JavaScript is required for this website to work.
Wetenschap

Economie en stikstof

Maatschappelijke keuzes horen niet gemaakt door wetenschappers

Horizon 2024Ivan Van de Cloot4/11/2023Leestijd 3 minuten
Elke job in de industrie leidt tot een extra tewerkstelling van 0.5 tot 2 extra
jobs in andere sectoren.

Elke job in de industrie leidt tot een extra tewerkstelling van 0.5 tot 2 extra jobs in andere sectoren.

foto © pxhere

Maatschappelijke keuzes vereisen politieke aandacht en overstijgen de rol van wetenschap. Dit wordt nog onvoldoende begrepen en gerespecteerd.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Recent kreeg ik de vraag of er, gegeven de stikstofproblematiek, in Vlaanderen nog plaats is voor industrie. Voordat ik begin met de beantwoording ervan wil ik eerst een aantal feiten op tafel leggen.

Laat me beginnen met het belang van de industrie. Een van de belangrijkste redenen waarom Vlamingen over het inkomensniveau van vandaag beschikken, is de ongelooflijke productiviteitsstijging in de Economie van de voorbije twee eeuwen. Deze was absoluut onmogelijk geweest zonder de industrie. De waarheid is immers dat de dienstensector, waar tegenwoordig meer dan twee derde van de bevolking tewerkgesteld is, een veel lagere productiviteitsgroei kent.

Laten we een aantal kenmerken van de Vlaamse industrie in herinnering brengen. 80 procent van onze export is voor rekening van onze industriële bedrijven. En de industrie staat meer dan proportioneel in voor de innovatie in onze economie. Het is waar dat volgens de officiële statistieken het aandeel van de industrie in de totale toegevoegde waarde vandaag nog zowat veertien procent betreft terwijl dat 30 jaar geleden nog meer dan twintig procent was. Dit is dan wel exclusief de energiesector, want die zou onmiddellijk het aandeel met drie procentpunten opkrikken.

Het is belangrijk dat we inzien dat heel veel activiteiten in de diensten niet zouden bestaan zonder de industrie. De Belgische industrie is een niet te missen schakel in een waardeketen die niet enkel een belangrijk aandeel tot de totale toegevoegde waarde levert, maar ook veel indirecte werkgelegenheid genereert. Zo blijkt bijvoorbeeld uit schattingen dat elke job in de industrie tot een extra tewerkstelling van 0.5 tot 2 extra jobs in andere sectoren leidt.

Stikstofalarmisme

Vandaag zitten we volgens sommigen midden in een stikstofcrisis. Wat we objectief kunnen vaststellen is dat we met grote rechtsonzekerheid zitten door de politieke crisis rond de stikstofproblematiek. Volgens cijfers van het departement Omgeving zitten we — vergeleken bij het gemiddelde van de jaren tussen 2018 en 2022 — op een niveau van vergunningsaanvragen voor grote industriële projecten dat 25 procent lager ligt.

Economische spelers stellen dat zelfs in dossiers waarin de stikstofuitstoot daalt, men niet zeker van vergunning is. Er is door de kwestie geen duidelijkheid voor zelfs maar 2025, waardoor Vlaanderen minder betrouwbaar wordt om te investeren. De klacht is ook dat er geen duidelijke norm is waaraan de uitstoot kan getoetst worden.

Het zou je vergeven zijn als je niet begrijpt waarom de materie ineens zo explosief is geworden. De totale stikstofuitstoot ligt vandaag fors onder de niveaus van 30 jaar geleden. Een verdere reductie de komende jaren staat in de sterren geschreven door de inspanningen in het kader van de energietransitie. Er wordt naar Europese richtlijnen verwezen maar het is algemeen bekend dat landen zoals Duitsland en Spanje helemaal niet de draconische normen opleggen zoals Nederland en Vlaanderen, dat denkt het Nederlands voorbeeld te moeten volgen.

Eerlijkheid

Wat in grote mate ontbreekt in dit dossier is eerlijkheid en duidelijkheid. Vandaag zijn er al heel ingrijpende maatregelen die, zoals bekend, hard inhakken op de levensvatbaarheid van landbouwgezinnen. Hoeveel zoden zet dat beleid eindelijk aan de dijk inzake stikstofreductie? Is het tegenhouden van de Ineos-site inderdaad equivalent aan een tiende van een extra koe op de Brabantse Wal? Of is het zelfs maar een honderdste? En als deze kleine reductie al zoveel offers vergt van het inkomen, wat is er dan wel nodig voor het bereiken van de einddoelstellingen?

Dit is wat ik bedoel met de nood aan eerlijkheid. Rationeel beleid vereist dat je een maatschappelijke doelstelling vooropstelt. Vervolgens zoek je naar de meest efficiënte maatregelen om dit te behalen. In heel dat proces is er zeker nood aan de inbreng van wetenschappers. Zij kunnen in het beste geval immers aangeven welke maatregelen bepaalde stikstofreductie opleveren.

Maar we weten ook dat in dit geval de vraag van de stikstofdepositie een enorm complexere vraag is dan die van de uitstoot op zich. Het is van het grootste belang dat wetenschappers en beleidsmaker daarover eerlijk zijn. En dat zij dus durven toegeven dat er een grote onzekerheid bestaat die je niet kunt oplossen door het gebruik van welk model dan ook.

Maatschappelijke keuze

Te vaak hoor ik in de stikstofproblematiek dat men modellen gebruikt omdat er nu eenmaal niets beter is. Hoe vaak moeten we nog herhalen dat als een model te onbetrouwbaar is, het absurd is om er een beleid op te baseren dat levensbepalend is voor de inkomens en jobs van zoveel mensen? Beleid kan impact hebben op veel maatschappelijke dimensies. Mensen hechten belang aan hun gezondheid, betaalbaar wonen, veiligheid, hun job, hun inkomen en, ja, ook aan een gezond leefmilieu. Voor elke dimensie zijn er wel wetenschappelijke experten.

Maar in de realiteit komen conflicten tussen dimensies vaak voor. Het is niet aan een wetenschapper om te beslissen hoeveel offers één bepaalde dimensie vereist. Het is aan de politiek om zulke maatschappelijke keuzes te maken. Vaak merken we dat de fundamentele kwestie, dat maatschappelijke keuzes moreel en politiek beslecht moeten worden en dus de rol van de wetenschap overstijgen, niet meer begrepen of gerespecteerd wordt.

Dilemma’s op het raakvlak tussen economie en milieu zijn vaak erg complex. Merk op dat de industrie niet alleen gezien mag worden als factor die stikstof oplevert. De industrie kan via innovatie ook bijdragen aan het remediëren van dergelijke maatschappelijke problemen. Oplossingen zijn alleen bereikbaar als we in elk geval meer duidelijkheid en eerlijkheid eisen van het beleid.

Ivan Van de Cloot is hoofdeconoom van Stichting Merito. Hij publiceerde eerder o.a. 'Overheid + Markt', 'Taxshift', 'Roekeloos' en 'De rekening moet kloppen'. Merito site: https://www.stichting-merito.be/

Commentaren en reacties