Desmond Tutu: een reus op lemen voeten?
Aartsbisschop Tutu was een groot man, maar over één vlek op zijn reputatie wordt zelden gesproken…
Desmond Tutu in 2019.
foto © Belga
Er zit een vlekje aan de grote Desmond Tutu: hij was een antisemiet. Het lijkt erop dat zijn afkeer van Joden een theologische achtergrond had.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementDe vorige week overleden Desmond Tutu vertelde ooit hoe in het Johannesburg van zijn jeugd de plaatselijke blanke priester altijd zijn hoed afnam voor moeder Tutu, een zwarte vrouw. Dat kon met recht een revolutionaire daad worden genoemd op het dieptepunt van de apartheid. Het zou Tutu’s visie helpen vormen, een soort christelijke variatie op de Afrikaanse ‘Ubuntu’ levensfilosofie. Die benadrukt de gemeenschapszin: het wezen van de mens is zijn verbondenheid met anderen. Wie de ander menselijk behandelt, wordt daardoor zelf meer mens. Het tegenovergestelde van apartheid.Voor Tutu werd dat: God is in ons allemaal aanwezig, daarom zou je moeten knielen voor eenieder die je pad kruist. Zoals de Paus die de voeten van migranten wast.
Antisemiet
Aartsbisschop Tutu zal altijd herinnerd blijven om zijn strijd tegen de blanke minderheidsregering van Zuid-Afrika, toen Nelson Mandela nog vastzat op Robbeneiland. Terwijl hij bescherming genoot als hoge geestelijke in de Anglicaanse kerk, was hij het gezicht van een campagne om de rest van de wereld bewust te maken van de apartheidsterreur.
Een minpuntje is dat Tutu zijn Ubuntu theorie van medemenselijkheid niet toepaste op Joden. Zuid-Afrika is tegenwoordig één van de meest antisemitische landen van het niet-islamitische deel van de wereld, en dat is mede te danken aan hem. Op de zogenaamde antiracisme conferentie van de Verenigde Naties in 2001 in Durban was hij prominent aanwezig. In de week die deze beruchte conferentie duurde, werd uitsluitend over Israël gesproken. Tutu’s boezemvrienden Fidel Castro en Yasser Arafat mochten eindeloos losgaan over de ‘genocide’ die het ‘apartheidsregime’ zou plegen op Palestijnen. Niet voor niks werden latere edities van de Durbanconferentie door steeds meer westerse landen geboycot. Bij Durban IV vorig jaar in New York bleven ze bijna allemaal weg.
Demonisering van Joden
Het verzinsel dat Israël een apartheidsstaat is, werd door Tutu salonfähig gemaakt. Hij heeft echte apartheid meegemaakt, dacht men, hij zal het wel weten. Dat functioneert goed: zie het viertal mediagenieke vrouwelijke Democraten in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden – ook wel bekend als het ‘squad’, waaronder de oorspronkelijk Palestijnse Rashida Tlaib. Of Jeremy Corbyn en zijn meest fanatieke aanhangers in het Engelse parlement. Iedereen praat over ‘apartheid Israël’.
De aartsbisschop heeft het Joodse volk expliciet gedemoniseerd. Onder meer door consequent over Joden te spreken als hij Israëliërs bedoelde, en over ‘de Joodse lobby’ als hij ‘de Israëlische lobby’ bedoelde. Daarmee verklapte hij wat antisemieten meestal verborgen weten te houden: buitenproportionele of neurotische kritiek op Israël of het Zionisme is vaak vermomd antisemitisme. Om iemand te citeren met een nog grotere maat schoenen dan die van Desmond Tutu, de Amerikaanse dominee en activist Martin Luther King: ‘when people criticize Zionists, they mean Jews, you are talking anti-Semitism.’
Strijd tegen apartheid
Maar zoals King de Amerikaanse Joden respecteerde om hun belangrijke rol in zijn campagne voor zwarte burgerrechten, zo had Tutu respect voor het Joodse aandeel in de strijd tegen apartheid. Weinig mensen zullen bijvoorbeeld de oorspronkelijke voornamen kennen van de bekendste blanke antiapartheidsactivist, Joe Slovo: Yossel Mashel. Op zijn begrafenis stond Nelson Mandela te huilen.
