Een week na het Vlaams Parlement is ook de Kamer van Volksvertegenwoordigers begonnen met de bespreking van de (in haar geval federale) ontwerpbegroting voor 2023. Waar haalt de Vivaldi-coalitie haar geld vandaan en wat doet ze ermee? Belastingen Voor de fiscus wordt 2023 alweer een druk jaar. De brave borst wordt geacht 142,1 miljard euro aan belastingen binnen te rijven, of 6,8% meer dan dit jaar. Het gaat in hoofdzaak om 80,2 miljard euro directe belastingen (personen- en vennootschapsbelasting), 46,8 miljard euro btw en registratierechten,…
Niet ingelogd - Plus artikel - log in of neem een gratis maandabonnement
Uw Abonnement is (bijna) verlopen (of uw browser moet bijgewerkt worden)
Uw (proef)abonnement is verlopen (of uw browser weet nog niet van de vernieuwing)
Een week na het Vlaams Parlement is ook de Kamer van Volksvertegenwoordigers begonnen met de bespreking van de (in haar geval federale) ontwerpbegroting voor 2023. Waar haalt de Vivaldi-coalitie haar geld vandaan en wat doet ze ermee?
Belastingen
Voor de fiscus wordt 2023 alweer een druk jaar. De brave borst wordt geacht 142,1 miljard euro aan belastingen binnen te rijven, of 6,8% meer dan dit jaar. Het gaat in hoofdzaak om 80,2 miljard euro directe belastingen (personen- en vennootschapsbelasting), 46,8 miljard euro btw en registratierechten, en 13,6 miljard euro accijnzen en douanerechten.
Niet al dat geld is voor de zevenpartijenregering-De Croo, verre van. Van de belastingontvangsten moet de fiscus meteen 85,2 miljard euro of ongeveer 60% afstaan: 54,3 miljard euro aan de deelstaten; 22,6 miljard euro aan de sociale zekerheid voor de zogenaamde alternatieve financiering; 4 miljard euro aan de Europese Unie. Kleinere sommen vloeien rechtstreeks naar de CREG (856 miljoen euro), Elia (360 miljoen) en het pensioenfonds van de federale politie (351 miljoen).
Van de fiscale ontvangsten blijft er voor de Vivaldi-regering 56,9 miljard euro over. Daarnaast kan ze op 7,9 miljard euro andere, niet-fiscale inkomsten rekenen, zodat ze uiteindelijk 64,8 miljard euro ter beschikking heeft.
Uitgaven
Koken kost geld, en om te koken heeft de federale kok volgend jaar 91,8 miljard euro nodig. Dat is inderdaad 27 miljard euro meer dan de 64,8 miljard die op zijn rekening staat.
Bijna een derde of 29,4 miljard euro van de uitgaven zijn subsidies aan de sociale zekerheid. Samen met de al genoemde 22,6 miljard euro fiscale ontvangsten die als ‘alternatieve financiering’ rechtstreeks naar de sociale zekerheid vloeien, pompt de federale regering zodoende 52 miljard euro in de sociale zekerheid (die daarnaast gefinancierd wordt met sociale bijdragen van werknemers en zelfstandigen, goed voor 77,1 miljard euro).
We schreven al dat 54,3 miljard euro van de belastingontvangsten rechtstreeks naar de deelstaten gaan. De Vlaamse, de Franse en de Duitstalige Gemeenschap krijgen daarnaast nog eens een dotatie van 16,2 miljard euro voor de financiering van bevoegdheden die ze bij de zesde staatshervorming (2011-2014) hebben gekregen, in hoofdzaak gezondheidszorg en kinderbijslag. In totaal gaat dus 70,5 miljard euro naar de deelstaten.
De dotaties aan het Koninklijk Huis, het federale parlement en federale instellingen als het Grondwettelijk Hof, de Raad van State en het Rekenhof komen op 1 miljard euro uit.
Op haar lopende leningen moet de federale regering volgend jaar om en bij de 10 miljard euro rente betalen.
De federale kok kookt ook Europees. Bovenop de al genoemde 3,2 miljard euro belastingontvangsten die rechtstreeks naar de Europese Unie gaan, betaalt België nog eens 4,1 miljard euro lidmaatschapsgeld aan de EU. Met 7,3 miljard euro is ons land een van de nettobetalers: we dragen meer af aan de EU dan we ervan terugkrijgen.
Als we al die posten optellen en de som, zijnde 60,7 miljard, aftrekken van 91,8 miljard, weten we dat er voor Vivaldi ‘slechts’ 31,1 miljard euro overblijft om de eigenlijke overheidstaken te financieren.
