JavaScript is required for this website to work.
Binnenland

Er is in dit nauwelijks bestuurbare land een stille staatsgreep gebeurd

Bram Bombeek7/3/2020Leestijd 3 minuten

foto © Photo by Will H McMahan on Unsplash

De restregering moet aan de grote werven beginnen werken. En als dat niet kan, moet de koning de tien ‘grootste’ parlementsleden minister maken.

Aangeboden door de abonnees van Doorbraak

Dit gratis artikel wordt u aangeboden door onze betalende abonnees. Als abonnee kan u ook alle plus-artikelen lezen. Doorbreek de bubbel vanaf €4.99/maand.

Ik neem ook een abonnement

Met het pleidooi voor de coronacoalitie heeft de politieke crisis deze week een surrealistisch hoogtepunt bereikt. Nooit eerder had dit land in zijn rijke geschiedenis een regering vernoemd naar een virale uitbraak. Toch gelooft een ruime meerderheid van de Belgen nog altijd in onze representatieve democratie. Het is stilaan tijd dat de politiek dat ook weer doet.

Restregering

De krokusvakantie is inmiddels alweer een verre herinnering. Politici spreken zichzelf moed in met holle frasen, er zijn schermutselingen op Twitter en zelfs het Loch Ness-monster van de federale kieskring steekt de kop weer op. Nee, ik heb het schimmenspel van de Wetstraat nog niet gemist sinds ik eruit ben gestapt. Toch ben ik niet overdreven verontwaardigd over de stilstand. Het is een groter schandaal dat we met een restregering zitten die zich gedraagt alsof ze nog steeds steunt op een democratische meerderheid.

Of het nu gaat over het repatriëren van IS-moeders, over een dotatieverhoging van een kwart miljard voor het Europees Ruimteagentschap of over de verhoging van onze bijdrage aan de Europese begroting met 1,2 miljard: telkens stelt de restregering het parlement voor voldongen feiten. In een normaal land met een sterke democratische traditie zou zo’n bericht over extra Europese miljarden een volksopstand inluiden. In België zorgt het amper voor een rimpeling.

Marc De Vos noemt dat in zijn nieuwe boek een schrijnend gebrek aan democratisch patriottisme. Er is in dit nauwelijks bestuurbare land een stille staatsgreep gebeurd door regeringen en kabinetten, door partijvoorzitters en hun studiediensten. Voor het parlement is hoogstens een bijrol weggelegd. Alleen een regering kan besturen, en alleen de partijvoorzitters kunnen een regering vormen. Daarom leiden crisissen zoals de brexit of de corona-uitbraak altijd tot de roep tot het vormen van een ‘slagkrachtige’ regering.

De grands accords van al die slagkrachtige regeringen hebben nochtans niet voor goed bestuur gezorgd. Gaston Eyskens wist al dat je op een ministerraad binnenstapt met een prachtig paard en buitenkomt met een scheve dromedaris. Veel beleidsbeslissingen – denk maar aan de afschaffing van de pensioenbonus of de invoering van de effectentaks – zijn alleen maar te verklaren als ondoorzichtige compromissen in achterkamers. Laat ons dus vooral het belang van regeerakkoorden en begrotingsconclaven niet overdrijven.

Grote werven

Ooit hadden wij een grondwet waarin alle macht uitging van de natie. Een verkozen parlement stuurt de regering aan. Nog volgens die grondwet benoemt de koning de ministers. De discussie over beleid gebeurt in de openbaarheid van de Kamer en voor iedere fractie met open kaart. Onze parlementsleden zijn bekwaam en ze worden goed betaald. De kwalijke eigenschappen die aan politici worden toegeschreven, komen in hoofdzaak voort uit verkeerd gebruik van de instellingen. We mogen van hen gerust verwachten dat ze werken op de grote werven.

De commissie Financiën kan een evaluatie maken van de Belgische fiscale uitgaven, alleen al in de personenbelasting goed voor 10 miljard euro. Onderzoek ze lijntje na lijntje op effectiviteit en administratiekost. Geen nieuwe belastingen verzinnen, maar ons bestaand systeem eenvoudiger en transparanter maken. Zowaar een revolutionaire gedachte.

In België komt er nooit meer een begroting in evenwicht zonder verdere pensioenhervorming. Ook de oplichter Charles Ponzi wapperde met geld uit het raam om het volk gerust te stellen. De uitdaging is hoe we het einde van onze loopbaan willen organiseren en het parlement kan daarbij steunen op het studiewerk van de pensioencommissie. Geef mensen de mogelijkheid om zelf te beslissen wanneer ze stoppen met werken (ergens tussen 60 en 65), zonder dat ze daarvoor de factuur naar de samenleving sturen. De laagste pensioenen optrekken kan perfect door te herverdelen tussen gepensioneerden. Mensen met pensioenen van 4.000 euro bruto en meer kunnen we een inspanning vragen.

Ook aan de begroting kan het parlement werken door de ambtenaren te laten besparen. Mét hen en niet óp hen. Volgens ex-topambtenaar Frank Van Massenhove is een derde van het werk van zijn mensen zinloos, maar wettelijk verplicht. De wetgevende macht kan zowaar ook wetten afschaffen of vereenvoudigen. Politici van alle kleuren kunnen zich achter deze parlementaire projecten scharen, roepers aan de zijlijn zijn verplicht tot een constructieve bijdrage.

Regering van verkozenen

Laat ons dus stoppen met de calvarietocht en de eindeloze vergaderingen in achterkamers. De koning moet gewoon tien ministers benoemen. Geen experts en geen favorieten, maar de verkozenen die het meeste gewicht in de schaal werpen. Laat hen maar op zoek gaan naar een meerderheid in het parlement. Dat is namelijk hun job en niet die van de partijvoorzitters.

Bram Bombeek (1987) studeerde geschiedenis en rechten aan de UGent en slager-spekslager bij Syntra Midden-Vlaanderen. Hij werkte in verschillende hoedanigheden voor de N-VA, maar besloot eind 2019 om vierde generatie boer te worden op het ouderlijk bedrijf in de Wildebeek in Welle. Als landbouwer-filosoof wil hij economie, ecologie en gemeenschap verzoenen. Voor Doorbraak speurt hij naar interessante onderwerpen op die drie assen.

Meer van Bram Bombeek

Verstedelijking, migratie, sociale opstanden, pandemie… ‘1349’ blijkt verrassend actueel, al gaat het om de pest in het middeleeuwse Vlaanderen.

Commentaren en reacties