Tegelijkertijd schoffeerde Tutu de Joden regelmatig. Bijvoorbeeld door te zeggen dat ‘de gaskamers voor een betere dood hadden gezorgd dan apartheid…’ Met andere woorden, Palestijnen zouden meer lijden onder ‘Israëlische apartheid’ dan de Joden onder de Nazi’s.
In 1989, toen hij Yad Vashem bezocht – het Holocaust gedenkteken in Israël, zei Tutu dat de overlevenden van de Holocaust de daders zouden moeten vergeven. Zijn idee daarachter was dat wie kon vergeven anderen beter zou behandelen. Zoals hijzelf blanke Zuid-Afrikanen had kunnen vergeven, via de in 1995 opgerichte ‘Truth and Reconciliation Commission’, waarvan hij de voorzitter was. Maar Tutu toonde zich wel onverzoenlijk tegenover de Joden, voor alles wat ze volgens hem gedaan zouden hebben: ‘dingen die erger waren dan wat het apartheidsregime had gedaan…’ Hij was ervan overtuigd dat ‘Joden vroeg of laat alle Palestijnen zouden uitroeien’.
Boycotten
De aartsbisschop was een groot voorstander van het boycotten van Israël – want de Joden moesten gestraft worden. Hij publiceerde veel stukken in buitenlandse kranten, met name om universiteiten over te halen tot een boycot van hun Israëlische evenknieën.
Tutu verzette zich in 2010 hevig tegen een tournee in Israël door de Opera van Kaapstad, omdat ‘Israëlische en Palestijnse operaliefhebbers niet dezelfde kansen hebben een voorstelling te bezoeken…’ Die hebben ze natuurlijk wel: iedere Israëliër mag een kaartje kopen. De aartsbisschop stond aan de wieg van de BDS beweging – Boycot, Divest and Sanction, inmiddels in verschillende landen tot illegale organisatie verklaard. Wie Tutu aansprak op zijn antisemitisme, kreeg te horen: ‘Of Joden het leuk vinden of niet, ze zijn een eigenaardig volkje en ze kunnen niet verwachten volgens dezelfde normen te worden beoordeeld als anderen…’
Anglicaanse kerk
De vraag blijft waarom een wereldverbeteraar als Desmond Tutu een blinde vlek had voor Israël en de Joden. Hij leek ieder conflict te zien als een strijd tussen onderdrukten en onderdrukkers, en zijn eigen strijd tegen het apartheidsregime te projecteren op die van de Palestijnen tegen Israël. Over allerlei andere conflicten in de wereld – bijvoorbeeld de onderdrukking en genocide van christenen in het noorden van Nigeria door moslim-extremisten, maakte de aartsbisschop zich op geen enkel moment druk.
Mogelijk is er een theologische verklaring voor Tutu’s antisemitisme. Hij was nauw betrokken bij een stroming die in de Anglicaanse kerk floreert, het ‘supersessionisme’ – ook wel ‘vervangingstheologie’ genoemd. Die heeft de relatie tussen de Anglicaanse kerk en de Joden behoorlijk verziekt. Het komt erop neer dat Joden het goddelijke van Jezus Christus niet willen erkennen, en dat daarom het verbond tussen God en de Joden is opgeheven en vervangen door een verbond tussen God en de christenen. De Joden zouden zich daarom bij de duivel hebben aangesloten…
Intussen is Tutu door de media heilig verklaard. Zie de lofzangen overal. ‘De man die de wereld probeerde te genezen’ zwijmelde bijvoorbeeld Time Magazine op de voorpagina. Uiteraard nergens een woord over die ene vlek op zijn reputatie.
Mathematicus, documentairemaker (oa VPRO, KRO, NCRV, AVRO), schrijver van één roman ('De Knapste Man van Nederland', Augustus), laatstelijk chroniqueur.
Dat Gisèle Pelicot het proces tegen haar verkrachters openbaar wilde hebben heeft grote gevolgen. De Franse wet over verkrachting staat op de helling.
Amerikakenners Roan Asselman en David Neyskens bespreken de actualiteit aan de overkant van de oceaan.