Energiegiganten en hun cynische honger naar uw geld
De olieraffinaderij van ExxonMobil in Rotterdam.
foto © Wikimedia Commons
We lijken al bij al toch niet zo energieverslaafd als de grote energiebedrijven dachten en hoopten.
Aangeboden door de abonnees van Doorbraak
Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.
Ik neem ook een abonnementHet inflatiespook gaat sinds het tweede kwartaal van 2021 aardig zijn gang. Stijgende energieprijzen namen vanaf het begin een flink deel van de indexverhoging voor zich. Door de werking van langetermijncontracten bleven voedselprijzen eerst nog stabiel. Toen ook hier de dijk brak, ging alles crescendo. De grafieken van Statbel spreken voor zich: op piekmomenten waren gestegen energie- en voedselprijzen goed voor meer dan 65% van de totale inflatie. Hierbij spreken we enkel over hun directe impact, want ergens veroorzaken zij ook een kettingreactie.
In een vorige bijdrage op Doorbraak vertelden we hoe speculanten ons dagelijks brood letterlijk duurder maakten: toen de tarweprijs met meer dan 50% toenam, stegen de kosten van een simpel brood met een slordige 10% (tarwe is goed voor ongeveer 20% van de kostprijs). Ook de continue prijsstijging van energieproducten vertoonde een herkenbaar patroon en leek een déjà vu.
Fusies en overnames
Rond de eeuwwisseling werkte ik in Rotterdam voor een internationaal concern dat diverse diensten verleende aan de olie- en gasindustrie. Zo zag ik van dichtbij hoe oliemaatschappijen systematisch begonnen samen te gaan. BP en Amoco gingen voorop en namen onderweg nog een aantal kleinere oliebedrijven mee (o.a. het Duitse Aral en Arco in de VS). De fusies en consolidaties volgden elkaar daarna snel op met de versmelting van Exxon-Mobil en Chevron-Texaco. Tussendoor verdween het Belgische Fina in Total-Fina-Elf (nu TotalEnergies SE). Eén van de laatste fusies gebeurde in 2002 met de vorming van Conoco-Phillips.
Doordat het aantal spelers ineens drastisch kromp, ontstond een gesloten slagorde van energiegiganten. Eens alle fusiepijn achter hen lag, stegen de brandstofprijzen tussen 2002 en 2012 met 60 tot 90%! Ook de gasprijs steeg toen met meer dan 60%. We vergeten maar al te vaak dat oliebedrijven niet alleen petroleum oppompen, maar ook volop in de gaswinning zitten.
Van Zeven Zusters tot Super-Groten
De Britse schrijver Anthony Sampson beschreef de periode voorafgaand aan de olieboycot van 1973 in zijn boek ‘The Seven Sisters’ (De Zeven Zusters). Je leest hoe de grote oliemaatschappijen van toen hun best deden om concurrenten uit te schakelen en controle te houden over de olievoorraden in de wereld. Na 1973 verschoof de macht meer naar het OPEC-kartel en zijn staatsbedrijven zoals Saudi Aramco en National Iranian. Hoezeer we OPEC in het Westen ook vervloeken, we kenden in de eerste jaren nadien toch eerder gezapige olieprijzen. Er schortte nog wat om ze structureel hoger te krijgen.
Dat zag ook een zekere Douglas Terreson in de periode dat hij bij Morgan Stanley werkte. In zijn rapport ‘The Era of the Super-Major’ (Het Tijdperk van de Super-Grote, februari 1998) beschreef hij hoe westerse energiebedrijven hun krachten beter konden bundelen. Een geoefend oog zag meteen waar hij naartoe wou. Deze maatschappijen controleerden nog steeds een flink deel van de olie- en gaswinning aan de bron. Door samen te smelten konden ze meer grip krijgen op beurzen en koersen. Via hun netwerk van pompstations bedienden ze ook het meest welvarende deel van de markt. Dit gaf hen de mogelijkheid om de tredmolen voor prijsacceptatie aan te zwengelen. Binnen zes maanden na de publicatie van ‘The Era of the Super-Major’ fuseerden BP en Amoco en het spel zat op de wagen. De hierboven beschreven gesloten slagorde van olie- en gasproducenten ontstond dus niet toevallig. De prijsverhogingen die erop volgden wellicht evenmin.
