JavaScript is required for this website to work.
Multicultuur & samenleven

De man die het ‘spook van Rapallo’ opriep

60 jaar terug overleed Joseph Wirth

Dirk Rochtus4/1/2016Leestijd 5 minuten

Joseph Wirth ging de geschiedenis in als de ‘kanselier van Rapallo’, het verdrag dat de Duits-Russische samenwerking bezegelde.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de herinnering leeft Joseph Wirth (1879-1956) voort als de man van het gevleugelde woord ‘Der Feind steht rechts’. Die uitspraak deed de zoveelste rijkskanselier van tijdens de Republiek van Weimar in 1922 daags na de moord op Walther Rathenau, zijn minister van Buitenlandse Zaken, door extreemrechtse krachten. De politicus van de katholieke Zentrumspartei was in 1921 aan het roer van een woelig staatsschip komen staan. De geallieerde overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog hadden de Duitse republiek een ultimatum gesteld om in uitvoering van Versailles de nodige herstelbetalingen te volvoeren. Wirth en de ministers van zijn kabinet kwamen deze eisen na en werden daarom door de Duitse nationalisten verachtelijk ‘Erfüllungspolitiker’ genoemd. Meer dan veertig jaar voor de sociaaldemocratische bondskanselier Willy Brandt engageerde Wirth zich al voor een ‘Ostpolitik’, een politiek van verzoening en samenwerking met Sovjet-Rusland.

Front

Zowel de prille Duitse democratie van ‘Weimar’ als de jonge Sovjetstaat waren zo kort na respectievelijk de oorlog en de Oktoberrevolutie paria’s op de internationale scène. De Westerse mogendheden overwogen de mogelijkheid van een internationaal financieel consortium om Rusland economische hulp aan te bieden tegen politieke voorwaarden die voor Moskou een democratisering in Westerse zin zouden hebben ingehouden. De Sovjets wilden dit Westers ‘front’ doorbreken door een nauwere samenwerking met Duitsland aan te gaan. Duitse politici, industriëlen en officieren zagen hier wel brood in om zo Duitsland uit zijn eigen afhankelijkheid van het Westen te bevrijden en zijn invloedssfeer in het ‘Oosten’ uit te breiden. Moskou had al in 1920 contacten aangeknoopt met de leiding van de Reichswehr, het Duitse leger, om bewapeningsprojecten op touw te zetten.

‘Vergadering in pyjama’

Toen de Westerse mogendheden op 10 april 1922 in Genua bijeenkwamen voor een internationale conferentie over de wereldeconomie, toonden ze geen begrip voor die Duitse ambities voor een zelfstandige ‘Weltpolitik’. Integendeel, ze lieten de Russische machthebbers verstaan dat Rusland herstelbetalingen van de gewezen oorlogstegenstander Duitsland kon eisen om de schulden vanuit de tsarentijd af te lossen. De Duitse delegatie in Genua wilde dit uiteraard verhinderen en besloot het op een akkoord te gooien met Moskou. In de nacht van zaterdag op paaszondag, 16 april 1922, beraadslaagde rijkskanselier Wirth in zijn hotelkamer in de zogeheten ‘Pyama-Sitzung’ met zijn delegatie over de vraag van Moskou om een Duits-Russisch ontwerpverdrag te ondertekenen. De Duitsers wisten dat ze door hun handtekening de conferentie van Genua zouden opblazen, maar waren toch bereid de woede van de Westerse mogendheden te trotseren. Op paaszondag 16 april ondertekende Walther Rathenau in Rapallo het verdrag met Rusland met als belangrijkste bepalingen het wederzijds afzien van hersteleisen, wederzijdse diplomatieke betrekkingen en handelsrelaties volgens het principe van ‘de meestbegunstigde natie’. De eerste Duitse ambassadeur in Moskou werd graaf Brockdorff-Rantzau die nog in 1919 als toenmalig minister van Buitenlandse Zaken het Verdrag van Versailles had afgewezen. Voor hem was Rusland ‘der Punkt, an dem wir ansetzen müssen, um überhaupt wieder zu der uns gebührenden Weltstellung zu kommen’ (het punt waar we moeten aanzetten om überhaupt de wereldpositie te verkrijgen die ons toekomt). In de Rijksdag, het Duitse parlement, roemde kanselier Wirth het verdrag als ‘(..) ein Frieden zwischen zwei Völkern, denen es immer gut gegangen ist, solange sie sich verstanden haben, er bedeutet auch einen Ausgleich, eine Brücke zwischen Ost und West in wirtschaftlicher und sozialer Hinsicht zum Wohle beider Völker.’ (‘een vrede tussen twee volken die het altijd goed gegaan is zolang ze met elkaar overeenkwamen; het betekent ook een compromis, een brug tussen Oost en West in economisch en sociaal opzicht tot welzijn van beide volken’)

