Een conservatieve contrarevolutie
Cornelia Koppetsch op een debat over de toekomst van de democratie.
foto © Reporters / DPA
De hoge scores voor ‘populistische’ partijen zijn een teken aan de wand: burgers keren zich tegen de dolgedraaide globalisering.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementMet 24,9% van de kiesintenties kwam het Vlaams Belang als grootste uit de eerste peiling na de verkiezingen van 26 mei (Het Laatste Nieuws, 14 november). Over de nauwkeurigheid van de bevraging kan twijfel rijzen – de ‘interviews’ gebeurden online en de foutenmarge is hoog –, maar het is duidelijk dat de partij goed in de markt ligt en dat daar niet meteen verandering in lijkt te komen.
De stevige winst van het Vlaams Belang op 26 mei toeschrijven aan de afstraffing van de regeringspartijen voor hun ‘gekibbel’ of het inzetten van sociale media, voldoet en volstaat niet. Er is meer aan de hand, en wie daar nog niet van overtuigd is, moet Die Gesellschaft des Zorns lezen*. In haar in mei verschenen boek noemt de Duitse sociologe Cornelia Koppetsch (TU Darmstadt) de opgang van het rechtspopulisme in zowat alle Europese landen en in de Verenigde Staten een contrarevolutie tegen de gevolgen van globalisering en transnationalisering. Koppetsch is niet de eerste die een verband legt tussen de euratlantische ‘ruk naar rechts’ en globaliseringsprocessen, maar zelden was een analyse zo treffend en overtuigend.
Collectieve emotionele reactie
Het rechtspopulisme (waartoe zij ook rechtsradicalisme en rechtsnationalisme rekent) is volgens Koppetsch een sociale beweging die structureel vergelijkbaar is met de linkse protestbeweging van mei ‘68. Het is een conservatieve protest- en tegenbeweging, een collectieve emotionele reactie op de gevolgen van de globalisering.
De globalisering is aan het eind van de jaren 1970 begonnen in de economie door de liberalisering van de financiële markten en na de instorting van het IJzeren Gordijn (1989-1991) in een stroomversnelling gekomen. Ze werd voortgestuwd door de digitale informatie- en communicatietechnologie, die ook de globalisering van wetenschap, cultuur, ontspanning, media, toerisme en migratie heeft aangedreven.
De globaliserings- en transnationaliseringsprocessen hebben de westerse samenleving grondig veranderd en zoals elke verandering ‘winnaars’ en ‘verliezers’ voortgebracht. Soms gaat het om materieel verlies (werkloosheid, lage lonen, …), dan weer is het immaterieel (statusverlies, erosie van de eigen cultuur en levenswijze, onzekerheid over de toekomst, …).
Opstand van gewone burgers
De verliezers zijn niet alleen en niet vooral te vinden in de onderste sociale klasse (zoals in sommige analyses werd en wordt gesteld), maar ook en vooral in de midden- en zelfs hogere klasse. Koppetsch spreekt van een ‘opstand van heel gewone burgers’ die het traditionele cultuur- en waardepatroon en hun levenswijze bedreigd zien, en die lak hebben aan het dominante narratief (open grenzen, multiculturalisme, diversiteit, individualisme…) van het liberale (vooral stedelijke) kosmopolitisme. (Onder anderen Hendrik Bogaert en Theo Francken merkten die ‘ongerustheid van de burgers’ naar eigen zeggen tijdens de verkiezingscampagne).
Zo heeft zich, gaat Koppetsch verder, met het voortschrijden van de globalisering de voorbije dertig jaar in de dieptelagen van de samenleving angst, frustratie en ressentiment opgestapeld. Die gevoelens hebben zich verdicht in de afwijzing van migranten; in het sociaaltype van de migrant komen immers, meer dan in om het even welk ander type, de als negatief ervaren aspecten van de globalisering samen.
De financiële crisis, de terreuraanslagen en de vluchtelingencrisis maakten het mogelijk dat protestpotentieel politiek te mobiliseren. Rechtse partijen zijn daar in geslaagd door een grote bandbreedte aan (ook ‘linkse’) thema’s te bespelen, door op te komen voor de hele samenleving (‘volk’, ‘natie’) en door in te gaan tegen het establishment dat voor de gevolgen van de globalisering verantwoordelijk wordt gesteld, aldus Koppetsch.
Omslag
Volgens haar verklaringsmodel kunnen we het electorale succes van het Vlaams Belang lezen als de politieke expressie van de conservatieve contrarevolutie in Vlaanderen. En zou het (te) gewaagd zijn te stellen dat dit ook geldt voor een flink deel van de stemmen die de N-VA, als communautaristische partij, niet alleen op 26 mei maar ook al in 2014 kreeg?
Hoe de conservatieve tegenbeweging zal evolueren, valt af te wachten, maar nu al is Europawijd een (begin van) beleidsomslag merkbaar, meer bepaald een verstrakking in het asiel- en migratiebeleid. De meest recente koerscorrectie komt van de Franse president Emmanuel Macron, die in een toespraak voor de parlementsleden van zijn regeringsfractie (14 september) zei dat hij voortaan meer zal luisteren naar het ‘gewone volk’ dat, anders dan ‘de bourgeois’, met de immigratie moet leven.
Het ‘Deense model’ dat Theo Francken aanprijst – een streng migratiebeleid en een genereus sociaal beleid – lijkt een slim antwoord op de ‘toorn van de samenleving’ te zijn. Dat Hendrik Bogaert met eenzelfde voorstel komt en zijn partij in rechtse(re) richting wil sturen, geeft aan dat hij de tekenen des tijds op dezelfde manier leest.
* Cornelia Koppetsch, Die Gesellschaft des Zorns. Rechtspopulismus im globalen Zeitalter, transcript Verlag Bielefeld.
Tags |
---|
Mark Deweerdt (1952) was journalist bij De Standaard en De Financieel-Ekonomische Tijd/De Tijd, en schreef als kabinetsmedewerker toespraken en teksten voor Yves Leterme, Kris Peeters, Herman Van Rompuy en Geert Bourgeois.
Vijf maanden na de verkiezingen is er nog geen uitzicht op een nieuwe regering. Welke factoren bevorderen of bemoeilijken de regeringsvorming?
De scherpste kantjes er afvijlen, dat is ook met een nieuwe oppositiekuur in het vooruitzicht geen optie, benadrukt Tom Van Grieken (VB).