De tranen van de reus
Kohl gaat de geschiedenis als architect van de Duitse Eenheid. Zijn geloof in de Duitse natie zat er van jongs af aan bij hem ingebakken.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHelmut Kohl (1930-2017) gaat de geschiedenis in als de kanselier van de Duitse Eenheid. Een jongere man dan hij zou staand aan het roer van de staat wellicht het ‘window of opportunity’ dat na de val van de Muur openging weer gesloten of minstens op een kier gezet hebben. Kohl echter opende het helemaal. Als jonge snaak had hij nog het Duitse Rijk beleefd, als politicus in wording droomde hij ervan dat de Zweistaatlichkeit van na de oorlog, de opdeling van Duitsland in twee staten, ooit zou worden overwonnen. Hij behoorde tot de generatie voor wie Duitsland nog iets betekende. Hij geloofde nog in de natie zonder hierin een tegenspraak te zien met Europa. Vandaag de dag zijn er al teveel Duitse politici die Duitsland maar wat graag als een suikerklontje zouden zien oplossen in de ‘Europese koffie’.
Traan
Het intellectueel-culturele establishment bespotte Kohl omwille van zijn afkomst uit de ‘provincie’ (Rheinland-Pfalz). Toch hield Kohl ondanks – of misschien dankzij – zijn geloof in de eigen identiteit de blik gericht op het buitenland. Als kanselier van 1982 tot 1998 herenigde hij Duitsland en legde hij de basis voor de invoering van de euro en de uitbreiding van de Europese Unie naar de landen van het vroegere Oostblok. Ook de Frans-Duitse vriendschap beleefde hoogdagen dankzij de innige band tussen Kohl en de Franse president Mitterrand. Beide politici, – vertegenwoordigers van landen die ooit erfvijanden waren -, op 22 september 1984 hand in hand op het soldatenkerkhof van Douaumont bij Verdun, bij de herdenking van de zeventigste verjaardag van het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog: het is een iconisch beeld, een beklijvend moment. Over de wangen van de reus Kohl liep een traan van ontroering.
‘Wende’
De Duitse eenmaking deelt de regeerperiode van Kohl in twee grote blokken op, vóór en na de ‘Wende’ van 1989-’90. In de eerste helft van zijn kanseliersambt liet niets vermoeden dat de Oost-Duitse communistische staat, de DDR, op een dag ineen zou stuiken. Op binnenlands vlak moest Kohl het hoofd bieden aan de economische crisis die het Rijnlandmodel langzaam maar zeker ondergroef. De regering snoeide in de uitgaven van de sociale zekerheid, maar deed dat niet zo drastisch als Margaret Thatcher in Groot-Brittannië of Ronald Reagan in Amerika. Toch kwamen er meer en meer kosten af op de overheid wat te wijten was aan de stijgende werkloosheid en de vergrijzing. Het waren ook de jaren waarin Kohl een ‘geistig-moralische Wende’ verkondigde, een terugkeer naar conservatieve waarden na vijftien jaar linksliberaal geëxperimenteer. Ook de ‘Geschichtspolitik’ begon te veranderen. De herbezinning op het verleden maakte dat historici de Duitse geschiedenis niet meer enkel als een aanloop tot het Derde Rijk (1933-’45) in ogenschouw namen. De belangstelling voor ook andere periodes uit het eigen verleden nam toe zoals de ‘Preußenausstellung’, de tentoonstelling over Pruisen, in (West-)Berlijn in 1981 aantoonde. Onder Kohl werd ook het initiatief genomen tot oprichting van het Deutsches Historisches Museum in Berlijn en het Haus der Geschichte in Bonn.