Met de zegen van experts
De tijd van structureel goedkope energie leek definitief voorbij. Tussen 2005-2012 struikelden experts geregeld over elkaar heen om ons hierop te wijzen. Zij deden hun best om ons als het ware herop te voeden. Ze kwamen vertellen hoe de prijzen voordien gewoon immoreel laag zaten en we moesten leren dat energie wel wat mocht kosten.
Door de stijgende welvaart en comfort waren we volgens sommige experts zelfs een beetje vervallen tot energiejunkies, en dat kon je de olie-industrie moeilijk kwalijk nemen. Integendeel, prijsstijgingen hielpen juist om onze verslaving onder controle te houden. Ook al zakten prijzen na 2012 weer wat in, energie werd nooit meer zo goedkoop als bij het begin van de laatste eeuwwisseling.
Wie de prijscurves (incl. gas) van de huidige energiecrisis ziet, vermoedt meteen dat de Super-Groten dezelfde rit met ons wilden rijden als tussen 2005-2012. Na de prijsval tijdens de eerste lockdown in 2020, kon je aanvaarden dat ze de geleden schade probeerden goed te maken. Deed iedereen dat ergens niet tot in het absurde toe? Maar je wist meteen hoe laat het was toen men verdere prijsverhogingen toeschreef aan het structureel gemis aan investeringen. Zeker als men de nakende energietransitie in het Westen aanwees als de oorzaak hiervoor.
Om te beginnen kan men voor ons investeren om daarmee later evengoed de voorspelde groei in Azië op te vangen. Verder zullen energiegiganten nooit bronnen dichtgooien wanneer wij overgaan op alternatieven. Vanuit chemisch standpunt kan je hun producten benoemen als koolwaterstoffen. Morgen halen ze gewoon de propere waterstof eruit en leveren die dan aan ons.
De burger doet het zelf
In tegenstelling tot de VS slaat de EU in het energiedossier ronduit een modderfiguur en bekrachtigt daarmee haar status van reus op lemen voeten. De regering Biden geeft ten minste structureel tegengas om prijsstijgingen te beperken. Misschien met wisselend succes, maar toch: de tandem Bush-Cheney liet destijds de Super-Groten meestal gewoon begaan.
De EU holt vooral weer achter de feiten aan en wil dan maar een belasting op overwinsten invoeren. Maar is deze wel juridisch haalbaar? Markten vrijmaken lukt de unie nog wel, maar vraag haar niet burgers te beschermen wanneer deze doorschieten. Gelukkig reageerde de burger dan maar zelf. We lijken al bij al toch zo geen grote energieverslaafden te zijn als de Super-Groten dachten. Samen zorgen we voor flinke besparingen die, mede met de eerder milde winter, de koersdalingen volop ondersteunen. Niettegenstaande het langdurig conflict in Oekraïne zakken de prijzen voor olie en gas sneller dan verhoopt. Alles wijst erop dat de Super-Groten deze keer hun hand enigszins overspeelden. Houden zo.
Tags |
---|
Personen |
---|
Dirk Rimaux is burgerlijk ingenieur en werkt in de ontwikkeling van internationale markten op alle continenten (met uitzondering van Antarctica).
Brent Roelandt: ‘De vraag die na 13 oktober op de tafel moet liggen bij alle lokale besturen is dan ook: Hoeveel inwoners kan en wil de gemeente in kwestie aan?’
Uw auteur wisselt reisjes door zonovergoten Zuid-Engelse dorpjes af met hoofdbrekens over de algemene waardering voor het gevoelsleven van Goethe. Geutuh.