JavaScript is required for this website to work.
Politiek

Een boodschappenlijstje voor de nakende (?) regeringsverklaring

Het moet niet allemaal ingewikkeld zijn…

Jan Van Peteghem11/6/2019Leestijd 5 minuten
De volgende premier van België? Wie het ook is, hij/zij heeft flink wat werk.

De volgende premier van België? Wie het ook is, hij/zij heeft flink wat werk.

foto © Reporters / GYS

Zal de komende regering (Di Rupo 2 of Rutten 1) de bakens kunnen verzetten? Denk eraan: ook kleine hervormingen maken al het verschil.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Indien de komende federale regering geen zichtbare cesuur creëert met het immobilisme van daarvoor, halen N-VA en het Vlaams Belang bij de volgende federale verkiezingen, die zonder enige twijfel vroeger gaan vallen dan 2024, de absolute meerderheid in Vlaanderen en komt het confederalisme heel kortbij – om niet te zeggen dat de splitsing van ons land dan onvermijdelijk is. Degenen die dit een schrikbeeld vinden moeten ervoor ijveren dat de nieuwbakken regering op enkele zichtbare vlakken stappen zet (maar er gaan wel zevenmijlslaarzen voor nodig zijn).

Hieronder een kort lijstje van wetsontwerpen en reglementaire bepalingen die echt niet moeilijk door te voeren zijn, weinig ideologisch gebonden zijn en dus vermoedelijk op een brede instemming kunnen bogen, en toch een belangrijke problematiek uit de wereld helpen. Hoewel sommige een hoge symboolwaarde hebben omdat ze de loopbrug uitgooien voor verdere saneringen, gaat het niet over maatschappij-veranderende ingrepen. We gaan het dus niet hebben over onderwerpen als het beperken in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen, het verminderen van de belastingdruk of het komaf maken met de ongecontroleerde migratie. Geen schijn van kans dat daaraan gaat gesleuteld worden in de toekomstige federale regering, hoe ze ook moge samengesteld zijn; die dingen gaan alleen gerealiseerd worden wanneer deze bevoegdheden zullen gedecentraliseerd zijn…

Geef de blanco-partij de zetels die haar toekomen

Meer dan eens werd al voorgesteld om het aantal ongeldige en blanco-stemmen mee te nemen in de zetelverdeling. Dat zou, volgens De Standaard van 28 mei laatstleden vijf lege zitjes in het federale parlement opleveren, hetgeen zowat €800 000 per jaar zou uitsparen. Maar kostenreductie mag niet de belangrijkste argumentatie uitmaken. Belangrijker is dat deze zichtbaar vacante plaatsen de zittende volksvertegenwoordigers op hun verantwoordelijkheid zullen wijzen om hun bestaansredenen continu te legitimeren: het zou wellicht leiden tot een hogere alertheid en daadkracht van onze volksvertegenwoordigers.

Doe iets aan onderpresterende ambtenaren

Vooral zij die goede contacten onderhouden met leerkrachten en gemeentepersoneel horen het slag om slinger: eenmaal de vaste benoeming in ‘de sacoche’ verdwijnt voor een bepaalde fractie van ambtenaren de inzet als sneeuw voor de zon. Je moet als overheidsfunctionaris immers eerst je moeder vermoorden, daarna je vader en ten slotte tegen het been van je verantwoordelijke plassen alvorens je wordt bijgestuurd. Laat staan dat je ooit zou worden opgezegd.

Vaste benoemingen zijn niet meer van deze tijd. Stop ermee. Uiteraard mag het hele ambtenarenstatuut grotendeels op de schop (met inbegrip van het tot redelijker proporties terugbrengen van sommige pensioenuitkeringen), maar dat zou stuiten op zo’n massale revolte dat geen enkele democratisch verkozen regering dit overleeft. Begin dus alvast met een eerste stap: bouw de mogelijkheid in om onderpresterende vastbenoemden, na een duidelijke en stapsgewijs af te wikkelen procedure, te ontslaan (maar geef ze dan wel het recht om te genieten van werkloosheidsuitkeringen – hetgeen nu niet het geval is). De vele hardwerkende ambtenaren zullen het beleid hiervoor erkentelijk zijn, hand in hand met iedereen die klant is van onze overheidsinstellingen, en dat is zowat iedereen.

Naar eenvormige overlegorganen op de werkvloer

In het verlengde hiervan: er is geen enkele reden waarom het sociale overleg binnen overheidsdiensten anders zou gestructureerd moeten worden dan in de privésector. Maak dus komaf met alle soorten eigengereide overlegorganen in onze overheidsinstellingen en richt reguliere ondernemingsraden en Comités voor Preventie en Bescherming op het Werk in. Hierdoor zullen de syndicale vertegenwoordigers uit de ambtenarij moeten verkozen worden (in plaats van ‘aangeduid’), zoals het hoort in een democratische samenleving. En je versobert hiermee het reglementaire kader door deze uitzonderingstoestanden uit te bannen.

