De Vlaamse Beweging en de zesde staatshervorming
Na 485 dagen stelde formateur Di Rupo zijn communautair akkoord voor aan de verzamelde pers. Nu we de teksten hebben, kunnen we eindelijk evalueren. Wat weten we en hoe bekijkt de Vlaamse Beweging deze staatshervorming? We deden een ronde langs enkele bekende en minder bekende Vlaamse Bewegers.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementWe gaan met een positieve ingesteldheid van start. Wat heeft deze staatshervorming aan goede punten te bieden? Prof. Jan Degadt is vooral positief over wat er niet in het akkoord staat. ‘De tweetalige lijsten in Brussel voor de gewestelijke verkiezingen en de federale kieskring. Het is goed dat die er niet gekomen zijn, maar we moeten wel waakzaam blijven.’ Dat is ook de insteek van Erik Stoffelen: ‘Als je kijkt naar de partijen die de onderhandelingen hebben gevoerd, mogen we blij zijn dat het niet nog veel erger is en we geen federale kieskring of het minderhedenverdrag krijgen opgelepeld. Het kon dus nog erger.’
Te weinig
Als onze gesprekspartners dan toch positief moeten zijn, dan drijven dezelfde punten steeds boven: doelgroepenbeleid, arbeidsmarktbeleid, meer bevoegdheden, een beperkt stuk eigen financiering, meer middelen, dat is allemaal goed en mooi, onmiddellijk gevolgd door een grote ‘maar’. Guido Moons: ‘Er zijn positieve punten, 11 miljard, dat is niet niks maar het blijven aanzetten, stukken en brokken. Wat we gewild hebben is het niet.’ Ook de verantwoordelijkheid voor de ouderenzorg noemt de VVB-voorzitter positief, maar hij voegt er aan toe: ‘het is natuurlijk niet hetzelfde als zelf de pensioenregeling in handen hebben. Homogene bevoegdheidspakketten zijn het dus niet’. De trend is duidelijk, wat de onderhandelaars bereikt hebben is volgens Guido Moons ‘enkel een aanzet, een begin, het is alsof ze zeggen, je krijgt op termijn een fiets, hier zijn al het kader en de trappers, de rest komt waarschijnlijk wel en doe het goed ondertussen.’
Jozef Cassimons zit op dezelfde golflengte: ‘er zijn licht positieve punten, er worden bevoegdheden overgeheveld, maar eigenlijk zijn het maar façade-overhevelingen. Als je zelf een arbeidsmarktbeleid wil organiseren, moet je zelf de regelgeving kunnen veranderen, ook die van de werkloosheid, maar alle regels blijven federaal. Eigenlijk zijn het geen bevoegdheidsoverdrachten, maar loketoverdrachten.’
Rudi Dierick houdt dezelfde lijn aan: ‘de overheveling van het arbeidsmarktbeleid is positief, maar te beperkt.’ Dierick maakt een andere vergelijking om zijn ontgoocheling over de staatshervorming duidelijk te maken. ‘Stel dat je een hele dag hebt gewandeld, je bent een hele dag in de weer geweest, het middageten gemist en altijd maar doorgedaan. Dan kom je thuis en eindelijk is daar het langverwachte avondmaal: een beschuit met garnaalsalade. Het is positief dat je te eten krijgt en garnaalsalade is lekker, maar is dat alles? De staatshervorming is zo beperkt dat je moet oppassen om ze positief te noemen.’
Te veel nadeel
Johan Van den Driessche heeft het moeilijk om iets echt positief te noemen. ‘Er zijn wat pluspunten, maar de vraag is, wat kan Vlaanderen in de praktijk met die bevoegdheden doen? Ik denk dat dat niet opweegt tegen de nadelen.’ Erik Stoffelen volgt: ‘Als je kijkt naar de kostprijs, als je weet wat er tegenover staat, is het moeilijk om het positief te noemen. Neem nu de kinderbijslag. Is de nieuwe regeling beter? Door deze akkoorden versterkt men de gewestvorming met drie, dat is de foute richting en door dit akkoord zou die richting wel eens de evidente richting kunnen worden.’ Het is dus te weinig, de berg heeft een muis gebaard, 485 dagen crisis geeft te weinig resultaat.
