Stilstaande mobiliteit
foto © Belga Image
Wie iets probeert te doen aan de Brusselse mobiliteit, krijgt af te rekenen met wild ongecontroleerd protest.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementGeen onderwerp dat de Brusselse gemoederen zo roert als mobiliteit. Bij elke poging tot verandering breekt er zowat een burgeroorlog uit waar vooral tegenstanders het grove geschut bovenhalen.
Het is in de jaren ’20 van deze eeuw nog altijd moeilijk om beleidskeuzes van meer dan 70 jaar geleden in vraag te stellen. Met de Wereldtentoonstelling van 1958 als alibi transformeerde Brussel sierlijke boulevards in tunnels en stadsautostrades. Aan een metro werd pas gedacht als het te laat was. Het openbaar vervoer werd lang als een noodzakelijk kwaad gezien voor scholieren en andere marginalen die zich geen auto konden veroorloven.
Het is die kwalijke erfenis van de totale dominantie van de auto die in Brussel tot vandaag doorwerkt. Als er dan geprobeerd wordt om dat enigszins in vraag te stellen, breekt de opstand los.
Dat is wat er nu gebeurt met Good Move, het plan dat Brussels mobiliteitsminister Elke Van den Brandt (Groen) had om wijk per wijk het verkeer anders en vooral beter te laten lopen. Het merkwaardige is dat wat voorgesteld wordt eigenlijk absoluut niet radicaal is. Meestal komt het erop neer dat de rijrichting in sommige straten veranderd wordt. Zich met de auto verplaatsen gaat daardoor soms wat trager, maar wordt geenszins verboden. Het komt er meestal op neer dat automobilisten zich moeten aanpassen aan andere weggebruikers zoals voetgangers of fietsers.
Intimidatie
Maar de publieke reactie is er altijd een van grote verontwaardiging. Ik hoorde iemand beweren dat hij door Good Move zijn job zou verliezen, omdat hij nooit tijdig op zijn werk zou geraken. En vooral wordt beweerd dat de bevolking niet gehoord werd bij de herinrichting van hun wijk. Het bevorderen van die publieke betrokkenheid is natuurlijk essentieel, maar in een paar kranten was te lezen hoe tegenstanders van elke verandering zelfs het uitwisselen van ideeën en het aanhoren van elke uitleg door baldadig gedrag en geroep gewoon onmogelijk maken. Zogenaamde bezorgde burgers lieten zich kennen door vandalisme, vernielden bewegwijzering en verstoorden gemeenteraadszittingen. Hun geroep en intimidatie van andersdenkenden was zo luid dat ze het konden blijven voorstellen alsof Good Move hen in hun wijk zou opsluiten.
De lokale politici die zeker in het jaar voor de verkiezingen nooit uitblonken door politieke moed, gingen meteen op de rem staan en kozen de kant van het verzet. Anderlecht en Molenbeek stelden elke aanpassing zelfs meteen uit. Het meest cynisch was Brussels minister Clerfayt (Défi), die al heeft gezegd dat hij zijn politieke carrière in Schaarbeek wil beëindigen en zonder enig overleg met de huidige meerderheid meldde dat zijn gemeente Good Move niet zou uitvoeren. Dat iedereen weet dat daar veel te hard gereden wordt, dat er races worden gehouden en dat een straat oversteken soms levensgevaarlijk is… Die kwaal aanpakken is voor Clerfayt ondergeschikt aan zijn onwil om kiespubliek te mishagen.
In Anderlecht werd een interessant project voor de heraanleg van het grote kruispunt over het kanaal afgeschoten voor iemand tijd had gehad er naar te kijken. Enkele luidruchtige chauffeurs zien elke verkleining van hun territorium als een aantasting van hun mensenrechten.
Fiets
In het emotionele debat is een merkwaardige verschuiving merkbaar: het blijven gebruiken van de auto krijgt een sociale dimensie. Waar vroeger de fiets het vervoermiddel van de minder gegoede was, wordt die nu gezien als het symbool van jonge bobo’s. Veel jonge Brusselaars hebben geen auto en kiezen voor openbaar vervoer of fietsen.
Maar nu wordt ook in zeer linkse milieus gezegd dat bepaalde mensen niet zonder hun auto kunnen, en dat dit een reden is om Good Move af te wijzen. Mensen zouden ook geen plaats hebben om een bakfiets te stallen. Vreemd dat er dan niet wordt voorgesteld om openbare parkeerruimtes voor fietsen te maken.
Zelfs als bewoners profiteren van minder pollutie en drukte in hun wijk, merken sommige experts daarbij op dat een verbetering van het leefklimaat in een buurt kan leiden tot de gevreesde ‘gentrificatie’. Als de overheid iets probeert te doen aan wijken waar het niet goed leven is, dan is het voor sommige ‘progressieve’ stadsideologen ook niet goed…
Luckas Vander Taelen (1958) werkte als tv-regisseur, en was voor Groen schepen, Vlaams en Europees Parlementslid en senator.
Joanthan Littell vertrok naar Oekraïne om een boek te schrijven over een massamoord op Joden in 1941, maar het heden haalde hem in.
Evolueren we naar een politiek model zoals in een communistische eenpartijstaat? Ontdek het in ‘Ondernemen in Achterland 1.0’.