JavaScript is required for this website to work.
post

De opgelapte droom van Wallo-Brux

Doorbraak redactie26/7/2011Leestijd 3 minuten

De Fédération Wallonie-Bruxelles, mooi afgekort tot Wallo-Brux, is oude wijn in nieuwe zakken. Toen Rudy Demotte (PS) op 4 april, samen met vertegenwoordigers van de vier Franstalige partijen PS, MR, cdH en Ecolo, met wat bombarie de naamsverandering van de Franse Gemeenschap aankondigde, krulden de francofone neuzen van genoegdoening.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Er was zogenaamd een flinke trap gegeven in de richting van Vlaanderen. Maar het was in feite opgewarmde kost. Wallo-Brux staat al jaren in de PS-teksten en werd kort voor de verklaring van Demotte al ‘uitgewerkt’ door FDF-voorzitter Olivier Maingain.

Met twee tegen één
Grondwettelijk betekent Wallo-Brux niets. Er zal een logo en wat briefpapier worden gemaakt, maar officiële documenten zullen moeten blijven uitgaan van de Franse Gemeenschap. Het gebaar van Demotte en co had natuurlijk zijn symboliek. Wallo-Brux is een federatie van twee gewesten, Wallonië en Brussel. Dat is dan twee tegen één. In alles wat de voorbije crisismaanden is gebeurd, is gebleken dat de Franstaligen nog alleen in gewesten denken. En dan is Brussel voor hen de facto een Franstalig gewest, dat ook bevoegd zal zijn voor alles wat de Vlamingen nu gemeenschapsmateries noemen, zoals onderwijs, cultuur, welzijn … Er was al een verlammende discussie over een overheveling van de kinderbijslagen en de gezondheidszorg (nu federaal), die volgens de Franstaligen naar de gewesten moet en niet naar de gemeenschappen. Anders dreigt in Brussel een gemeenschapskeuze en een voor hen ‘onaanvaardbare’ subnationaliteit.

De logica zegt echter dat een gewest ‘a part entière’, dat ook bevoegd is voor die persoonsgebonden materies, ook zelf voor de financiering moet zorgen. Dan zal een jaarlijkse injectie van 500 miljoen euro voor Brussel waarschijnlijk niet volstaan.

Aan Vlaamse zijde reageerde men vooral geërgerd door het feit dat de ‘Fédération’ werd uitgeroepen in aanwezigheid van Brusselse Franstalige ministers, zonder dat de Vlaamse leden van de Brusselse regering op de hoogte waren. Dat ruikt naar een soort annexatie, minstens in de geest.

‘Note Pédagogique’
Het getoeter was helemaal niet nieuw. Het ideologische fundament is te vinden in de Note Pédagogique van de PS over BHV. Deze nota, die nog steeds te vinden is op de webstek van de PS [logo internet], maakt duidelijk dat de Franstaligen nooit zullen instemmen met een zuivere splitsing van BHV, want het kiesarrondissement verbindt nu Brussel met Wallonië, ondanks de taalgrens. Een splitsing zou dat ongedaan maken. De PS-nota dateert van mei 2008 en kadert duidelijk in een geopolitieke strategie.

Op het Feest van de Franse Gemeenschap in september 2010 herinnerde Rudy Demotte aan een oproep van 2008 om van de Franse Gemeenschap een Fédération Wallonie-Bruxelles te maken. Begin 2011 zette die ijver zich voort met de oprichting van een ‘commissie Wallonie-Bruxelles’, die naar een nieuwe naam moest zoeken. En ondertussen maakte FDF-voorzitter Olivier Maingain al een complete invulling van die federatie, met een minimale vertegenwoordiging voor de Vlaamse minderheid, zonder pariteit en zonder enig vetorecht.

Proppenschieter
Of heel het Franstalig landsgedeelte zo ingenomen was met de grote zet van Demotte, is toch nog maar de vraag. De waardering voor Wallo-Brux was duidelijk af te meten aan de eerste reacties in de Franstalige pers. En die waren toch zeer uiteenlopend.

Le Soir was razend enthousiast. Een drievoudige boodschap aan Vlaanderen, schreef Véronique Lamquin: (1) Brussel is een gewest ‘à part entière’; (2) de staat Brussel-Wallonië is een antwoord, een plan B, op de Vlaamse blokkering en (3) vier Franstalige partijen tonen aan Vlaanderen een sterk francofoon front.

Maar heel anders klinkt het in de Waalse krant L’Avenir . Hoofdredacteur Thierry Dupièreux vroeg zich af met wat voor oude koek ze nu voor de dag kwamen. Een idee van drie jaar oud, gerijpt in het brein van Maingain. Dupièreux besloot zijn commentaar met de bemerking: ‘Doen alsof men de zware artillerie bovenhaalt, terwijl men maar wat zwaait met een oude opgelapte proppenschieter, dat is geen hoog niveau’. Een wereld van verschil met Le Soir.

http://www.ps.be/_iusr/bhv___texte_explicatif__8_mai_2008_.pdf

De redactieploeg van Doorbraak bestaat uit een grote groep redacteuren. Standpunten en andere artikelen kunnen verschijnen als "De Redactie". Uiteraard betekent dit niet dat al onze redacteuren per definitie aan deze standpunten gebonden zijn.

Commentaren en reacties