JavaScript is required for this website to work.
post

De Newark byelection

UKIP's mislukte gooi naar een Britse parlementszetel

Harry De Paepe6/6/2014Leestijd 3 minuten

UKIP droomde, ondanks duidelijke peilingen, van een zitje in het parlement van Westminster.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

De Tories halen opgelucht adem. Op 5 juni 2014 won de partij een byelection in Newark. Tussentijdse verkiezingen zijn een goed ingeburgerde traditie aan de andere kant van het Kanaal. Wanneer een parlementszetel, om gelijk welke reden, vrijkomt, dan vechten de partijen een verbeten kamp uit om dat vrijgekomen zitje te veroveren of te behouden. Niets opzienbarends in de Britse politiek, ware het niet dat de grote winnaar van de Europese verkiezingen roet in het eten dreigde te gooien.

Omkoopschandaal

Voor de Conservative Party is het een morele opkikker, want het is voor het eerst sinds lang dat de partij als regeringsleider nog een byelection kon winnen. Newark is dan wel een safe seat voor de Tory Party, de verkiezing moest worden gehouden nadat het Conservatieve parlementslid Patrick Mercer opkraste. Het gerenommeerde BBC-programma Panorama bracht in mei 2013 aan het licht dat Mercer zich liet omkopen om bepaalde thema’s in het parlement op de voorgrond te brengen. Hij zou onder meer voor de prijs van £ 4 000 gelobbyd hebben om de Fiji-eilanden terug te brengen in het Britse Gemenebest. De eilandengroep is sinds 2006 in de greep van een militaire dictatuur. Daarnaast maakte hij een undercover journalist uit voor ‘bloody Jew’. Patrick Mercer trad terug uit de partij vlak na de uitzending en gooide op 29 april 2014 de handdoek in de parlementaire ring.

Bang voor de pijlen van UKIP

In 2010 behaalde de Conservatieve kandidaat zo’n 54% van de stemmen, een overtuigende overwinning. De peilingen gaven de nieuwe kandidaat van de Tories, Robert Jenrick, een 40%. Een ernstige terugval, maar nog steeds meer dan zijn grootste uitdager, de UKIP’er Roger Helmer, die op een 25% gepeild werd. In 2010 kon de partij op 2% van de stemmen rekenen. Ondanks de voorspellingen droomde UKIP van een eerste zetel in Westminster, met de voor de eurosceptici glansrijke EU-verkiezingen, kreeg ze de wind in de zeilen. Helmer was jarenlang een EU-parlementslid voor de Conservatives en stapte in maart 2012 over naar UKIP. Qua profiel een ideale kandidaat voor de verkiezingen van Newark. De man voerde hevige campagne tegen de ‘corrupte’ machtspartijen en hoopte winst te halen uit de ingebakken Britse euroscepsis. Alle Britse media richtten hun aandacht op Newark, in Robin Hoods Nottinghamshire. Premier David Cameron was er niet gerust in en voerde met alle partijgrootheden (Boris Johnson, George Osbourne, …) actief campagne in Newark. UKIP kon enkel uitpakken met de overbekende Nigel Farage, die met eieren werd begroet.

Het definitieve einde van het tweepartijenstelsel?

Daagde er in 2010 nog zo’n 70% van de kiezers op om te stemmen, dan was dat dit keer slechts een 52%. Een ernstige terugval die zou wijzen op een groeiend wantrouwen vanwege de modale Brit ten opzichte van de politiek. De Conservatives konden met een resultaat van 45% van de uitgebrachte stemmen, een verlies van zo’n 9%, toch standhouden. De UKIP-kandidaat kon uiteindelijk op zo’n 26% van de stemmen rekenen. Labour (17,7%) en de Liberal Democrats (2,6%) kwamen er in deze verkiezing niet aan te pas. Interessant om te weten is dat in de grote overwinning van Tony Blair in 1997 Newark naar Labour ging. De peilingen hadden gelijk. Nigel Farage en de zijnen mogen dan wel op Europees vlak een grote veldslag gewonnen hebben, Westminster lijkt nog veraf. En toch kunnen de grote partijen nog niet op hun lauweren rusten. De lokale verkiezingen die op 23 mei 2014 werden gehouden toonden aan dat UKIP de Labourgetrouwe kieskringen ferm bestormde. De BBC maakte een nationale projectie van het kiesresultaat van de lokale en de Europese verkiezingen. Labour kon rekenen op 31%, de Conservatives op 29% en de Liberal Democrats op 13%. Farage en de zijnen bereikten een score van 17%. Ter vergelijking, Margaret Thatcher kon destijds rekenen op zo’n 44 à 42% van de kiezers, een resultaat waar David Cameron alleen maar van kan dromen.

UKIP is, samen met de eveneens oprukkende Green Party (9%), misschien wel in staat om het tweepartijenstelsel voorgoed te dumpen ‘on the skip‘ .

 

Foto: (c) Reporters

Harry De Paepe (1981) is auteur en leraar. Hij heeft een grote passie voor geschiedenis en Engeland.

Commentaren en reacties