JavaScript is required for this website to work.
Buitenland

Doet de president ertoe?

Karl Drabbe1/5/2017Leestijd 5 minuten
Rouhani en Khamenei staan voor presidentsverkiezingen

Rouhani en Khamenei staan voor presidentsverkiezingen

foto © Reporters

Hoe gematigd kan een politicus zijn in Iran? En wie heeft er de macht? Wat achtergrond bij de presidentsverkiezingen.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Rouhani, kandidaat om zichzelf op te volgen als president van Iran, deed afgelopen zaterdag de opmerkelijke uitspraak dat met hem, de kans dat Iran in een oorlog met het Westen kan verzeild geraken, onbestaande is. Ondertussen werd hij daar door Opperste Leider ayatollah Khamenei voor op de vingers getikt. Het is niet omdat er onder Rouhani een detente is ontstaan met het Westen, dankzij het onderhandelde nucleaire akkoord, dat ‘de schaduw van de oorlog met het Westen geweken is’, stelde de opperayatollah en feitelijke baas in Iran.

Het doet de vraag rijzen wat de macht van een verkozen president is, in een land dat boven die president een ‘Opperste Leider’ voor het leven toelaat, die regeert bij gratie van een kaste niet-verkozen geestelijken.

Het doet ook de vraag oproepen waarom de islam als dusdanig, en zijn sjiitische vertaling in Iran meer specifiek, geen onderwerp is in deze verkiezingen. Islamcriticus Sam Van Rooy stelde die vraag openlijk (op Twitter) op basis van een vorig stuk over de nakende presidentsverkiezingen in Iran

Macht

Sowieso zijn het enorm belangrijke presidentsverkiezingen, want de eerste na het sluiten van het nucleaire akkoord. Rouhani had in ruil daarvoor economische groei, afname van de werkloosheid en toename van de handel voorspeld. Dat is in alle opzichten ook het geval, maar de cijfers vallen wat tegen. Het Westen blijft schoorvoetend afwachten. Investeringen van Peugeot/Citroën en Boeing zijn geen uitzonderingen, maar vele ondernemingen en banken twijfelen nog. De herverkiezing van Rouhani zou de ondertussen op een kier staande deur wagenwijd open kunnen zetten. Zolang de Trump-administratie het licht niet op rood zet…

Scheiding van Kerk en Staat (zie verder) en van de drie machten, zijn niet van tel in Iran. Opperste Leider Ali Hosseini Khamenei, een medestrijder van ayatollah Khomeini die de Islamitische Revolutie van 1979 leidde, is de eerste chef van het land. Hij leidt – als hoogste geestelijke – de rechterlijke macht, de uitvoerende macht én het leger. Hij controleert ook de – politiek, militair én economisch – machtige Revolutionaire Garde. Tot slot is hij het officiële staatshoofd van Iran én staat de censuur van de media onder zijn leiding.

Dat zegt al veel over de macht en de functie van de president. Die is letterlijk het hoofd van de regering, zeg maar de eerste minister van het land – die functie bestaat immers niet meer als zodanig. In principe moet hij binnen de tien dagen na zijn inauguratie zijn kabinet voorstellen aan het parlement, dat zijn goedkeuring moet geven. De Opperste Leider kan een veto uitspreken tegen een minister. 

In feite moet de president in zijn functie van uitvoerende macht de wetsvoorstellen van het parlement en van de Opperste Leider omzetten in wetten en waken over de uitvoering ervan. Het is de Opperste Leider die zijn goedkeuring moet geven over internationale verdragen, de begroting, tewerkstellingsprojecten … 

De macht – of liever de invloed – die hij aan de dag kan leggen, komt letterlijk van het volk. Hij is immers de enige machthebber in Iran die ‘democratisch’ verkozen is. De Raad der Hoeders (Geestelijke Raad) en de grootayatollah die staatshoofd is, zijn dat immers niet. Enkel die democratische legitimatie maakt of hij veel of weinig individuele macht kan tentoon spreiden.

Islam

En neen, in dit alles komt de islam eigenlijk niet om de hoek kijken. Uiteraard is Iran, zoals de naam het zelf zegt, een Islamitische Republiek. De Grondwet is een hybride mix van theocratische en democratische elementen. Democratisch, omdat de bevolking – óók de vrouwen – een verkozen president en een verkozen parlement heeft. In dat laatste zijn sommige religieuze en etnische minderheden trouwens beschermd: Joden, zoroastriërs en Armeense christenen hebben er hun eigen zetels.

