Duits, Latijn, voetbal, vulgariteit en een nuttig Grieks woord
Finkielkraut heeft bezwaren tegen de komende onderwijshervorming in Frankrijk
Latijn en Grieks zijn onverbrekelijk verbonden met onze beschaving, en Links mag deze erfenis niet verkwanselen
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementNajat Vallaud-Belkacem leidt, als eerste vrouw in Frankrijk, het departement Nationale Opvoeding, Hoger Onderwijs en Wetenschap in de regering Manuel Valls II. Kerngedachte van haar politiek programma is de «égalité des chances et pluralité visible». Niet gewoon gelijkheid dus maar gelijke kansen, waarbij verschillen zichtbaar moeten blijven want republikeinse gelijkheid-zonder-meer is volgens haar onverenigbaar met diversiteit. Ze publiceerde ook over dat thema.
En vanzelfsprekend plant Vallaud-Belkacem een onderwijshervorming – weinig nieuwe ministers weerstaan aan die verleiding. Deze moet volgend schooljaar van kracht worden. Haar ideeën doen nogal wat stof opwaaien. Zo vindt zij doorgedreven lessen Duits in de colleges, dat stond hier eerder al, «trop élitistes», te elitair. Frankrijk en Duitsland hadden wel afgesproken dat ze elk de kennis van de andere taal zouden stimuleren – een gedachte die Heine al welgevallig was – maar dat plan mag wat haar betreft in het water vallen. Over Grieks en Latijn zegt ze dat deze oude talen behouden zullen blijven, «elles seront préservées». De lessen worden wel ingebed in een soort interdisciplinaire juliennesoep met naast enig taalonderricht ook geschiedenis, cultuur, instellingen enzovoort. Belangrijk voor haar was de overweging dat vandaag amper vijftien à twintig procent van de leerlingen Latijn en Grieks volgen, wat elitair is. Dat percentage moet naar honderd worden opgetrokken, en dat kan zonder dat het taalonderricht zelf eronder te lijden zal hebben, zegt Belkacem die naast jong en mooi blijkbaar ook grappig is.
Het spreekt dat Alain Finkielkraut, ouder en minder mooi, dit niet helemaal gelooft.
Hij volgt de filosoof Leo Strauss, bij het publiek misschien enigszins bekend van zijn uitspraak: ‘als alle culturen evenwaardig zijn, dan is kannibalisme een kwestie van smaak.’ Beetje elitair inderdaad. Volgens Strauss moest een ‘liberale’ opvoeding de jeugd in contact brengen met de grootste geesten, wat op zich een oefening in de nederigheid is, en tegelijk een bescherming tegen vulgariteit. De klassieke teksten bieden deze kans. Strauss gebruikte het Griekse woord voor vulgariteit: ἀπειροκαλία, àpeirokalía, letterlijk ‘gebrek aan ervaring met schoonheid’.
Najat Vallaud-Belkacem zal onderstaand gesprek als een vloek in de oren klinken:
Élisabeth Lévy: Voor mensen die er zo over denken, is humanisme, of laten we zeggen het Westerse humanisme, gewoon een keuzemogelijkheid tussen vele andere, en dus in een diverse wereld …
Alain Finkielkraut: Zeker, en dat is noodzakelijk zo want het humanisme, of de humanistische gedachte is net de herontdekking van de Griekse en Latijnse wereld. De idee daarbij is om via de klassieke werken een omweg te maken, en op die manier onszelf en de wereld te laten begrijpen. Precies hierom, ziet u, wordt uit het onderwijs de idee van het humanisme volkomen verbannen, zelfs uit de opvattingen die wij over literatuur kunnen hebben. Het spreekt dan, dat men aan de leerlingen de studie van de oorsprong van zo’n gedachte niet nog eens oplegt. De idee bestaat nog, maar niet voor lang meer, en ze is zuiver facultatief. Kijk, ik word een beetje plechtig als ik u zeg…
Élisabeth Lévy: U hebt daar een gedichtenboek?
Alain Finkielkraut: Ja, op een dag heeft Élisabeth de Fontenay [prof filosofie, publiceerde over o.m. Diderot, Marx], me deze verzen van Ossip Mandelstam laten ontdekken, een van de vele dingen die ik haar verschuldigd ben:
«Zal ik, na alle infame laster,
In tranen de dure eed doen,
De stralende belofte aan de Vierde Stand?»
‘Vierde Stand’, naar het voorbeeld van de Tiers État [de derde stand]: het proletariaat dus. Voor mij zijn deze verzen een definitie van wat Links is. De belofte namelijk om de erfenis te verdelen onder allen. Maar vandaag wordt deze erfenis verkwanseld door Links zelf, in naam van de gelijkheid en ook in naam van de strijd tegen het racisme, want deze erfenis is werkelijk te specifiek, te imperiaal ook, allebei, om nog netjes te zijn.
Élisabeth Lévy: En niet enkel specifiek, onderdrukkend ook.
Alain Finkielkraut: En onderdrukkend, en vandaar mijn inderdaad plechtige vraag: Wat voor zin heeft het als vandaag iemand zich links noemt? Want wie in die terminologie volhardt, gedraagt zich niet meer als burger maar als supporter. Ondanks Qatar, blijf ik in mijn dwaasheid innig verknocht aan PSG [Paris Saint Germain, voetbalploeg door Qatar gesponsord, en vaak «la catin de Qatar», de hoer van Qatar genoemd. Hun bekendste speler is zekere Zlatan Ibrahimović die over Frankrijk onlangs nog wist: «Ce pays de merde ne mérite pas le PSG»]. Maar om mij met Links verbonden te blijven voelen, zou de PS voor mij al een soort PSG moeten zijn. Ik heb een ander idee over wat politiek is.
Élisabeth Lévy: En ik vraag me af of u niet een klein restantje hebt bewaard van, laten we zeggen de neiging om Links te idealiseren. Alsof er een ideaal Links bestond, of nog kon bestaan. Maar de gelegenheid om het daarover te hebben komt vast nog. Veel dank, Alain Finkielkraut voor deze schitterende berichten.
Categorieën |
---|
Marc Vanfraechem (1946) werkte voor Klara (VRT-radio); vertaler, blogger http://victacausa.blogspot.com sinds 2003. Hij schrijft het liefst, en dus meestal, artikels met daarin verwerkt vertaalde citaten van oude auteurs, die hem plots heel actueel lijken.
Bestuurlijke nalatigheden die rampen erger maken dan ze hadden moeten zijn… dat soort zaken kwam al voor in de vierde eeuw voor Christus.
‘Afgrond’ verhaalt de waargebeurde verhouding tussen Venetia Stanley en de veel oudere Britse premier Henry Asquith, die leidde tot een kabinetscrisis.