Revolte
Na acht jaar kanselierschap begon de ster van Kohl te tanen. Bij de verkiezingen van januari 1987 zakten de christendemocraten (CDU/CSU) naar 44,3% – hun slechtste resultaat sinds 1953. Omdat de liberale F.D.P. klom naar 9,1%, kon zwart-geel (christendemocraten en liberalen) voort regeren met een comfortabele meerderheid. In de jaren 80 deden ook rechts-radicale partijen van zich spreken zoals de ‘Republikaner’, de ‘Deutsche Volksunion’ (DVU) en de NPD, maar het verschil maakten ze niet. Geen van hen geraakte in de Bondsdag. Toen iedereen op het punt stond Kohl af te schrijven, gebeurde het onverwachte. De mensen in de DDR revolteerden in oktober/november 1989 tegen het regime. De revolte sloeg om in een verlangen naar eenmaking met de Bondsrepubliek. Kohl rook zijn kans. Hij steunde het verlangen van die burgers van de DDR die met de leuze ‘Wir sind ein Volk’ hun verlangen naar Duitse Eenheid uitdrukten. Bij de eerste vrije verkiezingen in de DDR op 18 maart 1990 stemde 48,15% voor de ‘Allianz für Deutschland’, de fusie van centrumrechtse partijen zoals de Oost-Duitse CDU, de oppositiebeweging ‘Demokratischer Aufbruch’ (da) en de conservatieve ‘Deutsche Soziale Union’ (dsu). Daarna rolde de trein verder richting Duitse Eenheid tot hij er op 3 oktober 1990 aankwam. Kohl kon de eenheid er doorkrijgen, tegen de zin van Mitterrand en Thatcher in. De Fransen kon hij voor zich winnen met de belofte de wegens haar sterkte gevreesde DM te vervangen door de euro als eenheidsmunt. Hij kon rekenen op de steun van de Amerikanen die geloofden in een stabiel eengemaakt Duitsland, en wist de Sovjets onder Gorbatsjov gerust te stellen dat ze niets van een verenigd Duitsland hoefden te vrezen. Kohl beloofde de Oost-Duitsers ‘blühende Landschaften’ (bloeiende landschappen), maar de transformatieperiode die op de eenmaking volgde, veroorzaakte de sanering of de sluiting van ontelbare Oost-Duitse bedrijven waardoor honderdduizenden mensen hun job verloren. Van de West-Duitsers werd zowel financieel als moreel solidariteit verwacht, maar de vervreemding tussen beide ‘delen’ van de bevolking zou haast een generatie lang aanslepen.
Vadermoord
Kohl ontdekte ook de uit de DDR afkomstige domineesdochter Angela Merkel. Vlak na de Duitse hereniging maakte ze carrière in de federale politiek, eerst als minister van 1991 tot 1998 in de regering Kohl en daarna van 1998 tot 2000 als secretaris-generaal van de CDU. ‘Das Mädchen’ (‘het meisje van Kohl’) nam haar vroegere mentor na afloop van zijn kanselierschap scherp op de korrel toen hij weigerde de namen te noemen van geldschieters die hem twee miljoen mark zouden hebben overhandigd voor de CDU, maar waarvan niets was terug te vinden in de boekhouding. Tijdens die ‘Spenden-Affäre’ schreef ze op 22 december 1999 in een opiniestuk in de Frankfurter Allgemeine Zeitung dat de partij het er op moest wagen ook zonder het ‘strijdros Kohl’ de handschoen op te nemen met de politieke tegenstander. Nooit eerder had een partijgenoot zulke kritiek op Kohl geuit. Merkel werd dan ook als ‘vadermoordenares’ en ‘nestbevuiler’ uitgekreten. CDU-voorzitter Wolfgang Schäuble wilde haar zelfs uit haar ambt laten ontzetten, maar moest uiteindelijk toegeven dat ze gelijk had wat de feiten betrof. Zelf was hij ook door de affaire zozeer beschadigd dat Merkel zijn plaats kon innemen.
Kohl zal in de herinnering blijven voortleven als de architect van de Duitse Eenheid en als voorvechter van Europese integratie. Minder bekend is zijn geloof in een ‘Wende’ in de Geschichtspolitik. De last van het verleden blijft op dat gebied echter zwaar doorwegen. De Duitse elites gaan nog altijd verkrampt om met de eigen natie.
(c) GHDI
Dirk Rochtus (1961) is hoofddocent internationale politiek en Duitse geschiedenis aan de KU Leuven/Campus Antwerpen. Hij is voorzitter van het Archief en Documentatiecentrum voor het Vlaams-nationalisme (ADVN). Zijn onderzoek gaat vooral over Duitsland, Turkije, en vraagstukken van nationalisme.
Een volledige ambtstermijn zat er niet in voor de SPD’ers Brandt, Schmidt, Schröder en nu Scholz.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.