De echte kloof in Oekraïne is die tussen verleden en toekomst
‘Vechten voor Oekraïne is vechten voor de vrijheid!’ Volgens Oekraïners staan de Westerse waarden op het spel in het conflict met Rusland.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementOngezien is het in Europa sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog dat een deel van een land door een andere staat wordt geannexeerd, zoals dat gebeurd is met de Krim één jaar geleden. En nog altijd wordt Oekraïne in zijn territoriale integriteit bedreigd door Rusland, zoals de strijd in het oosten van het land tussen het centrale gezag en pro-Russische separatisten aantoont. Hoe moet de internationale gemeenschap reageren op de schending van een van de basisbeginselen van het volkenrecht, namelijk de soevereiniteit van een staat? Vooral de Europese Unie (EU) moet zich afvragen wat ze kan doen voor Oekraïne, een land waarvoor ze een bijzondere verantwoordelijkheid draagt. Het feit dat Oekraïne zichzelf oriënteert op de EU en dat haar burgers dromen van een Europese missie voor hun land, leidde tot het conflict met Rusland. Dit waren enkele van de vragen die Matthias Krupa, correspondent van de Duitse krant Die Zeit, voorschotelde aan Olena Prystayko, directeur van Ukrainan Think Tanks Liaison Office in Brussel, tijdens een sessie die onder de naam ‘Focus on Europe’s Neighbours’ (Focus op Europa’s buren) werd georganiseerd door de Faculteit Sociale Wetenschappen van de KU Leuven op woensdag 4 maart.
Oorlog aan twee fronten
Prsytayko noemt het conflict met het Rusland van president Vladimir Poetin onomwonden ‘war’ (oorlog) en die oorlog heeft de economie van haar land al aardig wat schade toegebracht. Maar tegelijk heeft het de solidariteit onder de mensen van Oekraïne versterkt. Ze zijn ontwaakt als natie en ze zijn bereid om voor de vrijheid te vechten. De revolutie begon in het najaar van 2013 toen de toenmalige regering weigerde onder Russische druk het associatieakkoord met de EU te ondertekenen. De burgers voelden zich bedrogen en kwamen op straat. Wat deze revolutie van die van 2004 (de ‘oranje revolutie’) onderscheidde, was de manier waarop de ‘civil society’, het middenveld als het ware, naar de omwenteling keek. In 2004 dacht ze dat de klus geklaard was met nieuwe verkiezingen, in 2013 besefte ze dat de revolutie nog maar net begonnen was, dat er werk moest gemaakt worden van hervormingen, van de strijd tegen corruptie en voor meer vrijheden. Oekraïne vecht vandaag de dag aan twee fronten: aan een intern front voor hervormingen, aan een extern tegen de sluipende annexering van het oostelijke deel van het land door Rusland.
Kloof
Prystayko verzet zich tegen het gangbare denkbeeld als zou er een kloof tussen het westelijke en het oostelijke deel van Oekraïne gapen, een denkbeeld dat vele mensen in Europa doet verzuchten: ‘Ach, geef het oostelijke op Moskou georiënteerde deel aan Rusland, en dan komt er een eind aan het bloedvergieten’. Klopt niet, zegt Prystayko: als de mensen in het oosten al iets zouden willen, dan autonomie of zelfs een onafhankelijke staat zonder tot Oekraïne of Rusland te willen horen. Op de vraag of federalisering geen oplossing zou zijn, antwoordt ze dat Kiev in het verleden inderdaad meer autonomie had moeten toekennen aan de regio’s. Federalisering vereist een grondwetswijziging en dat is gezien de oorlogsomstandigheden niet mogelijk. Bovendien speelt Rusland maar al te graag op die optie in om Oekraïne te kunnen verdelen. Een ‘decentralisering’ zou passender zijn. De taal die een Oekraïense burger spreekt zegt niets over zijn sympathie voor het ene of het andere kamp. De hoofdstad Kiev bijvoorbeeld is overwegend Russischtalig, toch willen de mensen daar hun hand in het vuur steken voor het behoud van Oekraïne als natie. De echte kloof zou gapen tussen het verleden en de toekomst. Het verleden, dat is de oude sovjetmentaliteit die nog niet helemaal verdwenen is, en waarvan Moskou garen spint; de toekomst, dat is de gerichtheid van de moderne ‘civil society’ in Oekraïne op Europa, op de Westerse wereld.
Russische beer
Prystayko maakt ook brandhout van de hoop van sommige krachten in Europa dat de oorlog een ‘frozen conflict’ zou worden, een conflict waarin beide partijen zich verschansen in hun loopgraven en er geen militaire acties plaatsvinden zolang ze onderhandelen (een beetje te vergelijken met Nagorno-Karabach). Het probleem is dat de oorlog niet zomaar zal stoppen, dat hij er in de ogen van de Russische machthebbers toe dient om Oekraïne te destabiliseren, om de Oekraïners een lesje te leren, in de zin van ‘jullie hebben er verkeerd aan gedaan om onafhankelijk te worden, jullie hadden bij Rusland moeten blijven’. Het Westen focust in zijn reactie vooral op de verzwakking van Rusland (trefwoord: sancties), maar het zou beter Oekraïne helpen, economisch, eventueel zelfs militair. Polen en de Baltische staten begrijpen dat maar al te goed, zij weten hoezeer de Russische beer kan klauwen.
Stukbijten
De vergelijking met de jaren ’30 van de twintigste eeuw is niet ver weg. Volgens Prystayko zijn er twee opties voor Oekraïne: ofwel die van het toenmalige Tsjecho-Slowakije, – dus zijn lot ondergaan en opgedeeld worden -, ofwel die van Finland dat in 1940 een oorlog uitvocht tegen de Sovjet-Unie. Voor Rusland ziet de toekomst er volgens Prystayko er echter ook niet rooskleurig uit. Zoals de Sovjet-Unie ten onder is gegaan na haar inval in Afghanistan, zo zal Rusland zijn tanden stukbijten op Oekraïne. Ook de EU is veranderd door het conflict, of zoals Matthias Krupa in Die Zeit van 13 februari 2015 schrijft: ‘Durch den Krieg in der Ukraine und die Konfrontation mit Russland ist die EU zu einem außenpolitischen Subjekt geworden, Europa wider Willen zu einem geopolitischen Akteur.’ (Door de oorlog in Oekraïne en de confrontatie met Rusland is de EU tot een subject op buitenlandpolitiek vlak en is Europa tegen zijn zijn een geopolitieke actor geworden.) En wat heeft de toekomst voor Oekraïne in petto? Prystayko gelooft rotsvast dat haar land op lange termijn het pleit zal winnen. De toekomst behoort immers niet toe aan autoritaire regimes, maar aan die naties die de vrijheid en de democratie verdedigen.
Foto (c) Reporters
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
Een groep vrienden woont op een ruw eiland voor de kust van IJsland de begrafenis van een medestudente bij, maar al snel volgen er vreemde gebeurtenissen.