JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Forum

War on drugs is verloren

Jinnih Beels (Vooruit): ‘Veiligheid is een basisrecht dat een visie verdient die niet wordt gestuurd door angst of verkiezingskoorts, wel door ambitie.’

Jinnih Beels (Vooruit) is gedeputeerde van de provincie Antwerpen en oud-politiecommissaris. Ze schrijft deze opinie in eigen naam.

12/12/2024Leestijd 4 minuten
Jinnih Beels (Vooruit).

Jinnih Beels (Vooruit).

Jinnih Beels (Vooruit): ‘Veiligheid is een basisrecht dat een visie verdient die niet wordt gestuurd door angst of verkiezingskoorts, wel door ambitie.’

De laatste maand van het jaar is aangebroken, en in metropolen als Antwerpen en Brussel klinkt het geknal al erg lang niet meer alleen met oudjaar. De vuurwerkshows waar grootsteden trots mee uitpakken lijken de laatste jaren onder andere in de Koekenstad almaar meer overbodig. Want hoe kun je mensen nog imponeren met luide knallen in een stad die al jaren het decor vormt van explosies, schietpartijen en granaataanslagen?

Antwerpen is niet langer enkel het decor van een oorlog tegen drugs. De stad is uitgegroeid tot hét symbool van een federale overheid die de controle volledig verloren is. En hoewel de ‘war on drugs’ tot op vandaag door politici over partijgrenzen heen wordt verdedigd, spreekt de realiteit boekdelen. Een versterking van het havenkorps, extra budgetten, strengere straffen voor kleine garnalen: geen enkele maatregel heeft tot nu toe het tij kunnen keren. Waarom blijven we ons dan vastklampen aan een beleid dat overduidelijk blijft falen?

Uitgeput en overbelast

De cijfers liegen niet. Antwerpen telt dit jaar alleen al meer dan 96 drugsgerelateerde aanslagen en die teller blijft maar oplopen. Repressie zonder visie heeft geleid tot een uitgeput politieapparaat, een overbelaste justitie en een samenleving die almaar minder vertrouwen heeft in haar leiders. Het huidige beleid is niets meer dan symboolpolitiek: stoere woorden en een opgeklopte ‘veiligheidsagenda’ die vooral in campagnetijd interessant is, maar weinig tot geen structurele oplossingen biedt.

De vraag is niet meer óf dit beleid faalt, maar waarom we het blijven verdedigen. Willen we werkelijk accepteren dat onderzoeksrechters moeten onderduiken in ‘safehouses’, dat onschuldige burgers in de supermarkt slachtoffer worden van aanslagen en dat kinderen als de elfjarige Firdaous sterven door drugsgeweld?

Want wat was de politieke reactie daarop? Naast het opzetten van een nationaal drugscommissariaat dat vooral uitblinkt in nietszeggende communicatiecampagnes en enkel repressieve maatregelen als wonderoplossing naar voren schuift, hebben we er het raden naar. Ondertussen kan de georganiseerde misdaad ongestoord verder blijven opereren. Schuldig verzuim van ons allemaal of minstens grove nalatigheid.

Drie simpele vragen

Als voormalig politiecommissaris weet ik hoe zwaar onze veiligheidsdiensten onder druk staan. Maar een beleid dat uitsluitend gericht is op repressie zal altijd tekortschieten. We mogen drugscriminelen dan harder aanpakken, het onderliggende probleem blijft intact. Drie simpele vragen illustreren de zwakte van dit beleid:

  1. Hebben we de drugsmaffia ontwricht?
  2. Is het aantal gebruikers gedaald?
  3. Is de drugscriminaliteit verminderd?

Het antwoord is telkens onmiskenbaar: nee, nee en nog eens nee. Toch blijven beleidsmakers vasthouden aan de inzet van ‘meer boots on the ground’, terwijl iedereen ondertussen getuige is van het almaar sneller toenemende geweld. De ideologische en partijpolitieke blindheid waarmee zij dit probleem benaderen, is ronduit stuitend.

