De N-VA, een partijportret door insiders
Zes conclusies bij de Reeks Werkt Verandering? Is de N-VA veranderd door deelname aan de federale regering?
N-VA-voorzitter Bart De Wever kondigt aan dat hij kandidaat Minister-President van Vlaanderen is.
foto © Reporters/ GYS
Wat voor partij is de N-VA nu eigenlijk, na drie maanden gesprekken en vergelijken, tijd voor zes conclusies over de partij.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDrie maanden lang heb ik het Vlaamse land afgedweild om met N-VA’ers te spreken. Ik ben overal vriendelijk ontvangen. Mijn thee, of zelfs een maaltijd, moest ik meestal niet zelf betalen. Verrassend openhartig ook over de vraag welke partij de N-VA nu is en of die ‘gebelgianiseerd’ is en wat dat dan mag betekenen. Ach ja, meer dan zes jaar geleden zie je N-VA-burgemeesters fier met een tricolore sjerp poseren, terwijl dat voor andere toch blijft gepaard gaan met een soort van gène.
Separatistische machtspartij
Een machtspartij is de N-VA wél geworden. Dat kan misschien ook moeilijk anders als je de grootste partij van het land bent en deel uitmaakt van de Vlaamse en de federale regering. En toch. In de hoofden van veel N-VA’ers zijn ze nog die rebelse partij. Ja, ze communiceren vooral over het centrumrechtse socio-economische beleid dat moet verankerd worden. Maar mijn gesprekken met N-VA’ers hebben me ervan overtuigd dat dat de strategie is. Via het sociaaleconomische beleid Vlamingen overtuigen van de noodzaak van meer Vlaamse autonomie.
Het confederalisme wordt verkocht als een middel om Vlaanderen het beleid te geven waarvoor het stemt. Om een passend en snel wendbaar beleid mogelijk te maken. Weg van de kleine stapjes in grote compromissen zoals dat in de Belgische politiek gaat. Maar in de hoofden van vele N-VA’ers die ik sprak zit nog altijd de onafhankelijkheidsgedachte.
Kan het dat ze dat zo tegen mij vertelden omdat ze weten wie ik ben? Hoofdredacteur van Doorbraak, zelf overtuigd independentist. Ja, dat kan. Maar elke gesprekspartner wist dat ik kwam om te noteren en te citeren. Ze wisten dat ik artikels zou schrijven met wat ze me zeiden. En toch zeiden ze het. Alsof ze blij waren het nog eens te kunnen zeggen. Ja, de N-VA staat nog altijd achter het bewuste artikel 1. van haar statuten. Dat is de eerste conclusie voor mij, van mijn onderzoek: de N-VA blijft een separatistische partij. De partijtop is en blijft separatistisch, al kan ze dat soms goed verbergen.
En ik hang er onmiddellijk de tweede conclusie aan vast. Het geloof is groot dat via de regeringsdeelname gebouwd wordt aan een groter draagvlak voor meer Vlaamse autonomie. Goed regeren overtuigt kiezers voor de N-VA en zo worden ze in het communautaire verhaal meegenomen. Zo is de N-VA een regerende, separatistische machtspartij. Een houding die wel altijd voor spanning zorgt, te veel nadruk op het ene, zet druk op het andere…
Systeempartij?
De scène is gekend door iedereen die de politiek volgt. Hendrik Vuye die in het parlement fulmineert tegen de vier traditionele partijen. De vierde is dan de N-VA. Is N-VA een systeempartij geworden, een partij die het Belgische status quo ondersteunt? Volgens Vuye duidelijk wel.
Volgens mijn gesprekspartners is N-VA opgeschoven in die richting. Ministers krijgen snel een soort verdedigende kramp, meer deel van het systeem kan je niet zijn. Velen geven ook toe dat die jaren in de federale regering zorgen voor een breder netwerk. De N-VA-tentakels reiken dieper dan in 2014, nog niet zo diep als die van de traditionele partijen, maar toch. Enkele benoemingen van cabinetards als topambtenaar maken die verwevenheid structureel.
Maar toch, en dat is de derde conclusie van mijn ronde door de N-VA. Willen mee besturen, verantwoordelijkheid nemen, compromissen sluiten én geen systeempartij, geen partij als de anderen willen zijn, zit diep in de N-VA. Dat evenwicht is niet makkelijk. Het wordt zichtbaar in de communicatie van de partij, die veel scherper is dan die van de traditionele partijen. N-VA polijst niet tot haar boodschap mainstream genoeg is om 75% van het electoraat te bevallen. Ze durft zich richten op 30% dwarse kiezers. Kijk naar het ecomodernisme waarin ze dwars ingaat op het heersende klimaatverhaal. Net genoeg om anders en dwars te zijn. Dat is een moeilijke oefening, hoe moeilijk bleek bij de Marrakeshcrisis, waar de communicatie van de N-VA stevig uit de bocht ging.