Boeten

Dankzij Rapallo ontsnapte de Sovjetstaat aan de druk van een gesloten Westers front. Duitsland werkte economisch nauwer samen met Rusland en kon zijn luchtmacht laten oefenen in het Russisch luchtruim. Op lange termijn kwamen er geen structurele vruchten voort uit deze samenwerking. 19 jaar later zouden Duitsland en de Sovjet-Unie zelfs in oorlog met elkaar geraken omdat de dan heersende ‘Reichskanzler und Führer’ met de verovering van ‘Lebensraum’ in het oosten oude Duitse imperialistische dromen wilde verwezenlijken. De ideologische tegenstellingen tussen een nationaalsocialistisch Duitsland en een communistisch Rusland zouden om het even welke akkoorden er gesloten waren tussen beide staten van hun waarde beroven. Het Westen zelf zou de Republiek van Weimar zwaar doen boeten voor Rapallo. Begin 1923 rukten Franse en Belgische troepen binnen in het Ruhrgebied omdat Duitsland zijn herstelverplichtingen niet volledig was nagekomen. Op dat tijdstip waren Rathenau en Wirth al geschiedenis: de minister van Buitenlandse Zaken was vermoord op 24 juni 1922 en de rijkskanselier had zijn ontslag ingediend op 22 november 1922.

Democratie en vrijheid

Toen Adolf Hitler op 30 januari 1933 aan de macht kwam, wist Wirth dat hij niet meer veilig zou zijn in Duitsland. De nationaalsocialisten verachtten hem als ‘Erfüllungspolitiker’ en als iemand die elf jaar eerder een verdrag had gesloten met hun ideologische doodsvijand. Ze hadden hem ook niet vergeven dat hij op 25 juni 1922, de dag na de moord op Rathenau, ferm had uitgehaald naar de nationalistische rechterzijde (‘Dieser Feind steht rechts’) en een lans had gebroken voor de democratie zoals die belichaamd werd door de Republiek van Weimar met de woorden: ‘In jeder Stunde … Demokratie! Aber nicht Demokratie, die auf den Tisch schlägt und sagt: Wir sind an der Macht! – Nein, sondern jene Demokratie, die geduldig in jeder Lage für das eigene (…) Vaterland eine Förderung der Freiheit sucht! (…)’ (‚Op elk ogenblik …. Democratie! Maar geen democratie die op tafel slaat en zegt: Wij zijn aan de macht! – Neen, wel een democratie die geduldig in elke situatie voor het eigen (…) vaderland de vrijheid vooruit wil helpen’).

‘Het spook van Rapallo’

Op 23 maart 1933, de dag waarop de Rijksdag met het ‘Ermächtigungsgesetz’ volmachten verleende aan Hitler en zo het pad voor de dictatuur effende, op die fatale dag pakte Wirth zijn biezen. Eerst vestigde hij zich in Parijs, maar bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op 1 september 1939 vluchtte hij naar Luzern in Zwitserland. Voor de oorlog voerde hij in vele landen gesprekken met politici en vertegenwoordigers van de Katholieke Kerk om te waarschuwen tegen het gevaar dat de nazi’s vormden voor de democratie en de joden. Vanuit het neutrale Zwitserland stak hij zijn voelhorens uit naar het verzet in Nazi-Duitsland. Pas in 1948, drie jaar na de ondergang van nazi-Duitsland, keerde Wirth terug naar zijn geboortestad Freiburg in West-Duitsland. Hier ontpopte hij zich tot een tegenstander van de christendemocraat Konrad Adenauer die als bondskanselier (vanaf 1949) de Bondsrepubliek Duitsland in het Westen wilde verankeren. Wirth geloofde dat deze ‘Westbindung’ de Duitse deling zou betonneren. Die houding werd hem niet in dank afgenomen in volle Koude Oorlog. Dat hij in 1955 zelfs de Stalinprijs voor de Vrede kreeg, lokte dan ook onbegrip en verontwaardiging uit in de Bondsrepubliek. De ‘Rapallo-Kanzler’ kreeg het verwijt ‘Handlanger Moskaus’te zijn naar het hoofd geslingerd. Na zijn overlijden op 3 januari 1956 geraakte Wirth in vergetelheid. Pas de laatste tijd groeit weer belangstelling voor de kanselier die ijverde voor de democratie en voor een betere verstandhouding met Rusland, ook al droeg dat land toen nog de naam Sovjet-Unie en was zijn streven daardoor zowel in de jaren ’20 als ’50 omstreden. Het verdrag dat zijn levenswerk was, leefde voort in ‘het spook van Rapallo’ dat telkens weer werd opgeroepen als het Westen een te grote toenadering tussen Duitsland en Rusland vreesde.

Foto Joseph Wirth © www.landesarchiv-bw.de

In mei 2016 verschijnt naar aanleiding van de 60ste sterfdag van Joseph Wirth een 250 pagina’s tellend boek met ca. 220 deels onbekende foto’s en facsimiles: »In jeder Stunde Demokratie. Joseph Wirth (1879–1956). Ein politisches Porträt in Bildern und Dokumenten«, hrsg. von Bernd Braun und Ulrike Hörster-Philipps (uitgeverij Modo-Verlag GmbH Freiburg, Terlaner Str. 8, 79111 Freiburg; [email protected])

Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.

Commentaren en reacties