft worstelen met het verleden. A tour de force, zoals ook de Britten dat zeggen.
Het boek Het lijk van de dictator is verkrijgbaar in de Doorbraak webwinkel.
Tags |
---|
Koen Dillen (1964), studeerde in 1987 af als vertaler Frans-Duits en heeft een passie voor Frankrijk. Hij schreef onder pseudoniem opgemerkte biografieën over Nicolas Sarkozy en François Mitterrand en publiceerde, in samenwerking met Frank Vanhecke, Al bij al heb ik gelukkig geleefd', het levensverhaal van wijlen Marie-Rose Morel.
Frankrijk heeft rechts gestemd, maar krijgt misschien een radicaal-linkse regering. Met dank aan Emmanuel Macron.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.