Drieledig
Guido Moons gaat door op het punt van Erik Stoffelen. ‘Wat mij sterk stoort, is de ingebakken drieledigheid. De constitutionele autonomie voor Brussel (Brussel kan zelf zijn politieke bestuur organiseren – red.) geeft aan wie de winnaar van deze staatshervorming is: Brussel. Brussel krijgt constitutionele autonomie en een heel pak geld, 461 miljoen euro om precies te zijn. Brussel wordt een supergewest.’ Rudi Dierick valt hem bij. ‘Als je naar de geldstromen kijkt in deze staatshervorming, dan zie je duidelijk de drieledige structuur. Soms wordt iets aan de gemeenschappen toegekend, maar in Brussel is dat dan voor de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC), dus is het eigenlijk een verdeling volgens gewesten.’ De onderliggende kritiek is dat de Vlamingen zo in Brussel steeds meer worden losgemaakt van de rest van Vlaanderen. Zo stelt Rudi Dierick wat scherp: ‘niet elk Vlaams kind zal dezelfde kinderbijslag krijgen’. Jan Degadt tilt zwaar aan het principe van de verdeling van de kinderbijslag: ‘hier wordt de logica van de voorbije staatshervormingen verlaten, namelijk dat persoonsgebonden materies naar de gemeenschappen gaan. Door de kinderbijslag aan de GGC toe te wijzen, kiest men eigenlijk voor de gewesten. De kinderbijslag door de Vlaamse gemeenschapscommissie laten uitkeren was beter geweest. En het gaat verder, de GGC krijgt meer en meer bevoegdheden, zelfs voor cultuur nu, lees ik. Zo bouw je de legitieme vertegenwoordiging van de Vlamingen af ten voordele van de tweetalige Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.’
Johan Van den Driessche lust de kindergeldregeling ook niet. ’De verantwoordelijke minister is een Brusselse gewestminister. Als Vlaming in Brussel steeds moeten optornen tegen een meerderheid is dat niet vol te houden. Het was beter geweest dat een Vlaamse minister daarvoor bevoegd was en in Brussel dan overlegt met zijn Franstalige collega.’ De keuze voor meer bevoegdheden voor de GGC wordt dus gezien als de kiem van wat je een Brusselse gemeenschap zou kunnen noemen. Johan Van den Driessche vat het samen: ‘met dit akkoord wordt de band tussen Brussel en Vlaanderen verder afgebouwd. En eens dat nu wordt vastgelegd, kan men daar niet meer op terugkomen.’ Dat is volgens Van den Driessche misschien ook de reden waarom Brussel zo prominent naar voren wordt geschoven in de kritiek van de Vlaamse beweging op deze staatshervorming: ‘je kan altijd nog hopen dat je bij een volgende staatshervorming nog meer bevoegdheden zal binnenhalen. Maar op de beslissingen rond Brussel en de Rand kan niet meer worden teruggekomen. Die zijn definitief.’
Brusselse Vlamingen
Brussel blijft de kritieke zone. Guido Moons: ‘de splitsing van BHV zorgt ervoor dat de Vlamingen in de hoofdstad politiek van de kaart worden geveegd, en wat krijgen ze in de plaats? Zelfs niet het respecteren van de taalwetten in Brussel. Als de Vlamingen straks nog verkozen willen worden, zullen ze moeten uitpakken met een eenheidslijst. Of figureren op een Franstalige lijst.’ De onmogelijkheid voor Vlamingen om nog in Brussel verkozen te worden baart ook Jan Degadt zorgen. ‘Er was beter een apparentering, of een ander systeem, geweest om stemmen in Vlaams-Brabant te verbinden met stemmen op Vlaamse lijsten in Brussel. Nu is er een groot gevaar dat er federaal geen Vlaamse Brusselaars meer verkozen zullen raken.’ Volgens Rudi Dierick is het vele geld voor Brussel ‘buiten proportie tegenover de Vlaamse realisaties. De hervorming in Brussel is een gemiste kans. Er is nooit echt onderzocht of Brussel al dat geld wel nodig heeft of waar er in Brussel nog kan worden gesaneerd.’ Volgens Jan Degadt hadden de andere gewesten in ruil voor het geld meer inspraak moeten krijgen in Brussel. Erik Stoffelen vindt het een perverse redenering: ‘we betalen veel voor Brussel en we krijgen er niets voor terug, geen beter bestuur, geen tweetaligheid. Het is toch echt pervers dat we eigenlijk zouden moeten betalen voor onze rechten in Brussel, maar nu betalen we ook en we krijgen niets in de plaats.’
Financieringswet
De financieringswet is voer voor specialisten, is het antwoord op onze vragen daarover. Erik Stoffelen: ‘maar als die specialisten mij verzekeren dat Vlaanderen in 2030 nog altijd meer zal betalen, wat is dan het voordeel van deze staatshervorming?’ Rudi Dierick stelt zich grote vragen bij de financieringswet en welke voordelen de Vlaming daar kan uit halen. ‘De globale belastingdruk zal Vlaanderen niet kunnen verlagen, want dat wordt nog altijd unitair bepaald. Er is geen sprake van financiële autonomie.’ Ook bij Guido Moons kan de financieringswet op weinig enthousiasme rekenen: ‘Vlaanderen heeft een goed financieel bestuur. Maar wat wordt het in de toekomst als Vlaanderen zal moeten bijspringen in de federale kas?’
