Dromers met een visie
Vijftig jaar D66 (1)
50 jaar geleden werd in Nederland de links-liberale partij Democraten ’66 opgericht. Henk Jurgens blikt terug in een drieluik.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet begon allemaal bij een pilsje in de Engelse Reed, een kroeg in Amsterdam.
Bij café Hoppe op het Spui dreunde het HiHaHappening. En als je geluk had kreeg je een handjevol krenten. De politie sloeg er lustig op los. Wisten zij veel. Toeristen kwamen aangerend. ‘Waar zijn de provo’s? Waar zijn de provo’s?’ In Teach-ins werden maatschappelijke problemen opgelost. Iedereen mocht meepraten. De homo ludens, de spelende mens, had de toekomst. Oranjevrijstaat was geboren.
Het was feest in de straten van Amsterdam.
Op Koninginnedag, 30 april 1965, kwamen ze voor het eerst bij elkaar. ‘Vrienden en vrienden van die vrienden,’zei Hans van Mierlo in zijn beroemde televisiespot. ‘We waren ongerust over de politieke situatie in ons land, over de verwarring en de ondoorzichtigheid, over de tanende invloed van de kiezers, over de ontoereikendheid van de verouderde politieke spelregels, over de onbeweeglijkheid en de verstarring van het partijenstelsel. We wilden er wat aan doen. Maar we wisten niet hoe.’
Het werd uitgezonden in de zendtijd voor politieke partijen aan de vooravond van de Tweede Kamerverkiezingen van 1967. De camera volgde lijsttrekker Hans van Mierlo van zijn huis aan de Herengracht in Amsterdam naar de televisiestudio. Het motregende. Van Mierlo liep, morsig gekleed in een te lange regenjas, over de gracht en stapte in zijn Volvo. Hij was gefilmd zoals Jean-Paul Belmondo in Godard’s A bout de souffle. Kennedy in de Nederlandse politiek. Nederland had behoefte aan een nieuwe, links-liberale politieke partij.
Met 7 zetels kwamen ze in de Kamer. Dromers met een visie. Ze waren voor een gekozen premier, voor een districtenstelsel en het referendum. Ze waren tegen regentenmentaliteit. Kiezers moeten de baas zijn in de politiek. Eigenlijk was de partij bedoeld als een tijdelijke protestbeweging die politieke veranderingen opgang moest helpen. Het succes verraste de oprichters.
Hans Gruijters was eerst gevraagd om de kar te trekken maar die had geweigerd. Gruijters was lid van de VVD-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad, maar na een ruzie met de VVD-top over het bijwonen van het huwelijk van Beatrix met Claus von Amsbergen – ‘ik heb die dag wel wat beters te doen’ liet hij weten – uit de VVD gestapt. Gruijters was eigenaar van de Bamboo-bar en het politiek café C-66 in Amsterdam. Bovendien was hij net als Van Mierlo journalist bij het Algemeen Handelsblad, de voorloper van NRC Handelsblad.
Hans van Mierlo, Hafmo zoals hij liefkozend binnen zijn partij werd genoemd, zocht toenadering tot de andere progressieve partijen. Het doel was het oprichten van een Progressieve Volkspartij. Bij de Kamerverkiezingen van 1971 leverde dit 11 zetels op. Maar bij de vervroegde Kamerverkiezingen van eind 1972 verloor ze er al weer 5. Samen met de Partij van de Arbeid en de Politieke Partij Radikalen (PPR) was een gezamenlijk verkiezingsprogramma opgesteld, het Keerpunt ’72. Voor D’66 bleek dit geen succes. En hoewel ze mocht meedoen aan het Kabinet-Den Uyl dat in 1973 werd geformeerd – Hans Gruijters werd minister – bleek een deel van de achterban niet gelukkig met de progressieve samenwerking en werd Van Mierlo gedwongen af te treden als partijleider. Een meerderheid van de leden was zelfs voor het opheffen van de partij, maar op het congres in september 1977 werd de tweederde meerderheid die nodig was net niet gehaald.
Onder leiding van de nieuwe leider Jan Terlouw werd een andere koers gevaren, pragmatischer en liberaler en minder gericht op bestuurlijke vernieuwing. Terlouw profileerde de partij als het redelijk alternatief en bij de verkiezingen van 1977 haalde ze 8 Kamerzetels. Terlouws pragmatische politiek bleek succesvol. En in 1981, bij de volgende verkiezingen, werden 17 zetels gehaald. D’66 mocht weer meeregeren met het CDA en de PvdA in het Kabinet-Van Agt II. Terlouw werd, samen met Van Mierlo en Zeevalking, minister. In dit ‘vechtkabinet’ vochten het CDA en de PvdA elkaar de regering uit. Toen de PvdA na zo’n tien maanden er weer uitstapte bleef Terlouw met zijn mensen zitten. De kiezers straften hem af. Bij de vervroegde verkiezingen van 1982 verloor D’66 11 Kamerzetels. Ze hield er 6 over. De charismatische Hans van Mierlo werd teruggevraagd als partijleider. Van Jan Terlouw nam hij de thema’s milieu, technologische vernieuwing en vrouwenemancipatie over. Zelf haalde hij zijn staatsrechtelijke idealen weer van stal. In een visionaire toespraak Een reden van bestaan zette hij het bestaansrecht van D’66 uiteen.
De partij krabbelde weer een beetje omhoog. Bij de Kamerverkiezingen van 1986 werden 9 zetels gehaald en in ’89 zelfs 12. Tijdens de kabinetten Lubbers, van 1982 tot 1994, zat D’66 in de oppositie. De partij profileerde zich als tegenstander van de heersende politieke cultuur die te veel om ‘macht’ draaide en waar ideologische scheidslijnen tussen vooral de conservatief-liberale VVD en de sociaaldemocratische PvdA het oplossen van actuele politieke en maatschappelijke problemen in de weg stonden.
Het leverde D’66 geen windeieren op. Vanuit de oppositie groeide de partij gestaag verder. In 1994 werden 24 Kamerzetels gehaald. Tot nu toe het grootste aantal zetels voor de partij.
Van Mierlo had met zijn D66 een belangrijke rol bij het tot stand komen van de Paarse kabinetten-Kok. Voor het eerst sinds 1918 mochten de christendemocraten (CDA) niet mee doen aan een regering. Hans van Mierlo werd vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken.
Foto: Hans van Mierlo, Nederlands JFK. (c) VPRO
Personen |
---|
De Nederlandse publicist Henk Jurgens (1942) is politicoloog (UvA). Hij schrijft regelmatig in Doorbraak over Nederland en de Nederlandse politiek.
Jan Renkema probeert de ‘Nederlander’ is een beperkt aantal pagina’s te doorgronden.
Professor Dirk Rochtus leidt zoals elk jaar een reis naar Duitsland. Deze kaar naar het onbekende Silezië.