Alvast geldt dat ons land best het functioneren van deze overlegorganen zou herbekijken (met inbegrip van de zware beschermingsprocedures voor iedere werknemer die zelfs maar van ver enige syndicale interesse heeft getoond), maar dit zal zonder enige twijfel stuiten op massale protesten vanwege de vakbondsorganisaties. Dan liever ‘pas à pas – on va loin’ (zo heetten de twee eerste boekjes die ik in de lagere school moest doorworstelen bij mijn eerste lessen Frans).

Voer opnieuw een proefperiode in bij aanwervingen

Sinds 2014 is het aantal landgenoten dat met een tijdelijke (en over het algemeen kortlopende) arbeidsovereenkomst werkt sterk gestegen. Omliggende landen hebben daar veel minder last van. Algemeen wijt men dit aan het feit dat de proefperiode werd afgeschaft door art. 71 van de wet van 26 december 2013 ‘betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen’. Sindsdien laten de sociale partners, daarin gesteund door arbeidsdeskundigen, herhaaldelijk weten dat dit een verkeerde beslissing was. Voer dus die proefperiode terug in – maar uiteraard moet deze dezelfde zijn voor arbeiders en voor bedienden (pleiten voor het finaliseren van de onderhandelingen over een eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden, laat staan ambtenaren is verloren moeite, daar komt toch niets van zolang die problematiek in de handen blijft van de sociale partner – ook hier is het wachten op een defederalisering).

Verhoog de straffen voor mensensmokkelaars

Er zijn al zovele doden gevallen met de mensensmokkel, dat je je afvraagt waarom we hiervoor geen erg zware straffen in de aanslag houden. Wie in mensen handelt en dus hun levens in gevaar brengt (dat lijkt in de meeste gevallen de logische consequentie te zijn) verdient een lange gevangenisstraf: 20 jaar lijkt een benedengrens die in evenredigheid staat met de zwaarte van de inbreuk, en als er tijdens het smokkelen een dode valt dan moet levenslang tot de mogelijkheden behoren. Het zou een démarche betekenen die snel school zou maken in vele omliggende landen, en die de vluchtelingenstroom al snel zou beperken. Mensenhandelaars (want het gaat daarover) are in it for the money, maar zien er allicht tegen op om de rest van hun leven grotendeels achter de tralies door te brengen. Ja, daar gaan we financiële middelen voor moeten ophoesten, maar véél minder dan wat de druk op onze sociale zekerheid en op onze ordehandhaving kost.

Optimaliseer het functioneren van overkoepelende paritaire adviesorganen

Onze ministeriële instellingen en aanhorigheden wemelen van de paritair samengestelde beleidsraden: de nationale arbeidsraad, de hoge raad voor de preventie en bescherming op het werk, de groep van tien, de sociaal-economische raad van Vlaanderen… In de praktijk vertragen deze organen aanmerkelijk de politieke besluitvorming. Je kan immers meestal geen koninklijke besluiten, decreten of wetten uitvaardigen vooraleer een formeel advies voorligt vanwege de sociale partners, en soms worden noodzakelijke initiatieven gewoonweg afgeblokt omdat beleidsverantwoordelijken niet durven doorzetten indien er geen unaniem akkoord werd bereikt tussen de verschillende syndicale en patronale gesprekspartners. En als er al een gemeenschappelijk advies naar voren komt, houdt dit doorgaans in dat de belastingbetaler hiervoor moet opdraaien.

Het aantal van dergelijke adviesorganen, waarvan het functioneren belangrijke beheerskosten met zich meebrengt, onder meer een flinke tijdsinvestering vanwege de ambtenarij die ten koste gaat van belangrijker opdrachten, moet sterk versoberd worden. Bovendien zou een minister het recht moeten hebben om een tijdslimiet op te leggen waarbinnen een formeel advies vanwege de sociale partners, los van het feit of het al dan niet gedeeld is, moet worden voorgelegd. Indien dit niet lukt staat het de beleidsman/vrouw vrij om zelf een eigen ontwerp door te voeren, en dat zou alvast komaf maken met de gebruikelijke vertragingsmanoeuvres. De idee dat elk akkoord tussen de sociale partners per definitie onverkort in reglementering moèt worden omgezet moet evident ook op de schop.

Privatiseer Skeyes

Voer nog maar eens een naamverandering door voor de vroegere Regie der Luchtwegen. Maak er een nv van met een raad van beheer die bestaat uit inhoudelijk deskundigen (en dus geen politici), en laat de huidige medewerkers solliciteren voor de nieuwe vacante posities. Begin met andere woorden van nul, en behandel de vacatures zoals het een moderne onderneming toekomt. Beloon de luchtverkeersleiders goed omdat het gaat om een inspannende, verantwoordelijke functie. Verwittig wel op tijd de landgenoten dat ze de komende periode hun vluchten best boeken vanuit omliggende luchthavens.

Jan Van Peteghem is ingenieur en emeritus-gasthoogleraar verbonden aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. Zijn beroepservaring en wetenschappelijk werk draaien grotendeels om de arbeidsomstandigheden en -voorwaarden, meer in het bijzonder de veiligheid en de gezondheid op het werk.

Commentaren en reacties