Net dat is volgens Rudi Dierick het probleem. ‘Zullen we nog ooit een goed financieel-economisch beleid kunnen organiseren? Slecht beleid zit in deze staatshervorming ingebakken. De Franstaligen zijn niet de winnaars van deze staatshervorming, wel de Franstalige politieke kaste. Ze kunnen een gewetensonderzoek naar hun verantwoordelijkheid voor de situatie nog maar eens uitstellen en zich nestelen in hun versterkte posities.’ Volgens Erik Stoffelen ligt de knoop bij de sociale zekerheid. ’De sociale zekerheid blijft federaal, daar wordt niets fundamenteel aan gewijzigd. Als je daar niets kan aan doen, dan verandert er niets. In de sociale zekerheid daar zit het, al de rest is Spielerei.’
Guido Moons heeft nog een fundamentelere kritiek: ‘Ik daag u uit om de mening van de mensen in de straat te vragen over dit akkoord. De mensen hebben die vaak niet, want het is te moeilijk. Dit akkoord is enkel te begrijpen door een beperkte nomenclatuur, niet door de burger. Dat is niet democratisch.’ Bij Rudi Dierick komt spontaan dezelfde opmerking: ‘deze staatshervorming is zo complex dat het niet meer aanvaardbaar is, het is niet meer democratisch.’
De laatste
Wat is een goede toetsteen voor een eindoordeel? Rudi Dierick mikt voor een evaluatie op de resoluties van het Vlaams Parlement uit 1999. De CD&V-spinning stelt dat die resoluties, dankzij de CD&V, allemaal gerealiseerd zijn. Rudi Dierick analyseert het voor het OVV: ‘we staan toch nog ver van de realisaties van die resoluties. Dus als de Vlaamse partijen hun eigen resoluties ernstig nemen, zullen ze snel opnieuw aan tafel moeten. Er zal opnieuw moeten worden gepraat.’
Ook volgens Jan Degadt is het geen definitieve staatshervorming: ‘het is geen mooi akkoord. Ik voorspel dat ze binnen een jaar of drie opnieuw aan tafel moeten omdat er nieuwe problemen op de agenda staan.’
Jozef Cassimons haalt er de Baertdoctrine bij. ‘Met de regeling rond De Zes is er een extra grendel, dus een extra hindernis op de weg naar onafhankelijkheid. Hoe krijg je die ooit weg? De V-partijen mogen dan in Vlaanderen nog een meerderheid hebben, ze kunnen er niets meer aan veranderen. De Vlaamse Beweging en de V-partijen moeten zich dringend bezinnen over de te volgen strategie.’
WIE IS WIE?
Jozef Cassimons is gepensioneerd federaal ambtenaar van de FOD Arbeid en Tewerkstelling. Hij is actief betrokken bij het middenveld in zijn woonplaats Ninove, bestuurslid van het Vlaams Komitee voor Brussel en waarnemend voorzitter van het Verbond voor Vlaams Overheidspersoneel.
Jan Degadt is een Vlaamse econoom en hoogleraar aan de Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Hij publiceerde onder meer over economische aspecten van de Brusselse problematiek en was tot deze zomer voorzitter van het Vlaams Komitee voor Brussel (VKB).
Rudi Dierick is bestuurder van Alkilian nv en politiek secretaris van het OVV. http://rudidierick.wordpress.com
Guido Moons is leraar in het buitengewoon onderwijs. Hij kwam via de IJzerbedevaart en het Taal-Aktie-Komitee (TAK) in de Vlaamse Beweging. Als TAK-woordvoerder stond hij in de jaren tachtig en negentig op de barricaden, van amnestie tot Voeren. In 1999 werd hij een eerste keer voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging. Na een tussenstap als politiek secretaris werd hij in 2010 opnieuw verkozen tot voorzitter van de VVB.
Erik Stoffelen werkt als kaderlid voor het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds. Hij kwam in contact met de Vlaamse Beweging via de KSA en het KVHV waar hij twee jaar preses was. Erik Stoffelen is voorzitter van het Algemeen Nederlands Zangverbond en secretaris van het Aktiekomitee Vlaamse Sociale Zekerheid.
Johan Van den Driessche is een onafhankelijk bestuurder van vennootschappen, medestichter/ondervoorzitter van de denkgroep In de Warande en voorzitter van vtbKultuur (voorheen VTB-VAB vzw): www.johanvandendriessche.eu.
Categorieën |
---|
Tags |
---|
De redactieploeg van Doorbraak bestaat uit een grote groep redacteuren. Standpunten en andere artikelen kunnen verschijnen als "De Redactie". Uiteraard betekent dit niet dat al onze redacteuren per definitie aan deze standpunten gebonden zijn.
Actief in vastgoed? Dan hebben we goed nieuws. Doorbaak maakt een vastgoedbijlage bij het Doorbraak Magazine.
Jack London was een veelschrijver én avonturier. Zijn omzwervingen overtuigden hem van de noodzaak van een socialistische samenleving, een idee dat hij verwerkte in zijn boeken.