Van Defensie tot gebouwen
Die 31,1 miljard euro wordt, in dalende orde, gebruikt voor:
– Landsverdediging: 4,8 miljard euro
– Mobiliteit en Vervoer: 4,0 miljard euro (waarvan 3,5 miljard euro voor de spoorwegen)
– Economische Zaken, middenstand en energie: 3,4 miljard euro
– Beleid en Ondersteuning: 3,2 miljard euro
– Justitie: 2,5 miljard euro
– federale politie: 2,5 miljard euro
– Financiën: 2,2 miljard euro
– Binnenlandse Zaken: 2,1 miljard euro
– maatschappelijke integratie en armoedebestrijding: 1,8 miljard euro
– Buitenlandse Zaken: 1,5 miljard euro
– Volksgezondheid en Leefmilieu: 980 miljoen euro
– Regie der Gebouwen: 924 miljoen euro
– overige: 1 miljard euro
Tekort
De uitgaven zijn daarmee dus 27 miljard euro hoger dan de inkomsten. Dat betekent dat de federale regering volgend jaar 27 miljard euro moet lenen. Maar dat is niet alles. Volgend jaar vervalt een deel van de lopende leningen. Om die te kunnen aflossen, moet Vivaldi nog eens 23 miljard euro lenen, in totaal dus 50 miljard euro.
Monarchie
Laten we het vergrootglas nog op enkele posten in de uitgavenbegroting richten.
De monarchie kost ons volgend jaar 40,9 miljoen euro. Voor zijn civiele lijst krijgt koning Filip er 800 000 euro bij, wat de factuur op 14 miljoen euro brengt. De dotatie aan Albert II verhoogt lichtjes tot 1,1 miljoen euro. Astrid en Laurent mogen op 382 000 respectievelijk 366 000 geïndexeerde euro rekenen.
De politiekosten voor de beveiliging van de koninklijke familie komen uit op 16,9 miljoen euro, het onderhoud van de koninklijke paleizen op 4,7 miljoen euro. Voor het Militair Huis van de koning, militaire vluchten en andere diensten van ons leger staat 2,5 miljoen euro in de begroting.
Parlement
De Senaat trekt de buikriem aan en heeft in 2023 ‘slechts’ 35 miljoen euro nodig, een slordige 5 miljoen euro minder dan dit jaar. De Kamer van Volksvertegenwoordigers krijgt er 15 miljoen euro bij en kan 169 miljoen euro uitgeven.
Transfer en Brussel
Van de totale ‘communautaire’ geldstroom van in hoofdzaak Vlaanderen naar de andere deelstaten is het ‘nationale solidariteitsbedrag’ de meest zichtbare. Die transfer bedraagt volgend jaar 1,374 miljard euro (+ 217 miljoen), waarvan 884 miljoen (+ 150 miljoen) voor Wallonië en 490 miljoen (+ 67 miljoen) voor Brussel.
Voor Brussel is die 490 miljoen euro lang niet alles. Omdat de Vlaamse en Waalse pendelaars er geen belastingen betalen — het zou er nog aan mankeren —, krijgt het gewest 44 miljoen euro. En omdat de internationale ambtenaren er evenmin belastingen betalen, komt daar nog eens 213 miljoen euro bij.
Uit de federale kas krijgt Brussel voorts 188,3 miljoen euro voor de mobiliteit, 122,8 miljoen euro voor de ‘dode hand’ (vrijstelling van onroerende voorheffing voor overheidsgebouwen), 55 miljoen euro voor beveiligingsopdrachten door de lokale politie en 52,7 miljoen euro omdat een deel van de negentien gemeenten het aandurft een Vlaming als schepen aan te stellen. Dat sommige ambtenaren van het Brusselse gewest tweetalig zijn, wordt met 3,2 miljoen euro beloond.
Wanneer we al die sommen optellen, leren we dat het stadsgewest volgend jaar liefst 1,169 miljard euro krijgt toegeschoven van de federale regering, Vlaanderen en Wallonië, een vijfde van zijn totale inkomsten (5,627 miljard euro).
Pensioenen
Ten slotte werpen we een snelle blik op de uitgavenbegroting van de sociale zekerheid. Daar vormen de pensioenen met 64,3 miljard euro de grootste post. Het is de som van de werknemerspensioenen (38,8 miljard euro), de ambtenarenpensioenen (20,2 miljard euro) en de zelfstandigenpensioenen (5,3 miljard euro).
Onze geneeskundige verzorging (raadpleging artsen en tandartsen, ziekenhuiskosten, geneesmiddelen) slorpt 40,4 miljard euro op.
Voor ziekte en invaliditeit van werknemers is 12,4 miljard euro uitgetrokken, voor de werkloosheidsuitkeringen 6,6 miljard euro.