JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

De toegenomen transfers

Herman Deweerdt13/6/2012Leestijd 2 minuten

De partijen die de nieuwe bijzondere financieringswet onderhandeld hebben, beweren trots dat de transfers zullen dalen. De oppositiepartijen beweren met misprijzen dat ze zullen stijgen. Als dan ook gerekend wordt in euro’s van 2030 kan het feest niet meer stuk. Gelukkig is er VIVES, (Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving, verbonden aan de KU Leuven) dat zorgt voor wetenschappelijk onderbouwde uitspraken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

In de VIVES-nota van 4 juni behandelt auteur Geert Jennes het effect van de hervorming van de bijzondere financieringswet (verder afgekort BFW) op de transfers tussen de gewesten. Hij doet dit vanuit verschillende invalshoeken over de periode 2012-2030. Achtereenvolgens onderzoekt hij wat de transfers zijn onder die nieuwe BFW, wat die zijn onder de huidige BFW en wat de verschillen zijn tussen beide. Jennes onderzoekt dus het effect van de nieuwe BFW.

Daartoe onderzocht Jennes heel wat bestaande bevoegdheden: de nieuwe overgedragen bevoegdheden, de financiering van Brussel en de pensioenbijdragen voor de vast benoemde ambtenaren van Gewesten en Gemeenschappen. Via de oude BFW stroomt ongeveer een tiende van de totale transfers tussen de Gewesten (12 miljard). De uitbreiding van bevoegdheden onder de nieuwe BFW betekent in principe slechts een verschuiving van transfers die anders via de federale begroting lopen.
Jennes onderzocht ook het effect voor Brussel: de aandelen van het hoofdstedelijk gewest in de financiering van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap zijn in de verhouding 20/80 toegerekend aan Brussel.

Resultaten

Jennes’ bevindingen spreken voor zich. Volgens de oude BFW zouden de transfers uit Vlaanderen in de periode tot 2030 verminderen. Volgens de nieuwe BFW zouden de transfers uit Vlaanderen snel toenemen tot in 2015 en dan geleidelijk afnemen om in 2030 te eindigen op het beginniveau.
Het effect van de nieuwe BFW, dus het verschil tussen de nieuwe en de oude trasnfers, geeft het volgende resultaat: al bij de start zijn de transfers uit het noorden volgens de nieuwe BFW 0,02 % van het bbp groter dan volgens de oude BFW. Dit verschil neemt snel toe tot 0,08 % van het bbp in 2015; vanaf dan blijft het constant tot 2030.
De auteur noemt dit effect ‘beperkt’. Het is het enige subjectieve woord in heel zijn uiterst rationele nota. Maar hij objectiveert het. Bij de start betekent 0,02 % dat de nieuwe tranfsers 4 % hoger liggen dan volgens de oude BFW; in 2030 betekent 0,08 % dat de nieuwe transfers 19 % hoger liggen dan volgens de oude BFW. U oordeelt zelf wel een toename van 19 % veel, weinig of beperkt is. U bedenkt zelf ook wel of een staatshervorming niet moet leiden tot een vermindering van de tranfsers, en dan wel een grotere vermindering dan volgens de oude BFW het geval zou geweest zijn.

Van het effect van de toegenomen transfers uit Vlaanderen gaat een groot deel naar het Brussels Gewest. De nieuwe BFW heeft tegenover de oude nagenoeg geen effect op de tranfsers naar het Waals Gewest. Bij de ontleding van de onderdelen van de tranfsers springt die op de btw-dotaties naar de gemeenschappen er sterk bovenuit. Het afbreken van het Lambertmontakkoord (in regeringsjargon het stopzetten van de Lambertmontturbo in 2010), samen met nog andere nadelige aanpassingen, leidt (in vergelijking met de oude BFW) tot een vermindering van de financiële middelen voor het Nederlandstalig onderwijs en een vermeerdering van de middelen voor het Franstalige onderwijs. Als gevolg hiervan neemt de transfer op de btw-dotatie onder de nieuwe BFW aanzienlijk toe en wordt het veruit de grootste transfer, zelfs groter dan deze op de solidariteitsbijdrage.

Vlaanderen betaalt steeds meer

Stijgen de transfers door de nieuwe BFW? Ja. Door de transfers zowel te berekenen onder de nieuwe als onder de oude BFW, heeft de auteur op een objectieve wijze de verschillen blootgelegd. Iedereen kan zien dat de transfers onder de nieuwe BFW groter zijn dan onder de oude. En dat niettegenstaande de ingevoerde fiscale autonomie, de verminderde solidariteitsbijdrage, de afbouw van het nieuw ingevoerde overgangsmechanisme en het principe dat niemand mocht verarmen.
Bovendien is de financiering van Brussel en de herziening van de financiering van de gemeenschappen voortaan in het voordeel van het Franstalige onderwijs ten nadele van het Nederlandstalige onderwijs.

Categorieën
Personen
Commentaren en reacties