Theocratisch omdat de eerste artikels van de Grondwet de goddelijke soevereiniteit proclameren, en ook omdat de Geestelijke Raad en de Opperste Leider de politieke touwtjes in handen hebben, indien niet als rechtstreekse leider van rechterlijke en uitvoerende macht, dan wel omdat ze er controle over hebben en altijd besluiten kunnen amenderen of mensen uit hun functie zetten. Bovendien moeten kandidaat-parlementsleden en kandidaat-presidenten pas naar de stembus nadat ze een goedkeuring kregen van de Raad van Hoeders (bestaande uit zes ayatollahs aangeduid door de Opperste Leider en zes juristen, goedgekeurd door de Opperste Leider).

Wat de Islamitische Republiek islamitisch maakt, is de inspiratie uit de sharia, die ook geldt als juridisch handvest. Al wordt daar soepel en pragmatisch – of liever: hypocriet – mee omgesprongen.  Als burger zul je je al twee keer bedenken alvorens buiten de juridische lijntjes te kleuren, omdat je nooit weet of de rechter in jouw geval – of die dag, als hij met het verkeerde been uit bed is gestapt – de sharia strikt, ruim of niet zal interpreteren. Pure willekeur dus, die voor een sfeer van geestelijke onderdrukking zorgt onder de bevolking.

Waarom de islam er dan niet toe doet, in de verkiezingen? Omdat de sjiitische islam in Iran een evidentie is, grondwettelijk verankerd, door iedereen aanvaard, door niemand in vraag gesteld. Presidentskandidaten voeren immers geen campagne voor of debatten over interpretaties van de Koran. Het gaat om economie, om de toegang tot informatie, om de relatie tot het Westen, en om de impact van de overheid (met ca. 60% de grootste werkgever van het land, leger inbegrepen). 

Gematigd of conservatief?

Kun je dan spreken van ‘gematigde’ en ‘conservatieve’ parlementsleden en presidenten of presidentskandidaten? Is Rouhani een gematigder sjiitisch moslim dan zijn voorganger Ahmadinejad? Wou de tweede de Kerk meer een rol laten spelen in de Staat dan de eerste?

‘Gematigd’ en ‘conservatief’ zijn terecht – zoals Sam Van Rooy stelde – ‘westerse begrippen’. Ik voeg daaraan toe: misschien niet noodzakelijk westerse begrippen, maar wel begrippen die wij in het westen hanteren omdat we die begrijpen. En zoals we misschien ook graag zouden hebben dat ze in Iran zouden gelden.

Wat wij ‘gematigd’ zouden noemen heeft vooral te maken met de meer coulante positie van Iran tegenover het Westen, en van een uitgebreider toegang tot informatie (meer diversiteit in de media, minder censuur, een lagere internetmuur om westerse media te bannen – die bestaat dus maar wordt massaal omzeild). ‘Gematigd’ staat dan voor ‘normalisering’ van de internationale verhoudingen. Iran een plaats geven in het wereldorkest, en weghalen uit de marge en het isolement. Daar heb je eerst politiek-militaire akkoorden voor nodig, om vervolgens handelsverdragen af te sluiten (zoals Antwerpen vorig najaar al deed met de haven van Bandar Abbas).

‘Conservatieven’ willen dan op al die hoger geschetste punten net het omgekeerde, en terugkeren naar het antiwesterse status quo van vóór Rouhani. Een internationaal isolement, om zo de waarden van de Islamitische Revolutie te bewaren en behoeden. Censuur, om de bevolking in de pas te laten lopen, geen diversiteit in de media (al heeft zowat elk stedelijk gezin in Iran een schotelantenne, hoewel de wet dit niet toelaat), en een dichtgetimmerde internetmuur rondom het land. Meer investeren in het leger, dat ook een maatschappelijke taak heeft in het land, en minder in handel. Dat een en ander opnieuw tot sancties kan lijden, nemen de ‘conservatieven’’ er wat graag bij.

Tot slot gaat het om meer dan ‘conservatieve’ partijen, ‘hervormingsgezinde’ partijen en ‘centrumpartijen’. De beide laatste slaan wel steeds vaker de handen in elkaar, maar in Iran speelt meer dan die politieke partijen. Net door de ‘theocratisch geleide democratie’ spelen machtsevenwichten tussen de clerus, de bureaucratie en het leger meer mee dan politieke voorkeuren. Elke kandidaat moet zich – telkens opnieuw – een plaats zoeken tussen die drie machtige Mitspieler. Het is dus altijd dansen op de slappe koord voor een verkozen president.

 

Foto: Opperste Leider Khamenei en president Rouhani (vlnr). (c) Reporters

Karl Drabbe is uitgever van ERTSBERG. Hij is historicus en wereldreiziger en werkt al sinds 1993 mee aan Doorbraak.

Commentaren en reacties