Strak
De partij wordt door een smalle top strak in de hand gehouden. Nergens is dat zo duidelijk geweest als bij de lijstvorming. Onze tocht door de N-VA liep samen met de lijstvorming. De verhalen kwamen vanzelf. Ministers die hun kabinetsmedewerkers pushen. Oude getrouwen die zonder veel woorden opzijgeschoven worden. Het gaat er zeer top-down aan toe. De criteria van de top zijn niet altijd duidelijk. Dat brengt ons bij mijn vierde conclusie: deloyaliteit leidt in de N-VA naar de hel, maar enkel loyauteit leidt niet naar de hemel. Een goed netwerk kan je aan de top van een lijst brengen, maar het is niet genoeg om er te blijven. Ook intern is er een meritocratie, al is niet altijd duidelijk wat door de top als merite wordt gezien.
Nieuwkomers
Die meritocratie wordt wel eens in vraag gesteld als de nieuwkomers ter sprake komen. ‘Nieuwlichters’ noemen sommige hen, ‘blauwe nationalisten’, ‘opportunisten’. Niet iedereen in de partij is blij met de verruimers. Maar een meerderheid ziet verruiming met nieuwe kandidaten, buiten de traditionele Vlaamse overtuiging, als een noodzakelijke stap om ook inhoudelijk te verruimen.
Een minderheid ziet de verruiming als een bedreiging. Met belangstelling wordt gekeken naar nieuwkomers die opklimmen in de partij. Zullen ze er ook in slagen om deel uit te maken van het informele netwerk van partijtoppers? Een netwerk dat aan elkaar hangt van oude vriendschapsbanden, meer dan van ideologie.
Maar dé vraag is of die verruimers de N-VA veranderen of de N-VA de verruimers verandert? Veruit de meeste N-VA’ers zijn ervan overtuigd dat de meeste verruimers gaandeweg overtuigd worden door het confederalistische verhaal. Dat is de vijfde conclusie, De N-VA verruimt, de harde kern blijft separatistisch, de overtuiging leeft dat de partij de verruimers verandert, verruimers veranderen de partij niet. Nieuwkomers gaan mee in de redenering dat er structureel iets moet veranderen om sociaaleconomisch de boel op orde te krijgen. En moest dat niet zo zijn, dan zwijgen ze. Zoek er eens een die openlijk daarvan afwijkt. Ook de nieuwkomers kennen de vierde conclusie van dit onderzoek.
Ideologie
De N-VA is een jonge partij, met veel inhoudelijke ideologische verschillen. Ze leunt niet aan tegen een zuil, heeft geen echt georganiseerd middenveld en heeft geen interne vleugels. De meeste N-VA’ers zien dat als een sterkte van de partij.
Maar er zijn er ook die daar de zwakte van inzien. Er is niets (wel iemand, zie later) dat de partij op ideologische koers houdt. Afhankelijk van allianties en toevallige aan- of afwezigheid van sterkhouders van deze of gene strekking, kan het wel eens een andere kant opgaan. Dat is de vijfde conclusie, de N-VA staat ideologisch wankel. Het socio-economische verhaal zit goed, de communautaire strategie is duidelijk, maar de ideologie is vaak ad hoc, of niet uitgekristaliseerd. Waar staat dat hele verlichtingsverhaal precies voor? Dat is nergens uitgewerkt.
BDW = N-VA
Hoe hou je een partij zoals die boven geschetst is in hemelsnaam op de rails? Door een sterke voorzitter. Volgens velen het grootste politieke talent van de Wetstraat. Dat is de zesde en laatste conclusie van mijn onderzoek: Bart De Wever houdt de N-VA samen, hij speelt een centrale rol. De Wever is en formuleert de consensus in de N-VA. Zijn gezag is quasi onbetwist. De bewondering en het geloof in De Wever is groot in de N-VA.
En dat maakt deze verkiezingen zo boeiend. De N-VA zal meer dan waarschijnlijk aan zet komen in Vlaanderen. Zal De Wever dan ook echt minister-president worden? Of zal hij toch zijn centrale rol in de partij blijven spelen? Of zegt zijn politiek buikgevoel dat de tijd rijp is om de forcing te voeren vanuit Vlaanderen? In de N-VA is het geloof groot dat ‘de superstrateeg uit Antwerpen’ altijd enkele stappen vooruit gedacht heeft. De toekomst zal het zeggen.
Dit is het slotstuk van de Reeks Werkt Verandering over de N-VA na de Federale regering. De reeks werd geschreven met de steun van het Fonds Pascal Decroos.
Pieter Bauwens is sinds 2010 hoofdredacteur van Doorbraak. Journalistiek heeft hij oog voor communautaire politiek, Vlaamse beweging, vervolgde christenen en religie.
Broeder René Stockman spreekt open over de toekomst van de kerk, het synodaal proces en misbruik.
‘Het bloed dat vloeit kleeft aan de handen van Hamas’, zegt de Israëlische ambassadeur in België. Maar hoe moet het verder? Een gesprek.