JavaScript is required for this website to work.
post

De kernuitstap – voor niet-ingenieurs

Vergelijk het met de iPhone 6, 7 en 8

Philippe Clerick12/12/2017Leestijd 3 minuten
De koeltorens in Tihange

De koeltorens in Tihange

foto © Reporters

Het Nieuwsblad gebruikt hysterische koppen om een vervroegde kernuitstap te bepleiten.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement
Op de voorpagina van Het Nieuwsblad (9 december) lees ik dat N-VA het energiepact ‘opblaast’. Dat is krachtig verwoord, maar alles kan beter, zoals bewezen wordt op bladzijde zes. Daar heet het dat N-VA ‘een atoombom plaatst’ onder de kernuitstap. Nu komen we in de buurt. Als die ‘atoombom’ van bladzijde zes ook nog wordt ‘opgeblazen’ zoals op de voorpagina, kunnen we de jodiumpillen beter in de buurt houden.
 

Ingenieursdiploma

 Wie op de redactie aan die hysterische taal niet meedoet, is Pieter Lesaffer. ‘Je hebt minstens een ingenieursdiploma nodig’, schrijft hij in zijn commentaar, ‘om deze discussie met rationele elementen te beslechten.’ Nu kun je van mij veel zeggen, maar niet dat ik ingenieur ben. Toch heb ik mij in het verleden wel eens tot een discussie over kernenergie laten verleiden, zonder mij om rationele elementen te bekommeren. In 1980 wilde mijn universiteit, de KU Leuven, een eredoctoraat toekennen aan Norman Rasmussen, een Amerikaanse professor die ingewikkelde berekeningswijzen had uitgevonden om de veiligheid van kerncentrales te beoordelen. Dat vond ik op zich al schandalig. Bovendien was hij tot de conclusie gekomen dat die veiligheidsrisico’s nogal meevielen. Dat vond ik zo mogelijk nog erger. Ik hield als studentenvertegenwoordiger in de Academische Raad een een klein toespraakje tegen een eredoctoraat voor die pro-kernenergieprofessor. Rector Piet de Somer lachtte mij uit in mijn gezicht. ‘Kom,’ zei hij, ‘we gaan over naar het volgende agendapunt.’
Sinds die dagen in de Academische Raad ben ik tot betere inzichten gekomen. Ik volg nu Pieter Lesaffer. De veiligheid van kerncentrales is iets voor ingenieurs, en niet voor leken zoals ik. Wel zijn de ingenieurs die ik ken toevallig allemaal voorstanders van kernenergie, maar daar wil ik niet te veel gewicht aan toekennen. Zolang ik zelf de veiligheid van zo’n derde generatie thoriumreactor niet kan berekenen, doe ik er beter het zwijgen toe. Zelfs het begrip halfwaardetijd kan ik niet correct gebruiken, tot grote wanhoop van mijn lieve collega van fysica.

Eindig verhaal

 Maar ik volg Pieter nu ook weer niet overal. Kernergie, schrijft hij, is een eindig verhaal, en dus kun je er maar beter zo snel mogelijk mee stoppen. Waarom zo snel mogelijk, denk ik dan. Wij zijn allemaal eindige verhalen, en toch willen we er graag nog even mee doorgaan. Misschien is kernenergie inderdaad een eindig verhaal. Dat kan. Misschien zal kernenergie in de toekomst wel degelijk worden afgelost door een alternatieve energiewinning die schoner, veiliger, betrouwbaarder en goedkoper is. Maar dat zegt weinig over de snelheid van die aflossing. Het is niet omdat Apple een iPhone X uit heeft, dat het ‘zo snel mogelijk’ moet ophouden met de productie van iPhone 6, 7 of 8. Die uitfasering komt er, maar het is een hele discussie om te beslissen wanneer die begint en hoe lang die duurt. Om Lesaffers woorden te gebruiken: je moet minstens een handelsingenieur zijn om die discussie met rationele argumenten te beslechten.
Lesaffer beweert nog meer rare dingen. ‘Er staan investeerders en een hele industrie klaar om de energie van ons land vorm te geven. Maar dan hebben zij wel een stabiel kader nodig.’ Ja, dat zou leuk zijn, zo’n stabiel kader. Je wil wel investeren, op voorwaarde dat je belangrijkste concurrent – de kernenergie – door een politiek ‘energiepact’ is uitgeschakeld. Dan is het niet moeilijk om naast de veiligste en de schoonste ook de betrouwbaarste en de goedkoopste energie te produceren. Als je ongeveer de enige bent, ben je zeker de betrouwbaarste en de goedkoopste. Maar hóe betrouwbaar en goedkoop dat zal zijn, is een heel andere kwestie.

De ‘rest’ van het bedrijfsleven

Wie daar bijvoorbeeld geen goed oog in heeft, is het bedrijfsleven. Lesaffer schrijft dat ‘een deel van het bedrijfsleven’  graag de kernenergie nog wat aanhoudt, terwijl ‘de rest van het bedrijfsleven’ daar tegen is. Het moet omgekeerd zijn, geloof ik. Een welbepaald deel van het bedrijfsleven wil van de kernenergie af – dat is het deel dat zelf groot wil worden door  alternatieve energie te produceren. De ‘rest’ van het bedrijfleven – alle bedrijven die geen energie produceren, maar wel verbruiken –  is bang dat de nieuwe energie véél en véél duurder zal zijn, en minder betrouwbaar.
Ik geloof dat mijn belangen als verbruiker hier samenvallen met die van de ‘rest’ van het bedrijfsleven.

Philippe Clerick (1955) studeerde romanistiek en germanistiek en is leraar Nederlands. Politiek ongebonden na een extreemlinkse jeugd. Hij houdt een Clericks weblog bij van wat hem te binnen valt over Karl Marx, Tussy Marx en Groucho Marx. En al de rest.

Meer van Philippe Clerick
Commentaren en reacties