Zolang het drugsaanbod illegaal blijft, houden we een miljardenindustrie in stand die volledig gecontroleerd wordt door de georganiseerde misdaad

De realiteit is dat mensen altijd naar roesmiddelen zullen grijpen. Dat is geen moreel oordeel, maar een feit. Waar vraag is, ontstaat aanbod. En zolang dat aanbod illegaal blijft, houden we een miljardenindustrie in stand die volledig gecontroleerd wordt door de georganiseerde misdaad.

Gecontroleerd en gereguleerd

Waarom durven we niet te kiezen voor een gecontroleerd en gereguleerd model? Een model waarbij de overheid het heft in handen neemt, de drugsmaffia raakt waar het pijn doet — in haar portemonnee — en tegelijk toezicht houdt op de productie en verkoop. En dat zonder de strijd tegen illegale handel te staken.

Zo’n model biedt niet alleen een realistische oplossing voor de drugscriminaliteit, maar ontlast bovendien politie en justitie. Andere landen, zoals Portugal, hebben aangetoond dat een andere aanpak kan leiden tot een betere volksgezondheid en een veiligere samenleving. Tenminste, als je consequent blijft investeren in een preventieve en schadebeperkende aanpak.

Wanneer zullen de geesten voldoende gerijpt zijn om andere pistes nog maar in overweging te dúrven nemen, zonder te worden weggezet als drugsambassadeurs?

Verontwaardiging

Toch blijft elke discussie over regulering in dit land vastlopen in morele verontwaardiging en politieke impasse. Zij die een gereguleerd model bepleiten, worden afgeschilderd als naïevelingen en wereldverbeteraars. Maar deze simplistische framing is een gemakzuchtige manier om de échte discussie uit de weg te gaan. Dit gaat niet over drugsgebruik promoten, maar over een beleid dat werkt en gebaseerd is op feiten in plaats van ideologie.

De wijkpolitie, ooit de hoeksteen van vertrouwen tussen burgers en overheid, is nagenoeg onzichtbaar geworden

De drugsproblematiek is geen op zichzelf staand probleem. Het is symptomatisch voor een veel groter gebrek aan visie op veiligheid. Onze gevangenissen zitten overvol, maar het recidiverisico blijft hoog. Straffen worden zelden uitgevoerd zoals bedoeld en slachtoffers voelen zich vaak terecht in de steek gelaten. De wijkpolitie, ooit de hoeksteen van vertrouwen tussen burgers en overheid, is nagenoeg onzichtbaar geworden.

Verzuchtingen op het terrein

Dit alles wijst op één fundamentele tekortkoming: een veiligheidsbeleid zonder samenhang, zonder langetermijnvisie, zonder tegemoetkoming aan de verzuchtingen die leven op het terrein. Beleidsmakers hebben de mond vol van veiligheid, maar ontberen de moed om de onpopulaire keuzes te maken die écht nodig zijn voor verandering.

De kerstperiode staat symbool voor hoop en een nieuw begin. Laten we hopen dat dit jaar ons nog een regering brengt met visie en moed. Een regering die niet langer burgers naar de mond praat met harde taal, maar die bereid is te kiezen voor oplossingen die werken – ook al zijn die in eerste instantie niet populair. Dat betekent: een gereguleerd drugsbeleid dat criminaliteit en geweld structureel aanpakt, een herziening van het strafuitvoeringsbeleid om recidive te verminderen en re-integratie te bevorderen en een herinvestering in de wijkpolitie om het vertrouwen van burgers te herstellen.

Veiligheid is een basisrecht dat een visie verdient die niet wordt gestuurd door angst of verkiezingskoorts, wel door ambitie. De war on drugs is verloren. Het is tijd voor een realistische en moedige aanpak die verder gaat dan slogans en voor échte verandering. Want veiligheid vraagt om daden, geen woorden.

Jinnih Beels (Vooruit) is gedeputeerde van de provincie Antwerpen en oud-politiecommissaris. Ze schrijft deze opinie in eigen naam.

Commentaren en reacties